voc français Flashcards
voc
1
Q
een windjas
A
un anorak
2
Q
sportschoenen - (m) / (f)
A
des baskets (f)
3
Q
een muts
A
un bonnet
4
Q
een pet
A
une casquette
5
Q
een hoed
A
un chapeau
6
Q
sokken (m) / (f)
A
des chaussettes (f)
7
Q
schoenen (m) / (f)
A
des chaussures (f)
8
Q
een hemd
A
une chemise
9
Q
een maatpak
A
un costume
10
Q
een das
A
une cravate
11
Q
een sjaal
A
une écharpe
12
Q
een sjaaltje
A
un foulard
13
Q
handschoenen (m) / (f)
A
des gants (m)
14
Q
een vest, gillet
A
un gilet
15
Q
een regenjas
A
un imperméable
16
Q
een jeansbroek
A
un jean
17
Q
een rok
A
une jupe
18
Q
een zonnebril (m) / (f)
A
des lunettes de soleil (f)
19
Q
een badpak
A
un maillot de bain
20
Q
een mantel
A
un manteau
21
Q
een lange broek
A
un pantalon
22
Q
een trui
A
un pull
23
Q
een jurk
A
une robe
24
Q
een pyjama
A
un pyjama
25
sandalen (m) / (f)
des sandales (f)
26
een short
un short
27
een T-shirt
un teeshirt
28
Het is 20 graden
Il fait 20 degrés
29
Het is mooi weer
Il fait beau
30
Het is warm
Il fait chaud
31
Het is zonning
Il fait ensoleillé
32
Er is zon
Il y a du soleil
33
Het is fris
Il fait frais
34
Het is koud
Il fait froid
35
Het is slecht weer
Il fait mauvais
36
Het is min 5 graden
Il fait moins 5 degrés
37
Het is bewolkt
Il fait nuageux
38
Er zijn wolken
Il y a des nuages
39
Het vriest
Il gèle
40
Het hagelt
Il grêle
41
Het sneeuwt
Il neige
42
Het regent
Il pleut
43
Er zijn (stort)buien (m) / (f)
Il y a des averses (f)
44
Er zijn opklaringen (m) / (f)
Il y a des éclaircies (f)
45
Er zijn bliksemschichten (m) / (f)
Il y a des éclairs (m)
46
Er is een onweer
Il y a un orage
47
Er is mist
Il y a du brouillard
48
Er is donder
Il y a du tonnerre
49
Er is wind
Il y a du vent
50
Er is een storm
Il y a une tempête
