Vooroordelen Flashcards
Vooroordelen
Een gevoelsmatige reactie die iemand ervaart ten opzichte van een bepaalde groep
Negatief tegenover de groep, maar ten gunste van het zelf of eigen groep
Individueel level (vooroordelen)
Persoonlijkheidsverschillen en individuele verschillen verklaren het verschil in vooroordelen tussen mensen
Group level (vooroordelen)
Verklaart de sociale aard van vooroordelen
Wat is een stereotype?
Een cognitief schema over een bepaalde groep, dat alle kenmerken bevat die men met een bepaalde groep associeert
Identieke eigenschappen worden toegeschreven aan vrijwel alle leden van de groep, ongeacht de daadwerkelijke verschillen tussen de leden
Kan wel of niet accuraat zijn
Abstraction-based stereotypes
Gebaseerd op basis van regels van:
Ouders
Vrienden
Media
Instance-based stereotypes
Op basis van eigen ervaring
Waardoor is de Impliciete Associatie Taak (IAT) ontwikkeld?
Door social desirability en voor het meten van processen buiten bewustzijn
Verschillende soorten:
Valentie IAT (goed-slecht)
Stereotype IAT
Wat is discriminatie?
Een verschillende behandeling van mensen op basis van hun groepslidmaatschap
Gedragscomponent
Kan subtiel of overduidelijk zijn
Old-fashioned discriminatie
Openlijk/duidelijk
Moderne discriminatie
Verborgen/subtiel
Ook: geloof dat vooroordelen en discriminatie niet meer bestaan
Welke types hebben meer vooroordelen?
Autoritaire persoonlijkheid
Social dominance orientation (Reflects a person’s attitudes toward hierarchies in general, as well as beliefs about whether one’s own group should dominate other groups)
bv: racisme/seksisme/nationalisme
Categorie-accentuatie theorie
Als iets in een categorie wordt geplaatst.
De verschillen tussen categorieen worden overdreven,
De verschillen van de categorieen zelf worden geminimaliseerd
Wanneer is automatische categorisatie sterker?
- Voor mensen die zich met een groep identificeren
- Sterker wanneer sociale identiteit bedreigd wordt
Outgroup-homogeniteits bias
Mensen in de outgroup lijken meer op elkaar dan in werkelijkheid
Mensen binnen de eigen groep zijn verschillend
Waarom?
Selectieve blootstelling
Structurering en codering van informatie:
Subgroepen onderscheiden binnen de ingroup
Comparative context:
Interacties met een lid van de ingroup -> je ziet deze als individu
Interacties met een lid van de outgroup -> verschillen tussen de groepen krijgen aandacht
Ingroup-favoritisme
Positieve gevoelens en een speciale behandeling voor mensen die we tot onze wij-group rekenen (en negatieve gevoelens en een oneerlijke behandeling voor mensen buiten die groep)
Wij (ingroup) tegen hen (outgroup)
Flexibel en afhankelijk van intergroup context