de etiologie van stotteren (D1) Flashcards
het begrip ‘etiologie’ m.b.t. stotteren
etiologie = zowel de factoren die aan de basis liggen van het ontstaan van het stotteren als de factoren die ervoor zorgen dat het initiële stotteren ontwikkelt tot een chronische stotterproblematiek 3 soorten factoren - predisponerende factoren - precipiterende factoren - persisterende factoren soorten theorieën - unidimensionale theorieën - multidimensionale theorieën => stotteren
verschillende theorieën en modellen - algemeen
- stotteren als neurose
- stotteren als communicatiestoornis en ‘Anticipatory struggle behavior’
- stotteren als aangeleerd gedrag
- stotteren als fysiologisch tekort, een neurologisch deficit
- stotteren is multicausaal/multifactorieel
stotteren als neurose
om orale, anale behoeften te bevredigen of als uiting van onderdrukte vijandigheid t.o.v. onderdrukte behoeften
stotteren als communicatiestoornis en ‘Anticipatory Struggle Behavior’
=> persoon stottert omdat hij gelooft dat spreken moeilijk is en dat hij zal falen
- semantogene theorie –> stotteren als een anticipatorische, hypertonische vermijdingsreactie op de normale onvloeiendheden
- puppet study
- lidcombe programma
- Boey
- the anticipatory struggle hypothesis –> aangeleerd gedrag t.g.v. overtuiging die het kind heeft dat spreken moeilijk is
- de continuïteitshypothese –> ontwikkelt als het kind frustratie en falen ervaart bij het spreken
- preparatory set –> langzaam ontwikkelt vanuit de normale aarzelingen en herhalingen die het kind stelt, wordt chronisch als het kind hierop anticipeert, deze vermijdt en spreekvrees ontwikkelt
stotteren als aangeleerd gedrag
=> stotteren gezien als een vermijdingsrespons of als een interactie van minstens 2 soorten aangeleerde reactiewijzen
- approach-avoidance conflict theory –> gezien als een conflict tussen willen spreken en niet willen spreken
- the operant conditioning theory –> spreken is een gedrag dat onder operante beïnvloeding staat. 2 bekrachtigers en 2 bestraffers
- the instrumental avoidance act theory –> op anticipatie, angst en adaptatie gebaseerde aangeleerde respons (reageert op de gevolgen van onvloeidheden –> pogingen onderneemt om te vermijden)
- tweefactorentheorie –> zowel klassieke als operante conditionering een rol spelen
stotteren als een fysiologisch tekort, een neurologisch deficit
= breakdown theories => stotteren gezien wordt als een breakdown in de complexe coördinatie nodig voor vloeiende spraak
=> uitgaan van constitutionele predispositie => predispositie getriggerd wordt door een verminderde fysiologische capaciteit voor spraakcoördinatie in combinatie met psychosociale en omgevingsfactoren die stress induceren
- stuttering as a function of incomplete cerebral dominance –> het onderbreken en/of verstoren vn de hemisfeerdominantie met als gevolg een soort hemisfeerconflict m.b.t. de controle over spraak en taal, vandaar de neuromotorische desorganisatie bij spreken
- stotteren als gevolg van gestoorde feedback –> een stoornis in de ‘monitor’ van het spraakproces, cybernetische dysfunctie
- stotteren als neurofysiologische stoornis
- hormonal theory
- De Nil : stotteren beïnvloed wordt op 3 niveaus
- single subject study
- m.b.t. hersenfunctioneren
- m.b.t. hersenmorfologie
stotteren is multicausaal/multifactorieel
=> stotteren vanuit een samenspel van verschillende factoren
- demands and capacities model
- CALMS
- Erasmus viercomponentenmodel
- revised component model
- stuttering as a psychlinguistic disorder
- psycholinguïstische modellen –> breakdown van het encoderen van syntactische, lexicale, fonologische en suprasegmentele elementen
- covert repair hypothesis –> gevolg van intern monitoringsproces
- communication-emotional model of stuttering