Abstract Nouns 1 Flashcards
1
Q
de liefte
A
the love
2
Q
de eer
A
the honor
3
Q
het kwaad
A
evil
4
Q
de schoonheid
A
beauty
5
Q
het vermogen
A
the ability
6
Q
de zelfbeheersing
A
the self control
7
Q
de dood
A
death
8
Q
de vrijheid
A
freedom
9
Q
het geloof
A
the faith
10
Q
de droom
A
the dream
11
Q
de verbetering
A
correction
12
Q
de verbeelding
A
imagination
13
Q
de mening
A
opinion, view
14
Q
de vrede
A
peace
15
Q
het geweten
A
conscience
16
Q
de vaardigheid
A
skill
17
Q
de armoede
A
poverty
18
Q
de gastvrijheid
A
hospitality
19
Q
de waarheid
A
truth
20
Q
de gedachte
A
thought
21
Q
de werkelijkheid
A
reality
22
Q
de kindertijd
A
childhood
23
Q
de mogelijkheid
A
possability
24
Q
Veel plezier
A
have fun
25
Q
de moeite
A
effort
26
Q
de eerlijkheid
A
honesty
27
Q
de vriendelijkheid
A
friendliness
28
Q
de macht
A
power
29
Q
het geduld
A
patience
30
Q
de gelegenheid
A
opportunity
31
Q
het belang
A
interest
32
Q
medelijden hebben met
A
to pity
33
Q
het verschil
A
difference
