vocabulary (opposites of adjectifs) Flashcards
able
bekwaam, in staat
aggressive
agressief
bekwaam, in staat
able
agressief
aggressive
aware
bewust, op de hoogte
capable
geschikt
bewust, op de hoogte
aware
geschikt
capable
credible
geloofwaardig
competent
competent
geloofwaardig
credible
competent
competent
complete
compleet
effective
effectief
compleet
complete
effectief
effective
existent
bestaand
fair
eerlijk
bestaand
existent
eerlijk
fair
unable
onbekwaam, niet in staat
non-aggressive
niet-agressief
onbekwaam, niet in staat
unable
niet-agressief
non-aggressive
unaware
niet bewust, niet op de hoogte
incapable
ongeschikt
niet bewust, niet op de hoogte
unaware
ongeschikt
incapable
incredible
ongeloofwaardig
incompetent
incompetent
ongeloofwaardig
incredible
incompetent
incompetent
incomplete
incompleet
ineffective
ineffectief
incompleet
incomplete
ineffectief
ineffective
non-existent
onbestaand
unfair
oneerlijk
onbestaand
non-existent
oneerlijk
unfair
fearfull
bevreesd
formal
formeel
bevreesd
fearfull
formeel
formal
functional
werkend
grateful
dankbaar
werkend
functional
dankbaar
grateful
happy
gelukkig
helpful
behulpzaam
gelukkig
happy
behulpzaam
helpful
honest
eerlijk
hopeful
hoopvol
eerlijk
honest
hoopvol
hopeful
infected
besmet
interesting
interessant
besmet
infected
interessant
interesting
fearless
onbevreesd
informal
informeel
onbevreesd
fearless
informeel
informal
disfunctional
niet-werkend
ungrateful
ongelukkig
niet-werkend
disfunctional
ongelukkig
ungrateful
unhappy
ongelukkig
unhelpful
onbehulpzaam
ongelukkig
unhappy
onbehulpzaam
unhelpful
dishonest
oneerlijk
hopeless
hopeloos
oneerlijk
dishonest
hopeloos
hopeless