Business Flashcards
1
Q
de valuta
A
currency
2
Q
de kassa
A
cash register
3
Q
in de uitverkoop
A
on sale
4
Q
de verzekering
A
insurance
5
Q
de vraag naar
A
the demand for
6
Q
vraag en aanbod
A
supply and demand
7
Q
de waarde
A
value
8
Q
de handel
A
trade, business
9
Q
de schuld
A
debt
10
Q
de beurs
A
stock market
11
Q
het bedrijf
A
the company
12
Q
reclame maken
A
to advertise
13
Q
de boekhouding
A
accounting
14
Q
het filiaal
A
branch
15
Q
het hoofdkantoor
A
headquarters