broddelen Flashcards

1
Q

differentiaaldiagnostiek : broddelen en stotteren

A

=> stoornis onderscheiden wordt van een andere stoornissen die gepaard gaan met soortgelijke symptomen
zuiver stotteren = onvrijwillige interrupties in de spraak
- herhalingen
- blokkeringen
- verlengingen
=> gevoel van controleverlies
broddelen = verborgen stoornis
- hoge freq normale niet-vloeiendheden, lage freq typische stotter-niet-vloeiendheden
- kan ontwikkelen tot stotteren –> spreekangst t.g.v. negatieve reacties uit omgeving
=> onderzoek : communicatie, spraakmotorische vaardigheden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

definities, begrippen, modellen

A

Weiss : stoornis in de vloeiendheid van communicatie
bijkomend : een stoornis in de taalplanning op linguïstisch of pragmatisch niveau wat leidt tot verminderde natuurlijkheid
werkdefinitie : een stoornis in de vloeiendheid van het spreken waarbij de spreker niet in staat is zijn tempo aan te passen aan de linguïstische of motorische eisen van het moment
SYMPTOMEN
- een hoog en/of onregelmatig articulatietempo
- hogere frequentie niet-vloeiendheden, verschillend van stotteren
- verminderde spraakverstaanbaarheid door overarticulatie en/of oppervlakkige articulatie (telescopie)
- overarticulatie = deletie van syllaben of klanken in multisyllabische woorden = telescopie
TAALAUTOMATISERING EN TEMPO
processen van taalformulering geautomatiseerd –> correcte zinnen produceren binnen hoog tempo
onvoldoende geautomatiseerd –> niet-vloeiendheden, zinsstructuurfouten, fouten in de woordstructuur
bij spraakproductie :
- processen niet binnen beschikbare tijd voltooid
- de planning van beschikbare tijd niet efficiënt gebruikt wordt of er is onvoldoende tijd gepland
bij broddelen :
- hoge communicatietempo lokt taalfouten (problemen verdwijnen –> tempo omlaag)
- meer niet-onvloeiendheden als relatief complexe boodschap voor het eerst geuit dan herhaaldelijk geuit
TAALSTOORNIS OF TAALPROBLEEM
broddelen –> taalprobleem (linguïstische processen wel verworven, maar onder tijdsdruk niet adequaat geproduceerd)
MODEL VAN LEVELT : 3 stappen
- pre-verbale boodschap
- samenstellen van woorden en zinnen
- het uiten van de boodschap
- hoogfrequente structuren
- laagfrequente structuren
FACTOREN DIE HET TEMPO BEÏNVLOEDEN
- taalautomatisering
- aandachtscapaciteit
- spreektempo

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

karakteristieken broddelen

A

kernkarakteristieken :
- hoog articulatietempo = de hoeveelheid fonemen in een uiting per seconde worden geuit, met uitsluiting van pauzes (uitgaan van juiste linguïstische vorm)
- een hoge frequentie normale niet-vloeiendheden
- onjuiste woord- of zinsstructuren
- een onjuist gebruik van pauzes
fonologisch broddelen = de hoogte van het spreektempo wordt onvoldoende aangepast aan de fonologische en/of motorische capaciteit, wat resulteert in telescopie, coalescence en verminderde spraakverstaanbaarheid
syntactisch broddelen = bij een hoog articulatietempo is er onvoldoende aanpassing aan de linguïstische complexiteit, wat resulteert in zinsrevisies, zinsdeelherhalingen en semantische parafrases
signalen van broddelen :
- een hoog articulatietempo
- telescopie/coalescence
- overslaan van kleine woordjes bij lezen, schrijven of auditieve geheugentaken
- semantische of syntactische fouten bij snel spreken of schrijven
- vastlopen van de leesontwikkeling
- meer fouten bij BL dan op basis van intelligentie verondersteld

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

vloeiendheid in lager spreektempo : model van Levelt

A

monitoring op 3 niveaus
- opstellen van de boodschap
- controle en correctie van pre-verbale boodschap
- controleren van spraak- en taalproductie en vergelijken van gesproken taal met bedoelde boodschap
broddelen –> onvolledige herstelreactie op een incorrect fonetisch plan = overt herstel –> pas later ontdekt –> tijdstip optreden herstel bepaalt type niet-vloeiendheid
stotteren = covert herstel –> opgemerkt voor het woord is uitgesproken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

diagnostische markeerders

A

= meetbare karakteristieken die gebruikt worden om personen te classificeren als aangaand door de doelstoornis
voor broddelen :
- ten minste : een te hoog/onregelmatig articulatietempo
- in combinatie met :
- een hoger dan normale frequentie normale niet-vloeiendheden
- een frequente plaatsing van pauze en gebruik van prosodische patronen die niet aan de syntactische en semantische regels voldoen
- een onjuist en geregeld excessieve mate van coarticulatie
=> broddelen : samengaan van bovenstaande symptomen waardoor de mondelinge communicatie verstoord geraakt
=> symptoom geïsoleerd voorkomt –> broddelachtige verschijnselen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

karakteristieken en symptomen

A

HOGER OF ONREGELMATIG ARTICULATIETEMPO
tempo bepalen
- aantal woorden per minuut –> ook pauzes
- aantal lettergrepen per seconde = articulatiesnelheid –> pauzes en niet-vloeiende segmenten weglaten, indicator voor spraakmotorische ontwikkeling, een betere maat voor spraakexecutietijd
tempoverstoringen
- grote hoeveelheid van met name normale niet-vloeiendheden
- frequent gebruik van pauzes of onjuiste prosodische patronen
- overmatige coarticulatie
verstaanbaarheid = als iemand bij een hoog tempo zowel op woord- als op zinsniveau adequaat formuleert (–> niet aangewezen als kenmerk broddelen)
WOORDSTRUCTUUR
bepaalde planningstijd nodig –> te kort :
- fouten lettergreepvolgorde
- fouten lettergreepstructuur
broddelen : articulatiefouten terugvoeren tot planningsfouten –> gevolg van neurologische stoornis
typerend : anticiperende articulatiefouten (spoonerism), moeite met tongbrekers
SPREEKPAUZES
normale duur :
- tussen zinnen 0,5 - 0,1 sec
- tussen woorden : 0,1 - 0,2 sec
belangrijk voor :
- de luisteraar : verwerken van de zin
- de spreker : tijd voor planning van volgende uiting
broddelende spreker : moeite met het aangeven van pauzes en starten van een zin in een tekst zonder leestekens
=> primair : pauzes, secundair gevolg : beperkte verstaanbaarheid
NIET-VLOEIENDHEDEN
broddelde sprekers : 3 keer zoveel als normale sprekers
soorten :
- interjecties
- revisies
- woordherhalingen
- zinsdeelherhalingen
percentage niet-vloeiendheden
- vloeiende sprekers : 9%
- stotterende sprekers : 5%
- percentage > 14% –> hoge frequentie
STOORNISSEN IN DE COMMUNICATIE
verward overkomen
- broddelende spreker : niet goed begrepen en vaak niet bewust van
frustratie
–> bij luisteraar als bij broddelaar
- bij vraag om herhaling van boodschap –> meestal op dezelfde manier herhaald worden
beurtgedrag
- beurt nemen en aan de beurt blijven
- adequaat introduceren en vasthouden van gespreksonderwerpen
–> gevolg : hoog communicatietempo (moeite om voorkennis of informatiebehoefte van de luisteraar in te schatten, spreekdrang
PROSODISCHE PATRONEN
monotonie = te weinig of te oppervlakkige toonhoogteveranderingen
melodische monotonie = voor elke zin hetzelfde intonatiepatroon gebruiken
verkeerde accentuering lettergrepen
nachtkaarseffect

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

factoren die het spreektempo beïnvloeden

A

LINGUÏSTISCHE FACTOREN
- de plek van het woord in de zin
- de complexiteit van de frase
- de lengte van de zin
- het interactietempo
FONETISCHE EN FONOLOGISCHE ASPECTEN
duur van lettergreep, bepaald door :
- lettergreep meerdere consonanten en klinker > lettergreep twee consonanten
- de plaats in het woord
- accentuering lettergreep
- de lengte van het woord
COGNITIEVE ASPECTEN
- mate waarin de spreker vertrouwd is met het ontwerp of het type spreektaak
ZELFBEELD SPREKER
- langzaam : professioneel en zelfverzekerd
- gehaast : gepassonieerd of zenuwachtig
- snel spreekt zonder onvloeiendheden : zeer zelfverzekerd of zelf dominant
PSYCHIATRISCHE, NEUROLOGISCHE EN ENDOCRIENE AANDOENINGEN
verschillende ziektepatronen –> hoger articulatietempo
MOTIVATIE EN EMOTIE
niet voldoende –> tempo lager
LEEFTIJD
heel jonge kinderen zeer oude volwassenen < adolescenten en jongvolwassenen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

diagnostiek - checklist broddelkenmerken en anamnese

A

checklist broddelkenmerken
- PCI = predictive cluttering inventory –> broddelen te onderkennen en waardevolle informatie te verzamelen over linguïstische en/of communicatieve kenmerken
- CBK = checklist broddelkenmerken
tot 10 jaar is diagnose zeer lastig :
- spreektempo te laag
- verschil taalontwikkelingsstoornis
- in adolescentie : fundamentele reorganisatie van het brein
- manifestatie als taalontwikkeling voltooid is
anamnese
- de klacht en de motivatie van de therapievraag
- geboorte en ontwikkeling
- medische geschiedenis
- spraak- en/of taalproblemen in de familie
- leer- en/of opvoedingsproblemen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

onderdelen diagnostisch onderzoek

A

spontane spraak
- algemene observatie
- welke broddelkenmerken
- manier waarop klacht geformuleerd
- spreekstaal 150 woorden –> analyse symptomen
- niet-vloeiendheden –> uitgeschreven spraakstaal minstens 200 woorden
- berekening frequentie niet-vloeiendheden (beperkingen tests : nemen normale niet-vloeiendheden niet mee)
- type niet-vloeiendheden
- ratio niet-vloeiendheden (% normale : % stotter) –> lager dan 1 = stotteren, hoger dan 3 = broddelen, ratio 1 of 2 = combinatie broddelen en stotteren
hardop lezen
- dyslectische component
- klank- en letterangst
- indruk zelfperceptie

  • stotteren : verbetering door adaptie
  • broddelen : verslechtering door concentratieverlies
    navertellen : broddelende sprekers :
  • meer details vertellen
  • moeite met vasthouden grote verhaallijn
  • vertellen evenveel hoofdzaken als stotterende sprekers, maar differentiëren zich door veel bijzaken en ruis
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly