feiten over stotteren (D1) Flashcards
onset van stotteren
80% : voor 5 jaar
68% : tussen 25 & 41 maanden
gemiddelde leeftijd : 3;6 jaar/32 maanden
=> leeftijden zijn representatief voor de snelle groei & ontwikkeling van spraak- en taalvaardigheden
kenmerken van het eerste stotteren
algemeen :
- 56,3-92,4% : geleidelijke onset
- 8,1-45,5% : plotse onset
voorkomen van stotteren
fundamentele problemen - definitieprobleem - stotteren = intermitterend - fenomeen van 'spontaan herstel' gevolg van fundamentele problemen : - onderzoek vaak onvolledig - term voorkomen = reële incidentie (=hoeveel mensen ooit als PS beschouwd werden) - bij longitudinale studies : 0,98-5,19% met gemiddelde 3,1% - Y & A : 5-8% - prevalentie (=personen die stotteren in een bepaalde populatie op een bepaald ogenblik) - hoogst bij jonge kinderen : 1,4% - over totale populatie : 0,72%
het voorkomen van stotteren in families
meer dan gemiddeld voorkomt in families waar stotteren reeds aanwezig is
30-60% van PS heeft iemand in de familie die stottert of gestotterd heeft
meestal mannelijke familieleden –> genetische component
het voorkomen van stotteren met betrekking tot het geslacht
3,4 keer meer jongens
mediaan : 3,1 : 1
prevalentie op het moment van osnet : 1,6 : 1
meisjes beginnen 6 maanden eerder te stotteren dan jongens
spontaan herstel of natuurlijk herstel
spontaan herstel = onderliggende biologische processen verantwoordelijk zijn voor het herstel
natuurlijk herstel = ook invloed van omgevingsfactoren
verschillende biologische factoren die predictief zijn :
- leeftijd : later beginnen, meer kans op persisteren
- geslacht : kans is groter voor meisjes dan voor jongens
- familiale geschiedenis : familiale geschiedenis van herstel –> 65% meer kans
andere predictoren :
- soort en aantal onvloeiendheden