tentamen Flashcards

1
Q

nieuw gevormd bot

A

involucrum

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

meest voorkomen artrose

A

CMC-1

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Ziekte van kienbock

A

avasculaire necros os lunatum

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

risicofactoren van ace remmers

A
  • leeftijd ouder dan 60
  • man
  • alcoohol abuses
  • hydrochloorthiazide
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

mechanisme van aseptische loslating

A

polyethyleen slijtage partikels geven aanleding tot ontstekings reactie van macrofagen
–> botresporptie rond protese

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

m. gluteus medius insertie

A

trochantor minor

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

hamstring insertie

A

os pubis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

n. surrealis

A

bestaat uit takken n. fibularis en n. tibialis

doet sensibilitaeit laterare voet en enken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

stabilisatie enkelvor

A
  • lig. talofiblar anterior en posterior
  • membran interrosea cruris
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

m. tibialis posterior

A

plantair fexie, suppinatie, adductie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

intrinsieke oorzaken comparitment syndroom

A
  • fractuur
  • bloeding
  • crush letsel
  • vloeistofinjectie
  • schot verwonding
  • post ischemische zwelling
  • rhabdomyolyse
  • drugs/ alcohol misbruik
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

lach man test

A

voorste kruisband

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

m. bechterew

A
  • sacro-iliitis
  • verbeing ligamenten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

rotatorcuff functie testen

A
  • painfularctest: abductie bij 60-120 graden pijn: subacromiaal
  • internal rotation lag test: max endorotatie: m. subscapularis
  • external rotation lag test: m. infraspinatus letsel
  • drop arm testL supraspinatus
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

dorsaal compartiment onderarm

A
  • m. extensor digitorum communis
  • m. extensor digitorum medialis
  • m. extensor carpi ulnaris
  • m. abductor pollicis longus
  • m. extensor pollicis longus en brevis
  • m. extenssor indicis proprius
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

radiaal compartiment onderarm (mobile wad)

A
  • m. brachioradialis
  • m. extensor carpi radialis longus en brevis
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

diep volair compartiment onderarm

A
  • m. flexor digitorum brevis en longus
  • m. pronator quadratus
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

oppervlakkig volair comparitment onderarm

A
  • m. flexor carpi ulnaris
  • m. flexor carpi radialis
  • m. flexor digirorum superficialis
  • m. pronator teres
  • m. palmaris longus
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

artrose vs RA

A

artrose: subchondrale cyste, GAG verlies (minder flexibel), eburatie (extra bot)
RA: verweking peesschede, synocitis, plasmacelontsteking

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

belasting bot

A

compressie krachten –> axiale belasting

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

structuren door carpale tunnel

A
  • n. medianus
  • 9 flexorenm
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

mallet vinger

A

ruptuur eindlip/ terminale slip van de extensor

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

regeneratie dwarsgestreept spierweefsel

A
  • mitose dwarsgestreepte spiercellen
  • deling satellietcellen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

n. gluteus inferior

A

m gluteus maximus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

m. iliopsoas insertie

A

trochantor minor

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q

wanneer doe je MCmurray test

A

verdenking op mensicus letsel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
27
Q

sens n. tibialis

A

tussen hallux en dig 2 aan dorsale zijde

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
28
Q

tarsale tunnel

A
  • m. flexor digitorum longus
  • m. flexor hallucis longus
  • m. tibialis postreius
  • a.v.n. tibialis
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
29
Q

jumpers knee

A

overbelasting kniepees volwassenen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
30
Q

sinding larsen johandsen syndrome

A

knie aandoeing adolesencten: irritatie groeiplaat bij patella

31
Q

ziekte van sever

A

irritatie groeischijf bij calcaneus

32
Q

waarom werkt propofol maar kort

A

door afbraak van plasma- esterasen

33
Q

wat gaat als eerst verloren bij artrose

A

Glucosaminenglycanen

34
Q

wat voor gewricht is het ellenboog gewricht?

A

art. composita:
meer dan 2 botdelen + gewrichtskapsel

35
Q

Teken van Drehman

A

bij flexie aangedane heupgewricht vind exorotatie plaats

36
Q

waar hecht m. rectus femoris aan>

A

spina iliaca anterior superior

37
Q

wat is tractus iliotibialis

A

verlengde m. tensor fascia lata

38
Q

spanning bij extensie

A

op voorste kruisband

39
Q

hoe vind intersitiele groei van kraakbeen plaats

A

deling chondrocyten in chondronen

40
Q

dood stuk bot (bij bv osteomyelitis)

A

sekwester

41
Q

waar jicht

A

MTP-1 gewricht

42
Q

wat doet dystrofine?

A

versterkt celmembraan spiervezel

43
Q

kerntaken sportarts

A
  • teambegleiding
  • blessure consulten
  • sport-medisch onderzoek
44
Q

wat voor gewricht is de enkel

A

rolgewricht

45
Q

wat doet de n. peroneus communis?

A
  • pronatie
  • eversie
  • dorsi flexie
46
Q

kenmerken inflammatoire rugklachten

A
  • < 40
  • langzaam ontstaan
  • verbeterd met bewegen
  • geen verbetering in rust
  • nachtpijn
47
Q

overgan myelum- cauda equina

A

L1-L2

48
Q

karakterestieke verschijnselen artrose

A
  • fisuurvorming kraakbeenkop
  • kraakbeen erosies vanuit midden
  • botvorming aan gewrichts opp (eburatie)
  • vorming ostefyten
  • vorming subchondrale cysten
49
Q

SPieren bij posterolaterale THP

A
  • m. gluteus maximus
  • m. piriformis
  • m. obturatorius internus
  • m. quadratus femoris
  • m. gemelli
50
Q

VA foto aanwijzing anterieure luxatie

A

caput humeri is groter dan glenoid en overlapt dit

51
Q

varus kanteling enkel

A

art. talocalcaneare (onderste spronggewricht)

52
Q

syndesmosis fibula en tibia

A

junctura fibrosa

53
Q

gewrichten met minste bewegelijkheid

A

vlak gewricht (bv handwortelbeentjes)

54
Q

ligament en pees functie

A

ligamen: flexibiliteit en ondersteuning
pees: treksterkte en stijfheid

55
Q

ad latum

A

in zijwaardse richting

56
Q

cruris fractuur

A

tibia + fibula

57
Q

behandeling primaire hyoerthyreoidie

A

weghalen oorzaak/ cincalcet

58
Q

hoe werkt paracetemol

A

zwakke cox-1/2 remmer

59
Q

Hoe werken NSAID en corticosteroiden

A

NSAID remt omzettting archidon zuur in prostanglandine
corticosteroiden remt omzetting fosfolipiden in arachidonzuur

60
Q

kenmerken coxartrose

A
  • osteofyten
  • subchondrale sclerose
  • bot deformatie
  • gewrichtsspleetversmalling
  • cysten
61
Q

late complicatie THP

A

aseptische loslating en ectopische botvorming

62
Q

fibrocartilaginair kraakbeen

A
  • vezeligkraakbeen
  • weerstaad tekkrachten goed
  • in discus vertebralis
  • heeft collageen type 1
63
Q

dyafise

A

ontstaat uit primair ossificatie centrum

64
Q

wat maken osteoblasten

A

bestandelen botmatrix:
- proteoglycanen
- glycoproteinen
- collageen1
- AF
- osteonectinen
- osteocalcine

65
Q

mineralisatie zien

A

met tetracycline wat wordt opgenomen in mineralisatie zone

66
Q

origo hamstrings

A

tuber ischiadicum

67
Q

m tibialis posterior

A
  • instand houden middenvoetsboog
  • insertie: os naviculare en cuneiforme mediale
  • inverise en plantair flexie
68
Q

m. tibialis anterior

A
  • insertie: cuneiforme mediale
  • dorsaalflexie en suppinatie
69
Q

m. peroneus longus

A
  • insertie: basis os metatarsale 1 en os cuneiforme
  • plantair flexie en eversie
70
Q

m. peroneus brevis

A
  • insertie: 5e middenvoetsbeen
  • eversie
71
Q

anterieur compartiment onderbeen

A
  • a. tibialis anterior
  • v. tibialis anterior
  • n. peroneus profundus
  • m. extensor digitorum longus
  • m. extensor hallucis longus
  • m. tibialis anterior
  • m. peroneus tertius
72
Q

laterale compartiment onderbeen

A
  • n. fibularis superfiscialis
  • m. peroneus longus en brevis
73
Q

diep volaire compartiment onderbeen

A
  • a + v tibialis posterior
  • A+ V fibularis
  • n. tibialis
  • m. flexor digitorum longus
  • m. flexor hallucis longus
  • m. tibialis posterior
  • m. popliteus
74
Q

oppervlakkig volaire compartiment onderbeen

A
  • m. triceps surae
  • m. plantaris
  • m. gastrocnemius