VGT fysiologie Flashcards
Bloeddruk wordt mede bepaald door de perifere vaatweerstand. Welk deel van de systemische circulatie is voornamelijk bepalend voor de perifere vaatweerstand?
Kleine arteriën en arteriolen
Een tekort aan vitamine-D leidt tot hypocalciëmie. Ter compensatie treedt fosfaat¬excretie en calciumreabsorptie op in de nieren. Deze compensatie wordt bewerkstelligd door een stijging van de plasmaconcentratie van het hormoon:
parathormoon.
In een gezonde, volwassen man van ongeveer 75 kg wordt per dag een bepaald volume bloedplasma door de nieren gefiltreerd. Dit volume ligt het dichtst bij:
200 liter per dag
Wat hoor je bij S1?
Begin systole: sluiten van mitralisklep, daarna de tricuspidalisklep
Wat hoor je bij S2?
Begin diastole: sluiten aortaklep, daarna pulmonalisklep.
Wat is de polsdruk?
Verschil tussen systolische bloeddruk en diastolische bloeddruk
Waarbij past een hogere polsdruk?
Stijfheid van de aorta
Toegenomen slagvolume van de linkerventrikel bij aortaklepinsufficiëntie
Waarbij past een lagere polsdruk?
Verminderde linkerventrikelejectiefractie zoals bij hartfalen of bij een aortaklepstenose
Wat is een pulsus paradoxus?
Bloeddrukdaling van meer dan 10 mmHg bij inspiratie, past bij een obstructieve hartziekte, zoals een harttamponade
Hoe bereken je de gemiddelde bloeddruk?
MAP = (SBD + 2*DBD)/3
Wat gebeurt er met de diastole en de systole bij een hogere HF?
Diastole duurt korter, systole hetzelfde
Waar zitten de baroreceptoren?
Sinus carotis en arcus aortae
Welke hartklep ligt meer ventraal?
Pulmonalisklep
Wat is het aangrijpingspunt van calcium in skelet- en hartspiervezels?
Troponine C
Welke cellen in de maag produceren pepsinogeen?
Hoofdcellen
Waarvoor zijn de beta-2 receptoren van de bronchiolen gevoelig?
Adrenaline en noradrenaline
Waartoe leidt sympatische activatie van beta-2 receptoren door noradrenaline en adrenaline?
Bronchodilatatie
Wat zorgt in rust voor bronchostrictie?
Musacrinereceptoren via de parasympathicus
Wat doen type-I pneumocyten en wat doen type-II pneumocyten?
Type-I: vormen groot deel van alveolaire wand en doen diffusie.
Type-II: produceren surfactant.
De V/Q is hoog/laag in de bovenste longvelden en hoog/laag in de onderste longvelden
Hoog in de bovenste longvelden
Laag in de onderste longvelden
Toegenomen/afgenomen compliantie bij COPD?
Toegenomen
Normale GFR?
120 ml/min
Wat voor invloed hebben prostaglandines op de GFR?
Dilatatie afferente vat
Hoe zorgen NSAIDs voor mindere nierfunctie?
Remmen plostaglandinesyntehse waardoor afferente vat minder dilateert
Wat is het doel van RAAS?
Reguleren bloeddruk
Hoe werkt RAAS globaal?
- Verminderd aanbod bloed aan afferente arteriool
- Renine wordt afgegeven aan bloed en splitst angiotensinogeen tot angiotensine I.
- Angiotensine I wordt omgezet door ACE tot angiotensine II.
- Angiotensine II werkt als vasoconstrictor en als stimulator van bijnierschors om aldosteron af te geven.
- Aldosteron activeert epitheelcellen in verzamelbuizen voor inbouw van natriumkalium transporters. Hierdoor nog meer natrium en water geresorbeerd waarbij kalium wordt uitgescheiden
Wat kan het RAAS systeem activeren?
Lage bloeddruk (minder toevoer glomerulus) en een hyponatriëmie of hyperkaliëmie