unit 1 Flashcards
vocabulary
1
Q
a delicatessen
A
een delicatessenwinkel
2
Q
a heyday
A
een bloeiperiode
3
Q
een delicatessenwinkel
A
a delicatessen
4
Q
een bloeiperiode
A
a heyday
5
Q
a high street
A
een hoofdstraat
6
Q
a grocer
A
een kruidenier
7
Q
een hoofdstraat
A
a high street
8
Q
een kruidenier
A
a grocer
9
Q
extraordinary
A
buitengewoon
10
Q
era
A
tijdperk
11
Q
buitengewoon
A
extraordinary
12
Q
tijdperk
A
era
13
Q
the chamber of commerce
A
de kamer van koophandel
14
Q
profitable
A
koophandel
15
Q
de kamer van koophandel
A
the chamber of commerce