Vocab 2 Flashcards
1
Q
de kom
A
bowl
2
Q
de fles
A
bottle
3
Q
het tijdschrift
A
magazine
4
Q
de lepel
A
spoon
5
Q
het raam
A
the window
6
Q
de mand
A
basket
7
Q
de bank
A
couch
8
Q
het horloge
A
watch
9
Q
de zeep
A
soap
10
Q
het beeldscherm
A
screen
11
Q
de doos
A
box
12
Q
de lakens
A
bed sheets
13
Q
het scheermes
A
razor
14
Q
het wiel
A
wheel
15
Q
de vloer
A
floor
16
Q
het zwembad
A
pool
17
Q
de sleutel
A
key
18
Q
de tas
A
bag
19
Q
de kast
A
cabinet, cupboard
20
Q
het dak
A
roof
21
Q
het ding
A
thing
22
Q
de schaar
A
scissors
23
Q
het voorwerp
A
thing, object
24
Q
het potlood
A
pencil