Verbintenissen uit rechtsfeiten Flashcards

1
Q

Verbintenissen uit rechtsfeiten:

A
  1. oneigenlijke overeenkomst

2. onrechtmatige daad

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Verbintenissen uit rechtsfeiten: 1. verbintenissen uit oneigenlijke overeenkomsten: begrip en soorten

A

Oneigenlijke overeenkomsten of quasi-contracten zijn vrijwillige handelingen waaruit, buiten enige overeenkomst om, verbintenissen ontstaan jegens een derde en soms een wederzijdse verbintenis voor beide partijen.

=> Verbintenissen die ontstaan zonder dat er een overeenkomst aan is vooraf gegaan

Soorten: 3 oneigenlijke overeenkomsten:

a. zaakwaarneming
b. onverschuldigde betaling
c. verrijking zonder oorzaak

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Verbintenissen uit rechtsfeiten: 1. verbintenissen uit oneigenlijke overeenkomsten: begrip en soorten: a. zaakwaarneming: wettelijke basis

A

‘Wanneer iemand vrijwillig eens anders zaak waarneemt hetzij met, hetzij buiten weten van de eigenaar, verbindt hij zich stilzwijgend om de door hem begonnen zaakwaarneming voort te zetten en die te voltooien, totdat de eigenaar in staat is zelf daarin te voorzien, hij moet zich evenement belasten met alles wat bij diezelfde zaak behoort. Hij onderwerpt zich aan alle verplichtingen die zouden ontstaan uit een uitdrukkelijke lastgeving die hij van de eigenaar zou hebben gekregen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Verbintenissen uit rechtsfeiten: 1. verbintenissen uit oneigenlijke overeenkomsten: begrip en soorten: a. zaakwaarneming: begrip

A

Zaakwaarneming ontstaat wanneer iemand vrijwillig, maar niet uit vrijgevigheid of eigenbelang, de zaken van iemand anders (‘de meester van de zaak’) behartigt. Of die meester van de zaak daarvan op de hoogte is of niet doet niet ter zake. Van belang is wel dat de tussenkomst van de zaakwaarnemers vrijwillig gebeurt, dit wil zeggen zonder dat de zaakwaarnemer door een wet of contract verplicht wordt om te handelen.

bv. Een zorgzaam persoon, zonder dat daarvoor afspraken van gemaakt zijn, laat na een zware storm, de kelder van zijn buren die op vakantie zijn leegpompen om grotere waterschade te voorkomen.

Het gevolg van de tussenkomst van de zaakwaarnemer is dat er verbintenissen ontstaan in hoofde van de meester van de zaak. Die zal immers verplicht worden de zaakwaarnemer te vergoeden voor alle nuttige en noodzakelijke kosten die de zaakwaarnemer heeft gemaakt. Maar ook aan de zijde van de zaakwaarnemer zullen verbintenissen ontstaan. Zo zal de zaakwaarnemer verplicht zijn om de zaakwaarneming voort te zetten tot de meester van de zaak de verantwoordelijkheid opnieuw kan overnemen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Verbintenissen uit rechtsfeiten: 1. verbintenissen uit oneigenlijke overeenkomsten: begrip en soorten: a. zaakwaarneming: toepassingsvoorwaarden (4)

A
  • De zaakwaarneming moet gebeuren in het belang van andermans zaak (de meester van de zaak), niet inzet belang van de zaakwaarnemer.
  • De tussenkomst van de zaakwaarnemer moet vrijwillig gebeuren: er mag op de zaakwaarnemer geen wettelijke of contractuele plicht rusten om de handeling te verrichten. In deze voorwaarde schuilt het verschil met de lastgeving. Lastgeving is immers een contract waarbij doelbewust aan iemand een vertegenwoordigingsbevoegdheid wordt toevertrouwd.
  • Er mag in de hoofde van de zaakwaarnemer geen schenkingsoogmerk zijn: de handelingen mogen niet uit vrijgevigheid gesteld zijn.
  • De tussenkomst van de zaakwaarnemer is noodzakelijk: dit impliceert onder meer dat de meester van de zaak zelf niet bij machte is om te handelen en dat er daadwerkelijk nood is aan een onmiddellijk optreden .
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Verbintenissen uit rechtsfeiten: 1. verbintenissen uit oneigenlijke overeenkomsten: begrip en soorten: a. zaakwaarneming: gevolgen

A

Uit de zaakwaarneming vloeien voor beide betrokkenen verbintenissen voort.

De zaakwaarnemer moet in het kader van de zaakwaarneming optreden zoals een goede huisvader (artikel 1374 BW). Hij moet de zaakwaarneming voortzetten tot de eigenaar zelf in staat is om de zaak terug over te nemen. Aan het einde van de zaakwaarneming moet hij bovendien verantwoording kunnen geven voor de sommen die hij terugvordert.

De meester van de zaak moet op zijn beurt de verbintenissen nakomen die in zijn naam door de zaakwaarnemer tov derden werden aangegaan. Deze vloeit rechtstreek voort uit de wet 1375 BW. De meester van de zaak is tot de nakoming van verbintenissen verplicht, zonder dat hij deze eerst moet bekrachtigen. De meester moet daarenboven de zaakwaarnemer schadeloos stellen voor de persoonlijke verbintenissen die hij is aangegaan of de schade die hij zelf heeft geleden. Hij moet tot slot alle nuttige of noodzakelijke uitgaven die de zaakwaarnemer deed vergoeden. Die laatste vergoedingsplicht vormt uiteraard de grootste bron van discussies.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Verbintenissen uit rechtsfeiten: 1. verbintenissen uit oneigenlijke overeenkomsten: begrip en soorten: b. onverschuldigde betaling: begrip

A

De tweede door het Burgerlijk Wetboek voorziene oneigenlijke overeenkomst is de onverschuldigde betaling. Artikel 1235, eerste lid BW stelt dat datgene wat betaald is zonder verschuldigd te zijn, kan worden teruggevorderd. Artikel 1376 BW sluit daarbij aan door diegene die iets ontvangen heeft wat hem niet verschuldigd was, op te dragen datgene wat hij ten onrechte kreeg terug te geven. Deze artikels vormen de basis voor de rechtsfiguur van de onverschuldigde betaling.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Verbintenissen uit rechtsfeiten: 1. verbintenissen uit oneigenlijke overeenkomsten: begrip en soorten: b. onverschuldigde betaling: toepassingsvoorwaarden: twee grote

A
  • Er moet een betaling gebeurd zijn. De term betaling wordt hier in ruime zin gebruikt: vereist dat er een geldsom of een bepaald goed wordt overgedragen.
  • De betaling moet daarenboven onverschuldigd zijn. De redenen daarvoor kunnen zeer divers zijn: bijvoorbeeld omdat er nooit een schuld was, omdat de schuld al betaald is of door schuldvergelijking teniet is gegaan, omdat te veel betaald werd, omdat aan of door de verkeerde betaald werd, …
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Verbintenissen uit rechtsfeiten: 1. verbintenissen uit oneigenlijke overeenkomsten: begrip en soorten: b. onverschuldigde betaling: toepassingsvoorwaarden: gevolgen

A

Dat wat onverschuldigd betaald is, kan worden teruggevorderd. De omvang van wat teruggegeven moet worden, varieert echter naargelang de ontvanger van de onverschuldigde betaling al dan niet ter goeder trouw was. Zo zal diegene die welbewust een geldsom ontvangt waar hij geen geld op heeft, niet alleen de geldsom zelf, maar ook de interesten moet terugbetalen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Verbintenissen uit rechtsfeiten: 2. Verbintenissen uit onrechtmatige daad: soorten aansprakelijkheid

A

A. Burgerrechtelijke aansprakelijkheid: In het burgerlijk recht betekent aansprakelijkheid dat een persoon met zijn vermogen moet instaan voor de nadelige gevolgen die anderen ondervinden door een bepaalde handeling of voorval. Binnen het burgerlijk recht onderscheidt men twee soorten burgerrechtelijke of civielrechtelijke aansprakelijkheid:

(i) de contractuele aansprakelijkheid: de aansprakelijkheid van een contractpartij wanneer zij tekortschiet in de uitvoering van een overeenkomst
(ii) de buitencontractuele aansprakelijkheid: Alle gevallen waarin er schade ontstaat tussen twee partijen die geen contractuele band hebben.

B. Strafrechtelijke aansprakelijkheid: De burgerrechtelijke aansprakelijkheid moet onderscheiden worden van de strafrechtelijke aansprakelijkheid, die ontstaat wanneer iemand opzettelijk of onopzettelijk (naargelang de delictsomschrijving) een norm overtreedt die door de wetgever strafbaar is gesteld.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Verbintenissen uit rechtsfeiten: 2. Verbintenissen uit onrechtmatige daad: soorten aansprakelijkheid: Relevantie van het onderscheid

A

Strafrechtelijke aansprakelijkheid situeert zich in de publiekrechtelijke sfeer. Wanneer iemand zich schuldig maakt aan een misdrijf zal de strafrechtelijke vervolging door de overheid gebeuren. Strafrechtelijke aansprakelijkheid zal leiden tot de sancties die in de wet zijn voorzien, waaronder de meest bekende de gevangenisstraf en de geldboete zijn.

Burgerrechtelijke aansprakelijkheid situeert zich in de private sfeer. De overheid zal zich niet mengen in de sanctionering van burgerrechtelijke ‘fouten’. Gaat het om een contractuele fout, dan heeft de benadeelde - in het beginsel nadat hij zijn wederpartij heeft aangemaand - de keuze tussen een heel arsenaal remedies. Gaat het om een buitencontractuele aansprakelijkheid, dan zal de aansprakelijke bijna altijd een schadevergoeding moeten betalen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Verbintenissen uit rechtsfeiten: 2. Verbintenissen uit onrechtmatige daad: soorten aansprakelijkheid: SCHEMA

A

Aansprakelijkheid:

  1. Burgerrechtelijke aansprakelijkheid: a. contractueel b. buitencontractuele
  2. Strafrechtelijke aansprakelijkheid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Verbintenissen uit rechtsfeiten: 2. Verbintenissen uit onrechtmatige daad: soorten aansprakelijkheid: samenloop: combinatiemogelijkheden van al deze vormen van aansprakelijkheid

A

Strafrechtelijke en burgerrechtelijke aansprakelijkheid kunnen gecombineerd worden.

Maar contractuele en buitencontractuele aansprakelijkheid kunnen niet samen worden toegepast; tussen contractpartijen moeten de regels van contractuele aansprakelijkheid worden toegepast.

Schemaatje p. 174.

Bv. Een schilder laat tijdens schilderwerken in een garage per ongeluk een pot verf vallen op enkele auto’s die in de garage tentoongesteld zijn. Kan de benadeelde garagehouder dan kiezen op welke vorm van aansprakelijkheid hij zijn vordering van schadevergoeding wenst te steunen? Aangezien er principieel geen cumul (samenloop) mag zijn tussen de contractuele en de buitencontractuele aansprakelijkheid, is het antwoord ontkennend. De benadeelde garagehouder zal dus een vordering moeten instellen op grond van een contractuele wanprestatie. Hij kan geen vordering tot schadevergoeding instellen op grond van foutaansprakelijkheid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Verbintenissen uit rechtsfeiten: 2. Verbintenissen uit onrechtmatige daad: soorten aansprakelijkheid: samenloop: combinatiemogelijkheden van al deze vormen van aansprakelijkheid: Samenloop kan wel in uitzonderlijke gevallen wanneer:

A
  • de fout niet alleen een contractuele wanprestatie is, maar tezelfdertijd ook een schending van de zorgvuldigheidsplicht uitmaakt en daarenboven (cumulatief)
  • de fout andere dan aan de slechte uitvoering te wijten schade heeft veroorzaakt

=> Slechts geldig bij sprake van misdrijf
=> De benadeelde zal een moeilijk bewijs moeten leveren
=> Wnr benadeelde slaagt in bewijs kan hij zijn vordering op beide rechtsgronden steunen
=> Dit wil niet zeggen dat hij twee keer een vergoeding kan krijgen
=> Een benadeelde kan immers maximaal één keer volledig vergoed worden voor dezelfde schade, op welke rechtsgrond zijn vordering ook steunt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Verbintenissen uit rechtsfeiten: 2. Verbintenissen uit onrechtmatige daad: soorten aansprakelijkheid: praktisch: bepaling van de aansprakelijkheidsgrond

A

Omwille van de principiële voorrang van de contractuele aansprakelijkheid op de buitencontractuele aansprakelijkheid, is het zeer belangrijk om bij het oplossen van een concrete casus uit te maken tussen welke bij het aansprakelijkheidsvoorval betrokken personen een contractuele band bestaat en of deze contractuele band van belang is voor de beoordeling van het aansprakelijkheidsvoorval.

Bij dergelijke oefening kan je alle betrokken personen in een schema zetten en met lijnen of pijlen aan merken tussen welke personen een relevante contractuele band bestaat.

De regels mbt buitencontractuele aansprakelijkheid zullen dan vooral van belang zijn om de aansprakelijkheid te beoordelen van bij het aansprakelijkheidsvoorval betrokken personen die niet contractueel verbonden zijn met het slachtoffer (en, zij het uitzonderlijk, in de hypotheses waar cumul tussen contractuele en buitencontractuele aansprakelijkheid mogelijk is)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Verbintenissen uit rechtsfeiten: 2. Verbintenissen uit onrechtmatige daad: soorten aansprakelijkheid: praktisch: bepaling van de aansprakelijkheidsgrond: co-existentie

A

Een andere vraag dan of er samenloop mogelijk is, is

  1. de vraag of een benadeelde op grond van eenzelfde gebeurtenis meerder personen kan aanspreken en
  2. of meerdere benadeelden op grond van eenzelfde gebeurtenis één persoon kunnen aanspreken op grond van eenzelfde of verschillende aansprakelijkheidsregimes (actieve co-existentie).
17
Q

Verbintenissen uit rechtsfeiten: 2. Verbintenissen uit onrechtmatige daad: soorten aansprakelijkheid: praktisch: bepaling van de aansprakelijkheidsgrond: co-existentie: 1. passieve co-existentie: schema’s p. 176

A

Passieve co-existentie:

  1. Stel er is een benadeelde
    en
  2. Er is een schadeveroorzaker en medecontractant
  3. Er is nog een andere schadeveroorzaker maar een derde

=> De benadeelde kan de medecontractant (2.) een vordering vragen op basis van contractuele grondslag
=> De benadeelde kan de derde (3.) een vordering vragen op basis van buitencontractuele grondslag.

18
Q

Verbintenissen uit rechtsfeiten: 2. Verbintenissen uit onrechtmatige daad: soorten aansprakelijkheid: praktisch: bepaling van de aansprakelijkheidsgrond: co-existentie: 2. Actieve co-existentie: schema’s p. 176

A

Actieve co-existentie:

  1. Stel er is een benadeelde 1 (medecontractant)
  2. Er is nog een andere benadeelde 2 (derde)
  3. En er is een schadeveroorzaker

=> Benadeelde 1 (medecontractant) kan een vordering doen op basis van contractuele grondslag
=> Benadeelde 2 kan een vordering doen op basis van buitencontractuele grondslag

19
Q

Verbintenissen uit rechtsfeiten: 2. Verbintenissen uit onrechtmatige daad: soorten aansprakelijkheid: praktisch: bepaling van de aansprakelijkheidsgrond: co-existentie: 2. Actieve co-existentie: uitzondering waarbij het uitzonderlijk toch niet toegestaan is dat de benadeelde alle schadeveroorzakers aansprakelijk stelt

A

Een situatie waarbij een contractant niet enkel en alleen zijn medecontractant maar ook de hulppersonen ingeschakeld door de medecontractant buitencontractueel aansprakelijk zou willen stellen.

bv. Een bouwheer wordt geconfronteerd met uitvoeringsfouten bij een aannemingswerk. De bouwheer kan uiteraard de hoofdaannemer (zijn medecontractant) aansprakelijk stellen op contractuele grondslag, ook voor fouten die gemaakt zouden zijn door een onderaannemer van een hoofdaannemer. De fouten van de onderaannemer worden immers rechtstreeks toegerekend aan de hoofdaannemer. Het is de bouwheer niet toegestaan om de onderaannemer van zijn hoofdaannemer (met welke de onderaannemer de bouwheer uiteraard geen contract heeft) aansprakelijk te stellen op buitencontractuele grondslag.

20
Q

Verbintenissen uit rechtsfeiten: 2. Verbintenissen uit onrechtmatige daad: soorten aansprakelijkheid: praktisch: bepaling van de aansprakelijkheidsgrond: co-existentie: 2. Actieve co-existentie: uitzondering waarbij het uitzonderlijk toch niet toegestaan is dat de benadeelde alle schadeveroorzakers aansprakelijk stelt: uitzondering op de uitzondering:

A

De contractant kan de hulppersonen ingeschakeld door zijn medecontractant uitzonderlijk toch aansprakelijk stellen op buitencontractuele grondslag wanneer:

  • de fout niet alleen een contractuele wanprestatie is, maar tezelfdertijd ook een schending van de zorgvuldigheidsplicht uitmaakt
  • en daarenboven (cumulatief) de fout andere dan aan de slechte uitvoering te wijten schade heeft veroorzaakt

=> Slecht aan de orde wanneer er sprake is van een misdrijf in hoofde van de onderaannemer
=> Dit is dus de situatie waar uitzonderlijk een cumul tussen contractuele en buitencontractuele vordering mogelijk is

bv. Een bouwheer belast een aannemer met de volledige renovatie van zijn woning (inbegrepen het schilderen van de muren). Voor de schilderwerken schakelt de hoofdaannemer een onderaannemer-schilder in. Furieus omdat hij niet tijdig betaald werd voor zijn werk (door de hoofdaannemer), giet de schilder een pot verf uit over een eikenhouten trap. De schade is enorm. De bouwheer kan voor deze schade de hoofdaannemer aansprakelijk stellen op contractuele grondslag en uitzonderlijk ook de onderaannemer op buitencontractuele grondslag. In casu is er immers sprake van een misdrijf (opzettelijke beschadiging van andermans onroerende eigendommen.

21
Q

Verbintenissen uit rechtsfeiten: 2. Verbintenissen uit onrechtmatige daad: burgerrechtelijke aansprakelijkheid: B. Buitencontractuele aansprakelijkheid: overzicht van de buitencontractuele aansprakelijkheidsregimes: wettelijk kader

A

Artikels 1382 t.e.m. 1386 BW => Aansprakelijkheid op grond van onrechtmatige daad.

22
Q

Verbintenissen uit rechtsfeiten: 2. Verbintenissen uit onrechtmatige daad: burgerrechtelijke aansprakelijkheid: B. Buitencontractuele aansprakelijkheid: overzicht van de buitencontractuele aansprakelijkheidsregimes: basisprincipe

A

Het basisartikel: artikel 1382 en artikel 1383: breidt aansprakelijkheid uit tit de schade die men door nalatigheid of onvoorzichtigheid heeft veroorzaakt.

Het recht legt namelijk aan elke burger een zorgvuldigheidsplicht op. Wie die overtreedt en daardoor schade veroorzaakt, krijgt een verbintenis tot schadevergoeding opgelegd

Om vergoeding te krijgen voor de schade moet het slachtoffer een drievoudig bewijs kunnen leveren:

  1. Diegene die wordt aangesproken heeft een fout, nalatigheid of onzorgvuldigheid begaan.
  2. Het slachtoffer heeft daardoor schade geleden.
  3. De schade is het gevolg van de fout, nalatigheid of onzorgvuldigheid: er is dus een oorzakelijk verband tussen de fout en de schade.

=> Als één van die drie voorwaarden niet kan worden aangetoond, dan zal de aansprakelijkheid geen toepassing vinden.

bv. Een chauffeur heeft net zijn wagen geparkeerd en opent zonder nadenken zijn portier. Een voorbijfietsende vrouw wordt verrast door het bruuske openzwaaien van de deur, verliest haar evenwicht en komt ten val. Zij breekt daarbij een arm. Om vergoed te worden voor deze schade zal de dame moeten aantonen dat de chauffeur inderdaad een fout of onvoorzichtigheid heeft begaan (het plots openen van de deur), dat zij schade heeft geleden (de gebroken arm- en dat de schade een gevolg was van het gedrag van de chauffeur. Wanneer de vrouw er in de zelfde situatie alleen met de schrik vanaf komt, zal zij geen schadevergoeding kunnen eisen: alleen wie daadwerkelijk schade lijdt, komt voor vergoeding in aanmerking.

23
Q

Verbintenissen uit rechtsfeiten: 2. Verbintenissen uit onrechtmatige daad: burgerrechtelijke aansprakelijkheid: B. Buitencontractuele aansprakelijkheid: overzicht van de buitencontractuele aansprakelijkheidsregimes: persoonlijke aansprakelijkheid versus kwalitatieve aansprakelijkheid

A

a. De klassieke aansprakelijkheid op grond van artikel 1382 en 1383 BW is een persoonlijke aansprakelijkheid. Zij steunt op de eigen fout van de betrokkene.
b. Daarnaast zijn er nog een aantal situaties waarin een persoon aansprakelijk gesteld kan worden omwille van schade die is aangericht door een andere persoon, zaak of dier waarvoor zij instaat. Men is dan aansprakelijk omwille van zijn hoedanigheid, als verantwoordelijke voor een andere persoon, zaak of een dier. = kwalitatieve aansprakelijkheid

het gaat om:

  • de aansprakelijkheid van ouders voor de foutieve gedragingen van hun minderjarige kinderen (artikel 1384 BW, tweede lid)
  • de aansprakelijkheid van aanstellers voor de fouten van hun aangestelde (artikel 1384, derde lid BW)
  • de aansprakelijkheid van onderwijzers en ambachtslieden voor de foutieve gedragingen van hun leerlingen en leerjongens (artikel 1384 BW, vierde lid)
  • de aansprakelijkheid voor schade veroorzaakt door zaken (artikel 1384, eerste lid BW), dieren (artikel 1385 BW) en gebouwen (1386 BW) die men onder zijn bewaring heeft.
24
Q

Verbintenissen uit rechtsfeiten: 2. Verbintenissen uit onrechtmatige daad: burgerrechtelijke aansprakelijkheid: B. Buitencontractuele aansprakelijkheid: overzicht van de buitencontractuele aansprakelijkheidsregimes: foutaansprakelijkheid versus objectieve aansprakelijkheid

A

a. De klassieke vormen van buitencontractuele aansprakelijkheid vertrekken vanuit een fout. Men spreekt dan over foutaansprakelijkheid of aansprakelijkheid uit onrechtmatige daad of aquiliaanse aansprakelijkheid.

=> Het slachtoffer moet aantonen dat het schade heeft geleden door een bepaalde gedraging van de aangesprokene.

b. Een aantal bijzondere aansprakelijkheidsregimes: die vertrekken van de = objectieve aansprakelijkheid (ook wel ‘foutloze’ aansprakelijkheid genoemd). Het gaat om gevallen waarin een persoon aansprakelijk gesteld kan worden zonder dat een schadelijder het bewijs van een fout moet leveren.
bv. De Wet Productaansprakelijkheid. Deze wet stelt de producent van een goed aansprakelijk voor alle schade die wordt veroorzaakt door een gebrek in dit goed. De benadeelde moet daarbij niet bewijzen dat de producent een fout heeft begaan.
bv. Zwakke weggebruikers (voetgangers, fietsers en passagiers) die gewond raken in een verkeersongeval met een motorrijtuig worden vergoed door de WAM-verzekeraar van de bestuurder, zonder dat de fout van de bestuurder van het motorrijtuig bewezen moet worden.

25
Q

Verbintenissen uit rechtsfeiten: 2. Verbintenissen uit onrechtmatige daad: burgerrechtelijke aansprakelijkheid: B. Buitencontractuele aansprakelijkheid: Aansprakelijkheid voor eigen foutieve daad, nalatigheid of onvoorzichtigheid: wettelijke basis

A

Artikel 1382 BW: Elke daad van de mens waardoor aan een ander schade wordt veroorzaakt, verplicht degene door wiens schuld de schade is ontstaan, deze te vergoeden.

Artikel 1383 BW: Ieder is aansprakelijk niet alleen voor de schade welke hij door zijn daad, maar ook voor die welke hij door zijn nalatigheid of door zijn onvoorzichtigheid heeft veroorzaakt.

26
Q

Verbintenissen uit rechtsfeiten: 2. Verbintenissen uit onrechtmatige daad: burgerrechtelijke aansprakelijkheid: B. Buitencontractuele aansprakelijkheid: Aansprakelijkheid voor eigen foutieve daad, nalatigheid of onvoorzichtigheid: Objectief en subjectief element

A

De aansprakelijkheid voor eigen foutieve, actieve daad, nalatigheid of onvoorzichtigheid vereist de cumulatieve aanwezigheid van twee elementen:

A. Een objectief element: een persoon heeft een onrechtmatige daad begaan
B. Een subjectief element: deze persoon (de schadeverwekker) is schuldbekwaam en de schade kan hem worden toegerekend

27
Q

Verbintenissen uit rechtsfeiten: 2. Verbintenissen uit onrechtmatige daad: burgerrechtelijke aansprakelijkheid: B. Buitencontractuele aansprakelijkheid: Aansprakelijkheid voor eigen foutieve daad, nalatigheid of onvoorzichtigheid: Objectief en subjectief element: A. Een onrechtmatig objectief element

A

=> Een foutieve actieve daad, nalatigheid of onvoorzichtigheid: de buitencontractuele aansprakelijkheid veronderstelt een objectief element: de schadewekker moet een onrechtmatigheid hebben begaan: het kan gaan om een actieve daad (artikel 1382 BW) maar ook om een nalatigheid of een onvoorzichtigheid (artikel 1383 BW)

Het slachtoffer zal in het kader van een vordering tot schadevergoeding steeds moeten aantonen dat zijn schade door een foutieve handeling nalatigheid of onvoorzichtigheid van de ander is ontstaan. Niemand is aansprakelijk voor schade die toevallig of door overmacht is ontstaan.

28
Q

Verbintenissen uit rechtsfeiten: 2. Verbintenissen uit onrechtmatige daad: burgerrechtelijke aansprakelijkheid: B. Buitencontractuele aansprakelijkheid: Aansprakelijkheid voor eigen foutieve daad, nalatigheid of onvoorzichtigheid: Objectief en subjectief element: A. Een onrechtmatig objectief element: twee vormen van onrechtmatigheid

A

=> twee vormen van onrechtmatigheid die tot persoonlijke aansprakelijkheid kunnen leiden:

(i) het overtreden van de wet: elke overtreding of reglementaire norm waarin een bepaalde gedraging geboden of verboden wordt, geldt automatisch als een onrechtmatigheid in de zin van artikels 1382 BW en 1383 BW.
(ii) het overtreden van de algemene zorgvuldigheidsnorm: van een onrechtmatigheid in de zin van artikel 1382 en 1383 BW is ook sprake bij elke inbreuk op de ongeschreven regel volgens dewelke iedereen zich moet gedragen zoals een normaal vooruitziende en zorgvuldige persoon = een goede huisvader, zich in dezelfde situatie zou gedragen.
bv. Een turnlerares organiseert een hindernissenparcours tijdens de turnles, waarbij twee leerlingen een medeleerling moeten helpen om over de bok te springen. Ondertussen helpt de lerares op een andere plaats in de turnzaal de leerlingen die een andere oefening uitvoeren. Een leerlinge komt ten val bij een sprong over de bok en raakt daarbij gewonde. De rechter zal moeten nagaan of de lerares onvoorzichtig handelde door de begeleiding van de turnoefening aan de bok aan leerlingen over te laten.