vo Flashcards
1
Q
Waar loopt de biceppees?
A
sulcus intertubercularis en hecht aan tuberculum supraglenoidalis
2
Q
waar hecht de triceps aan?
A
tubercuum infraglenoidale
3
Q
rotatorcuff spieren
A
- m. supraspinatus, abductie
- m. infraspinatus, exoraotatie
- m. teres minor, exoratatie en adductie
- m. subscapularis, endorotatie (als enige aan tuberculum minus)
4
Q
schouder- arm spieren
A
rotatorcuff + m. deltoideus
5
Q
axiaal- arm spieren
A
- m. latissimus dorsi: endorotatie, retroflexie, dorsaal
- m. pectoralis major: anteflexie en addctie, ventraal
6
Q
axiaal- schouder spieren
A
- m. levator scapulae
- m. rhomboideus
- m. pectoralis minor
- m.. trapezoideus
7
Q
plexus brachialis in wervelcolom
A
c5-c8 en th1
8
Q
waar kan schade aan zijn bij een anterieure luxatie
A
- n. axillaris
- labrum glenoidale: bankart laesie
- bot + labrum: ossale bankart laesie
9
Q
supraspinatus impingement:
A
inklemming m. supraspinatus
10
Q
tendinitis calcarae
A
afzetting kalk in pees
11
Q
waar zit de korte bicepspees vast
A
proc coracoideus
12
Q
y- opname
A
- proc coracoideus (ventraal bij ribben) en acromion (dorsaal links) goed zichtbaar
- m. supraspinatus loopt door de poten van de Y
13
Q
lichte en donkere plekken op foto
A
licht: artrose
donker: osteoporose
14
Q
artrose
A
- gewrichtspleetversmalling
- osteofytvorming
- subchondrale sclerose
- cyste vorming
15
Q
hill- sachs laesie
A
bij anteromediale schouderluxatie
–> postero- laterale deel van de humerus beschadigd