vloeiend spreken vs onvloeiend spreken (D1) Flashcards
vloeiend spreken - vloeiendheid
= productie van uitingen zonder onderbrekingen of inspanning tegen een hoge snelheid
- -> aantal verzamelingen van vaardigheden die te maken hebben met spraak en taal
- -> vlotte coördinatie tussen spraak, taal en articulatie op synergetische wijze
vloeiend spreken - taalvloeiendheid
= syntactische, semantische, fonologische en pragmatische vloeiendheid
bij stotteren : geen probleem
vloeiend spreken - spraakvloeiendheid
=> resultante van de motorische bekwaamheid (articulatiegedrag, stemgedrag) 3 dimensies - continuïteit - informatiestroom - spraakbeweging - snelheid - inspanning (- ritme)
vloeiend spreken - vaardigheden
3 belangrijke vaardigheden - linguïstische bekwaamheid - motorische bekwaamheid - socio-verbale bekwaamheid onvloeiendheid : 1/meerdere van deze vaardighedne onvoldoende ontwikkeld
vloeiend spreken - definitie stotteren
stoornis waarbij niet enkel een gebrekkige coördinatie en timing van de spraakbewegingen optreedt, maar waarbij motorische bekwaamheid extra onder druk wordt gezet door vereisten van de taalproductie en gebruik van taal in een sociale context
onvloeiend spreken - continuïteit
continu = voorwaarts gebeuren zonder aarzeling of pauzes
verbroken —> informatiestroom onderbroken
- grammaticale pauze
- non-grammaticale pauze
verklaringen
- typisch operant gedrag : onderhevig aan stimuli en consequenties
- informeren van luisteraar
- meer tijd geven ideeën logisch weer te geven
BESLUIT (uit grafieken)
- bij kleuters niet zoveel meer onvloeiendheden als bij 18-jarige
- ontwikkeling in het type discontinuïteit : niet-mature vormen –> verfijnde types
onvloeiend spreken - snelheid
snelheid = duurtijd van de vloeiende uitingen (volwassenen : 6 à 7 seconden) hoe langer de uiting hoe sneller we spreken bepaalde factoren : - lengte van de uiting - type syllabe - situatiekenmerken - model van gesprekspartner - emoties - beklemtoning
onvloeiend spreken - inspanning
- mentale inspanning = plannen van uitingen
- motorische inspanning = inspanning nodig om subglottische druk te doen stijgen en de articulatoren te doen bewegen
–> onder invloed van leeftijd
BESLUIT - zowel cognitieve als emotionele inspanning nodig