Deel 2: Inleiding: kennen Flashcards

1
Q

Kenmerk: Een verbintenis ontstaat krachtens de wet: onderverdeling

A
  1. Verbintenissen uit rechtshandelingen: doelbewust aangegaan door 1 of meerdere personen
  2. Verbintenissen uit rechtsfeiten: Verbintenissen komen tot stand zonder dat ze doelbewust zijn nagestreefd door de betrokkenen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Kenmerk Een verbintenis ontstaat krachtens de wet: onderverdeling: 1. Verbintenissen uit rechtshandelingen

A

Rechtshandelingen zijn handelingen die bewust gesteld worden met het oog op het creëren van welbepaalde rechtsgevolgen.

Twee soorten rechtshandelingen:

A. Meerzijdige rechtshandelingen
B. Eenzijdige rechtshandelingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Kenmerk: Een verbintenis ontstaat krachtens de wet: onderverdeling: 1. Verbintenissen uit rechtshandelingen: A. Meerzijdige rechtshandelingen:

A

De overeenkomst als bron van de verbintenis.

Meerzijdige rechtshandelingen ontstaan in samenspraak tussen twee of meer personen.

Bv. een overeenkomst: een akkoord tussen min. twee personen, met de bedoeling om juridische gevolgen tussen hen te laten ontstaan: een koopovereenkomst, een huurovereenkomst, een leningsovereenkomst, …

!!! Overeenkomst en verbintenis zijn geen synoniemen voor elkaar !!! De overeenkomst is één mogelijke bron van verbintenissen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Kenmerk: Een verbintenis ontstaat krachtens de wet: onderverdeling: 1. Verbintenissen uit rechtshandelingen: B. Eenzijdige rechtshandeling:

A

De eenzijdige wilsuiting als bron van verbintenissen.

Bv. Als een supermarktketen een actie lanceert waarbij ze tijdelijk smartphones aan heel aantrekkelijke prijzen te koop aanbiedt, is dat geen vrijblijvende belofte. De supermarkt is verplicht om dit aanbod tijdens een redelijke termijn te handhaven. Zij heeft zich daartoe verbonden door een eenzijdige wilsuiting.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Kenmerk: Een verbintenis ontstaat krachtens de wet: onderverdeling: 2. Verbintenissen uit rechtsfeiten:

A

Verbintenissen die ontstaan zonder dat de betrokken personen die bewust hebben nagestreefd.

Twee soorten verbintenissen uit rechtsfeiten:

A. Verbintenissen uit oneigenlijke overeenkomst
B. Verbintenissen uit onrechtmatige daad

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Kenmerk: Een verbintenis ontstaat krachtens de wet: onderverdeling: 2. Verbintenissen uit rechtsfeiten:
A. Verbintenissen uit ongelijke overeenkomst

A

Synoniem: quasi-contracten

Geheel vrijwillige daden van de mens, waaruit enige verbintenis ontstaat jegens een derde, en soms een wederzijdse verbintenis voor beide partijen.

Situaties waarin een persoon (zonder dat hij daar wettelijk of contractueel toe verplicht is) een handeling stelt die een andere persoon ten goede komt.

3 soorten:
X. Zaakwaarneming
X. Onverschuldigde betaling
X. Verrijking zonder oorzaak

bv. Als je loon per ongeluk twee keer wordt uitbetaald, mag je dat extraatje niet bijhouden. Er is dan sprake van een onverschuldigde betaling en er ontstaat de verplichting om datgene wat je te veel ontving, terug te betalen aan diegene van wie je het ontvangen hebt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Kenmerk: Een verbintenis ontstaat krachtens de wet: onderverdeling: 2. Verbintenissen uit rechtsfeiten:
B. Verbintenissen uit onrechtmatige daad

A

Een verbintenis uit onrechtmatige daad ontstaat wanneer een persoon onrechtmatig handelt en daardoor - al dan niet opzettelijke - schade berokkent.

(Artikels 1382 & 1383) : Leggen iedereen die door een eigen foutieve daad, nalatigheid of onvoorzichtigheid schade toebrengt aan een andere persoon de verbintenis op om deze schade te vergoeden.

Bv. Je botst al rijdend, in een moment van onoplettendheid, met je voertuig tegen het stilstaande voertuig voor je. Door de botsing wordt schade aan het voertuig veroorzaakt. Je zult die schade moeten vergoeden.

(Artikels 1384 t.e.m. 1386): Zeggen dat personen ook kwalitatief aansprakelijk zijn voor andere personen waarvoor zij instaan of voor zaken en dieren die zij onder zich hebben. Wanneer deze personen, zaken of dieren schade veroorzaken aan andere personen, zal er opnieuw een verbintenis ontstaan om deze schade te vergoeden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Er zijn dus 4 grote bronnen van verbintenissen: SCHEMA

A

Verbintenissen ontstaan uit:

  1. Rechtshandelingen:
    A. Eenzijdige rechtshandelingen (=eenzijdige wilsuitingen) bv. Fietsenactie Colruyt
    B. Meerzijdige rechtshandelingen (=overeenkomsten) bv. huurovereenkomst
  2. Rechtsfeiten (= die geen rechtshandelingen zijn):

A. Oneigenlijke overeenkomsten (=quasi-contracten) bv. 2 x loon betaald
B. Onrechtmatige daad bv. Eigen hond bijt vrouw

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Kenmerk: Een verbintenis heeft in geld waardeerbare aanspraken tot voorwerp

A

Dat impliceert niet dat het voorwerp van de verbintenis steeds de betaling van een geldsom moet zijn, maar wel dat het voorwerp in geld gewaardeerd moet kunnen worden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

SCHEMA

  1. Kenmerk: Een verbintenis is afdwingbaar
  2. Niet-afdwingbare engagementen of afspraken
A
  1. Een schuldenaar die zijn verbintenissen niet vrijwillig nakomt, zal, desnoods door een rechter, tot naleving gedwongen kunnen worden.

Essentieel kenmerk van verbintenissen!

Onderscheidt hen van niet-afdwingbare engagementen of afspraken en van de bijzonde categorie van de natuurlijke verbintenissen.

  1. Louter vriendschappelijke of morele engagementen of afspraken die niet juridisch afdwingbaar zijn.
    bv. Het aanvaarden van het meterschap over een kind leidt niet tot afdwingbare verplichtingen, hoogstens tot de morele verplichting om dit kind op zijn verjaardag een cadeau te geven.
    bv. Gentlemen’s agreement: Bevat afspraken waarvan de betrokken partijen bewust willen dat ze niet juridisch afdwingbaar zouden zijn. De partij die zich niet houdt aan een gentlemen’s agreement lijdt hoogstens aan gezichtsverlies. In 1 opzicht is het dus wel juridisch afdwingbaar: dat het niet juridisch afdwingbaar is.
  2. Natuurlijke verbintenissen:

Tussenvorm tussen volstrekt niet-afdwingbare afspraken en juridisch afdwingbare verbintenissen.

Een natuurlijke verbintenis is een verplichting die niet in rechte afdwingbaar is, maar, zodra zij vrijwillig is uitgevoerd, kan de geleverde prestatie niet teruggevorderd worden.

Bij een natuurlijke verbintenis ontstaat dus pas in tweede orde een juridische afdwingbare afspraak. De begunstigde van de natuurlijke verbintenis kan in rechte afdwingen dat hij niet moet teruggeven wat hij ontvangen heeft. Op degene die de natuurlijke verbintenis vrijwillig uitgevoerd heeft, rust aldus een verbintenis om niet te doen (na te laten).

Bv. Een gokschuld is in de regel een natuurlijke verbintenis. De schuldeiser van de gokschuld kan de betaling niet voor de rechter afdwingen. De georganiseerde en verstandige schuldeiser zal daarom voor zorgen dat hij wat hij kan winnen al in zijn bezit heeft voor het spel aanvangt (bijvoorbeeld door een inzet te vragen).

Bv. Faillissementenrecht: een natuurlijk persoon die failliet verklaard werd kan in bepaalde gevallen een nieuwe start maken, de bladzijde van het verleden wordt definitief omgedraaid. Een gefailleerde die zo ‘verschoonbaar’ verklaard werd, kan niet meer vervolgd worden door zijn schuldeisers. Deze verbintenissen blijven bestaan als natuurlijke verbintenissen. Als de gefailleerde deze verbintenissen nog vrijwillig zou voldoen, kan hij hier later niet op terugkomen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Schuldeiser - schuldvordering

SCHEMA

A

Synoniem schuldeiser: crediteur: heeft een vorderingsrecht of schuldvordering op de schuldenaar.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Schuldenaar - schuld

SCHEMA

A

Synoniem schuldenaar: debiteur: heeft een verbintenis, een schuld of een verplichting jegens de schuldeiser.

Om:

  • iets te geven
  • iets te doen
  • iets niet te doen (nalaten)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Schematische voorstelling om een verbintenisrechtelijk probleem op te lossen:

TEKEN: SCHEMA: koopovereenkomst, verbintenis die ontstaat uit onrechtmatige daad

A

TEKEN

verbintenissen tov elkaar = wederkerig contract

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Indeling van verbintenissen

SCHEMA

A

A. Volgens de bron waaruit zij ontstaan
B. Volgens hun aard
C. Volgens het voorwerp waarop zij betrekking hebben
D. Wijze waarop de schuldeisers en schuldenaars gebonden zijn
E. Volgens de bijkomende modaliteiten waaraan zij onderworpen zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Indeling van verbintenissen: A. Volgens de bron waaruit zij ontstaan

A
  • Verbintenissen uit eenzijdige wilsuiting
  • Verbintenis uit overeenkomst
  • Verbintenis uit oneigenlijke overeenkomst (quasi)
  • Verbintenis uit onrechtmatige daad
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Indeling van verbintenissen: B. Volgens hun aard

A
  • Verbintenis met handelskarakter

- Verbintenis met persoonsgebondenkarakter

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Indeling van verbintenissen: C. Volgens het voorwerp waarop zij betrekking hebben

A
  • Verbintenis om iets te geven
  • Verbintenis om iets te doen
  • Verbintenis om iets niet te doen
  • Inspanningsverbintenis
  • Resultaatsverbintenis
  • Deelbare verbintenis
  • Ondeelbare verbintenis
  • Verbintenis met meerdere voorwerpen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Indeling van verbintenissen: D. Wijze waarop de schuldeisers en de schuldenaars gebonden zijn

A
  • Deelbare verbintenis
  • Ondeelbare verbintenis
  • Hoofdelijke verbintenis
  • Verbintenis in solidum
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Indeling van verbintenissen: E. Bijkomende modaliteiten waaraan zij onderworpen zijn

A
  • Verbintenis onder voorwaarde

- Verbintenis onder tijdsbepaling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Indeling van verbintenissen: A. Volgens de bron waaruit zij ontstaan: 001. Contractuele versus buitencontractuele aansprakelijkheid

A

SCHEMA: is de aanspraak gebaseerd op een overeenkomst? JA: contractuele aansprakelijkheid NEE: buitencontractuele aansprakelijkheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Twee buitenbeentjes

A

A. Oneigenlijke overeenkomsten
B. Eenzijdige wilsuiting

Weinig algemene regels, meestal regels uit verbintenissen uit overeenkomst op toegepast.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Indeling van verbintenissen: B. Verbintenissen volgens de aard waaruit zij ontstaan: 001. Verbintenis met handelskarakter 002. Verbintenis met burgerlijk karakter 003. Andere hoedanigheden

A

In de praktijk maakt het een groot verschil of een contract gesloten wordt door een handelaar of door een niet-handelaar.

Handelaar: verbintenis met een handelskarakter
Niet-handelaar: verbintenis met een burgerlijk karakter

De aard van de verbintenis is van belang om de set van regels die op een bepaalde situatie van toepassing is, te bepalen (burgerlijk recht dan wel handelsrecht).

Bv. In het bewijsrecht is het van belang of de partij tegen wie men moet bewijzen de hoedanigheid van ‘handelaar’ heeft of niet. Voor handelaars wordt bijvoorbeeld een bijzondere bewijskracht toegekend aan een factuur.

  1. Bv. Meer en meer bijzondere regels voor verbintenissen die worden aangegaan door een consument.

Bv. Wanneer een consument een consumptiegoed bv. auto, wasmachine of computer koopt van een professionele verkoper, dan moet zijn verkoper hem volgens de wet een minimumgarantie van twee jaar garanderen. Deze wettelijke waarborg is van dwingend recht: de kleine lettertjes van het contract mogen hier geen afbreuk van doen. Wordt hetzelfde goed echter gekocht door een niet-consument, dan geldt de wettelijke minimumgarantie niet.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Indeling van verbintenissen: B. Verbintenissen volgens de aard waaruit zij ontstaan: Verbintenissen met een persoonsgebonden karakter (intuitu personae)

A

Verbintenissen kunnen in principe door om het even wie uitgevoerd worden.

Uitzondering: Verbintenissen met een persoonsgebonden karakter (intuiti personae): Zij kunnen alleen worden uitgevoerd door de wettelijk of contractueel daartoe aangewezen persoon.

Een verbintenis is persoonsgebonden wanneer de identiteit of de persoonlijke hoedanigheid van de partij die ze moet uitvoeren bepalend was om de overeenkomst te sluiten. Het persoonsgebonden karakter zal blijken uit de aard van de verbintenis of uit de bedoeling van de partijen.

Een verbintenis met persoonsgebonden karakter zal uitdoven bij het overlijden van de schuldenaar.

Bv. Als je met Rubens bent overeengekomen om een portret van je te laten maken, zal je het wellicht niet appreciëren wanneer hij zijn tuinman stuurt. / presentator TV-show / fotograaf huwelijk, …

Bv. Vennootschap eindigt wanneer 1 van de vennoten overlijdt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Indeling van verbintenissen: B. Verbintenissen volgens de aard waaruit zij ontstaan: Verbintenissen met een persoonsgebonden karakter (intuitu personae): Zelfs wanneer dit niet uit de aard van de verbintenis voortvloeit, kunnen partijen overeenkomen dat een verbintenis toch een persoonsgebonden karakter heeft

A

Bv. een franchisegever sluit een franchiseovereenkomst met een franchisenemer. Hij legt zij vertrouwen in de natuurlijke personen achter de rechtspersoon. Dus hij kan in de franchiseovereenkomst opnemen dat de overeenkomst persoonsgebonden is. Zo wordt hem het recht gegeven deze te beëindigen wanneer er zich een wijziging voordoet in de achtermannen van de franchisenemer.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

Indeling van verbintenissen: C. Volgens het voorwerp waarop zij betrekking hebben

A

Het voorwerp van een verbintenis is wat de schuldenaar ervan moet presteren of wat de schuldeiser ervan kan vorderen. We maken een onderscheid tussen:

  1. verbintenissen om iets te geven, om iets te doen en om iets niet te doen
  2. resultaatsverbintenissen en inspanningsverbintenissen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q

Indeling van verbintenissen: C. Volgens het voorwerp waarop zij betrekking hebben:1. verbintenissen om iets te geven, om iets te doen en om iets niet te doen: verbintenissen om iets te geven

A

bv. een zaak in eigendom overdragen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
27
Q

Indeling van verbintenissen: C. Volgens het voorwerp waarop zij betrekking hebben:1. verbintenissen om iets te geven, om iets te doen en om iets niet te doen: verbintenissen om iets te doen

A

bv. een huis ontwerpen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
28
Q

Indeling van verbintenissen: C. Volgens het voorwerp waarop zij betrekking hebben:1. verbintenissen om iets te geven, om iets te doen en om iets niet te doen: verbintenissen om iets niet te doen

A

bv. een niet-concurrentiebeding of een concurrentieverbod verbiedt een partij om haar wederpartij (gedurende een bepaalde periode in een afgebakend geografisch gebied) te beconcurreren

29
Q

Indeling van verbintenissen: C. Volgens het voorwerp waarop zij betrekking hebben:1. verbintenissen om iets te geven, om iets te doen en om iets niet te doen: 2. resultaatsverbintenis

A

De schuldenaar garandeert dat een bepaald resultaat bereikt zal worden.

30
Q

Indeling van verbintenissen: C. Volgens het voorwerp waarop zij betrekking hebben:1. verbintenissen om iets te geven, om iets te doen en om iets niet te doen: 2. inspanningsverbintenis

A

De schuldenaar garandeert dat hij voldoende inspanningen zal leveren zonder dat hij evenwel ook garant staat dat er een bepaald resultaat bereikt zal worden.

31
Q

Indeling van verbintenissen: C. Volgens het voorwerp waarop zij betrekking hebben:1. verbintenissen om iets te geven, om iets te doen en om iets niet te doen: 2. resultaatsverbintennis en inspanningsverbintenis : wanneer van belang? SCHEMA + vb.

A

Voornamelijk wnr er discussie is over contractuele aansprakelijkheid van de schuldenaar. Schema zie boek.

Wanneer iemand zijn wagen bij een garage brengt voor een herstelling mag verwacht worden dat hij zijn wagen ook weer terugkrijgt. Op de garagehouder rust met andere woorden een resultaatsverbintenis om de auto terug te geven. Wanneer hij daar niet in slaagt, bijvoorbeeld omdat de wagen uit zijn garage gestolen is, staat zijn aansprakelijkheid meteen vast. De garagist zal zich nog slechts van zijn aansprakelijkheid kunnen bevrijden als hij kan aantonen dat er overmacht in het spel is.

De verbintenis tot herstel van de wagen is daarentegen een inspanningsverbintenis. Van de garagist wordt verwacht dat hij de herstelling uitvoert met zorg, die van een goede, zorgvuldige huisvader verwacht kan worden. De ontevreden klant wiens wagen ook na de herstelling nog tegensputtert, zal moeten aantonen dat de garagehouder niet voldoende zorgvuldigheid aan de dag heeft gelegd.

32
Q

Indeling van verbintenissen: C. Volgens het voorwerp waarop zij betrekking hebben:1. verbintenissen om iets te geven, om iets te doen en om iets niet te doen: 2. resultaatsverbintennis en inspanningsverbintenis : in concreto is het geen gemakkelijk onderscheid

A

De partijen staan vrij - en dit is aan te raden - om in hun overeenkomst te preciseren of een verbintenis een resultaats- of een inspanningsverbintenis is.

Men kan echter niet zorgen voor een exoneratie van aansprakelijkheid. Bv. consumentenrecht

33
Q

Indeling van verbintenissen: C. Volgens het voorwerp waarop zij betrekking hebben:1. verbintenissen om iets te geven, om iets te doen en om iets niet te doen: 2. resultaatsverbintennis en inspanningsverbintenis : cascaderedenering

A

In een gerechtelijke procedure argumenteer je het beste dat het gaat om een resultaatsverbintenis en dat het resultaat niet bereikt is, waardoor de aansprakelijkheid van je wederpartij meteen vaststaat. Als je rechter het toch zou kwalificeren als een inspanningsverbintenis, dan argumenteer je het beste dat hij niet gehandeld heeft als een goede huisvader. De wederpartij zal waarschijnlijk de omgekeerde tactiek volgen.

34
Q

Indeling van verbintenissen: C. Volgens het voorwerp waarop zij betrekking hebben: 3. deelbare en ondeelbare verbintenissen

A
  • Deelbare verbintenissen zijn verbintenissen waarvan het voorwerp gesplitst of in delen kan worden uitgevoerd.
  • Ondeelbare verbintenissen zijn verbintenissen waarvan het voorwerp noodzakelijk in zijn geheel moet worden uitgevoerd. Het kan niet in delen.

De ondeelbaarheid van een verbintenis kan volgen uit haar aard of uit contractueel beding.

Er is sprake van ondeelbaarheid uit de aard indien het voorwerp onmogelijk voor een deel kan worden gepresteerd (artikel 1217 BW) of wanneer een gedeeltelijke uitvoering van de prestatie misschien materieel wel mogelijk is, maar geen praktisch nut heeft.

bv. een verkoper die een levend dier moet leveren kan onmogelijk de kop leveren en daarna de staart
bv. de consument die een auto koopt is er niet mee gediend wanneer eerst het stuur en de wielen geleverd zouden worden en pas daarna het koetswerk.

35
Q

Indeling van verbintenissen: C. Volgens het voorwerp waarop zij betrekking hebben: 3. deelbare en ondeelbare verbintenissen: conventionele ondeelbaarheid

A

Wanneer partijen dergelijke ondeelbaarheid uitdrukkelijk of stilzwijgend zijn overeengekomen.

Bv. een schuldeiser kan met twee schuldenaars overeenkomen dat deze twee schuldenaars ondeelbaar gebonden zij tot betaling van de prijs voor een geleverd goed.

36
Q

Indeling van verbintenissen: C. Volgens het voorwerp waarop zij betrekking hebben: 3. deelbare en ondeelbare verbintenissen: algemene regel bij een verbintenis tussen 1 schuldeiser en 1 schuldenaar

A

de ondeelbaarheid

37
Q

Indeling van verbintenissen: C. Volgens het voorwerp waarop zij betrekking hebben: 3. deelbare en ondeelbare verbintenissen: algemene regel bij pluraliteit van de schuldeisers of schuldenaars

A

de deelbaarheid

38
Q

Indeling van verbintenissen: C. Volgens het voorwerp waarop zij betrekking hebben: 4. verbintenissen met meerdere voorwerpen

A

soms

39
Q

Indeling van verbintenissen: C. Volgens het voorwerp waarop zij betrekking hebben: 5. Hoofdverbintenis VS. Secundaire verbintenis

A

Vaak bestaan er naast een hoofdverbintenis - de belangrijkste prestatie die moet uitgevoerd worden - nog secundaire verbintenissen.

Bv. Op grond van een koopovereenkomst bestaat de hoofdverbintenis van de koper erin om de prijs te betalen. In de koopovereenkomst is bepaald dat de koper, bij gebrek aan betaling binnen de 10 maand na levering, moratoire interesten en een forfaitaire schadevergoeding van 10% van de hoofdsom verschuldigd is. De verplichtingen tot betaling van moratoire interesten en forfaitaire schadevergoeding zijn secundaire verbintenissen.

40
Q

Indeling van verbintenissen: C. Volgens het voorwerp waarop zij betrekking hebben: 5. Hoofdverbintenis VS. Secundaire verbintenis: algemeen principe

A

In het recht volgt de bijzaak op de hoofdzaak. Als de hoofdverbintenis nietig is, dan geldt dit eveneens voor de secundaire verbintenis.

41
Q

Indeling van verbintenissen: D. Wijze waarop de schuldeisers en schuldenaars gebonden zijn: verbintenissen met meerder schuldeisers of schuldenaars

A
  • 1 schuldeiser, 2 of meer schuldenaars (zie schema)
    bv. drie studenten huren samen een appartement van één verhuurder - alle 3 verbinden zij zich tot de betaling van het huurgeld. Stel dat 1 student niet meer kan of wil betalen wie draait daar dan voor op? Betalen zijn medestudenten dan elk wat meer of ligt het risico bij de verhuurder?
  • 2 of meer schuldeisers, 1 schuldenaar (zie schema)
  • 2 of meer schuldeisers, 2 of meer schuldenaars (zie schema)
42
Q

Indeling van verbintenissen: D. Wijze waarop de schuldeisers en schuldenaars gebonden zijn: verbintenissen met meerder schuldeisers of schuldenaars: 4 soorten

A
  1. deelbare verbintenissen
  2. ondeelbare verbintenissen
  3. hoofdelijke verbintenissen
  4. verbintenissen in solidum
43
Q

Indeling van verbintenissen: D. Wijze waarop de schuldeisers en schuldenaars gebonden zijn: verbintenissen met meerder schuldeisers of schuldenaars: 4 soorten: 1. deelbare verbintenissen

A

Algemene regel bij pluraliteit van schuldeisers of schuldenaars: verdeling in even veel gelijke delen als er schuldeisers of schuldenaars zijn. Algemene regel dat de verbintenissen deelbaar zijn.

De verbintenis wordt dus telkens verdeeld in evenveel gelijke delen als er partijen zijn, tenzij de partijen vooraf een andere verdeling afspraken.

Bv. een broer en een zus erven samen de woning van hun ouders. Zij besluiten deze samen te verhuren aan twee vriendinnen die er hun kot in willen vestigen. De twee vriendinnen betalen daarvoor een maandelijks bedrag van € 400,00 aan de twee verhuurders. Wanneer zij niet vrijwillig betalen, zal de ene verhuurder bij elk van beide huurders €100 moeten invorderen en zal ook de andere verhuurder bij elk van beide schuldenaars €100 moeten invorderen. Er ontstaan zo vier onderscheiden rechtsbanden (schuldeiser 1 - schuldenaar 1) (schuldeiser 1 - schuldenaar 2)
(schuldeiser 2 - schuldenaar 1)
(schuldeiser 1 - schuldenaar 2)

Elk van de schuldeisers kan niet meer dan zijn eigen deel vorderen van de schuldenaar.

44
Q

Indeling van verbintenissen: D. Wijze waarop de schuldeisers en schuldenaars gebonden zijn: verbintenissen met meerder schuldeisers of schuldenaars: 4 soorten: 1. deelbare verbintenissen: procedurele gevolgen

A

bij meerdere schuldeisers:

  • moet elke schuldeiser afzonderlijk in gebreke stellen
  • moet elke schuldeiser afzonderlijk dagvaarden
  • moet de verjaring voor iedere schuldeiser afzonderlijk bekeken worden

bij meerdere schuldenaars:

  • moet elke schuldenaar afzonderlijk in gebreke gesteld worden
  • moet elke schuldenaar afzonderlijk gedagvaard worden
  • moet de verjaring voor elke schuldenaar afzonderlijk bekeken worden

voorbeeld schema p. 47

45
Q

Indeling van verbintenissen: D. Wijze waarop de schuldeisers en schuldenaars gebonden zijn: verbintenissen met meerder schuldeisers of schuldenaars: 4 soorten: 1. deelbare verbintenissen: gevolgen van de deelbaarheid in de bijdrageverhouding

A

Deelbare verbintenissen hebben ook belangrijke gevolgen voor de afrekening in verhouding tussen de schuldeisers onderling en de schuldenaars onderling.

Wanneer er 1 schuldenaar is en meerdere schuldeisers dan zal de schuldenaar niet bevrijd zijn wanneer hij de volledig schuld aan 1 van de schuldeisers betaald. Hij heeft immers een deel niet in handen van de juiste persoon betaald. Hij zal wat onverschuldigd betaald werd kunnen terugvorderen van de schuldeiser aan wie hij teveel heeft betaald.

46
Q

Indeling van verbintenissen: D. Wijze waarop de schuldeisers en schuldenaars gebonden zijn: verbintenissen met meerder schuldeisers of schuldenaars: 4 soorten: 1. deelbare verbintenissen: duidelijke afspraken om praktische problemen te vermijden

A

Contractuele afspraken maken is de oplossing.

Bv. Drie studenten huren samen een appartement van twee verhuurders. De maandelijkse huurprijs bedraagt 300 euro. De partijen komen overeen dat de huurprijs betaald zal worden door overschrijving op de gemeenschappelijke rekening van beide verhuurders. Zij kunnen daarbij ook afspreken dat de eerste huurder € 50, de tweede €100 en de derde €150 verschuldigd is.

47
Q

Indeling van verbintenissen: D. Wijze waarop de schuldeisers en schuldenaars gebonden zijn: verbintenissen met meerder schuldeisers of schuldenaars: 4 soorten: 2. ondeelbare verbintenissen: gevolgen van ondeelbaarheid bij pluraliteit van de schuldeisers of schuldenaars

A

Ondeelbaarheid kan volgen uit aard of contractueel beding.

In geval er meerdere schuldeisers zijn; kan iedere schuldeiser de uitvoering van de gehele prestatie eisen.

In geval er meerdere schuldenaars zijn; staat iedere schuldenaar in voor het geheel. Ook de erfgenamen van de schuldenaars staan in voor het geheel. = belangrijk verschil met de hoofdelijkheid

48
Q

Indeling van verbintenissen: D. Wijze waarop de schuldeisers en schuldenaars gebonden zijn: verbintenissen met meerder schuldeisers of schuldenaars: 4 soorten: 3. hoofdelijke verbintenissen

A

synoniem = solidaire verbintenissen

Wettelijke basis:

  • artikel 1202 BW: Hoofdelijkheid wordt niet vermoedt; zij moet uitdrukkelijk bedongen zijn. Deze regel lijdt alleen uitzondering in de gevallen waarin hoofdelijkheid bestaat van rechtswege, krachtens een bepaling van de wet.
  • artikel 1197 BW: Een verbintenis is hoofdelijk tussen verscheidene schuldeisers, wanneer de titel uitdrukkelijk aan ieder van hen het recht geeft om betaling van de gehele schuld te eisen en de betaling aan een van hen gedaan, de schuldenaar bevrijdt, ook al is het voordeel van de verbintenis splitsbaar en deelbaar tussen de onderscheidene schuldeisers.
49
Q

Indeling van verbintenissen: D. Wijze waarop de schuldeisers en schuldenaars gebonden zijn: verbintenissen met meerder schuldeisers of schuldenaars: 4 soorten: nadelen van de algemene regel van deelbaarheid van verbintenissen

A

De schuldeiser moet tegen elk van de schuldenaars afzonderlijk optreden. De schuldeiser draagt het risico van eventuele insolvabiliteit van 1 of meerdere schuldenaars.

Bij meerdere schuldeisers moet iedere schuldeiser ook afzonderlijk optreden voor zijn deel.

De constructie van de hoofdelijkheid biedt een uitweg voor deze problemen.

50
Q

Indeling van verbintenissen: D. Wijze waarop de schuldeisers en schuldenaars gebonden zijn: verbintenissen met meerder schuldeisers of schuldenaars: 4 soorten: 3. hoofdelijke verbintenissen: definitie

A

Een verbintenis is hoofdelijk wanneer er meerdere personen zijn die ieder tot het geheel gerechtigd of gehouden zijn.

> passieve hoofdelijkheid:
hoofdelijkheid aan de zijde van de schuldenaars, houdt in dat meerdere schuldenaars voor de gehele schuld kunnen worden aangesproken door de schuldeisers
actieve hoofdelijkheid: hoofdelijkheid aan de zijde van de schuldeisers, houdt in dat meerdere schuldeisers de betaling van de gehele schuldvordering kunnen eisen van de schuldenaars.

51
Q

Indeling van verbintenissen: D. Wijze waarop de schuldeisers en schuldenaars gebonden zijn: verbintenissen met meerder schuldeisers of schuldenaars: 4 soorten: 3. hoofdelijke verbintenissen: hoofdelijkheid is de uitzondering

A

Hoofdelijkheid is in het burgerlijk recht een uitzondering op de algemene regel bij pluraliteit van schuldeisers of schuldenaars dat verbintenissen deelbaar zijn. Het Burgerlijk Wetboek bepaalt uitdrukkelijk dat hoofdelijkheid niet wordt vermoed (artikel 1202 BW). Verbintenissen zullen alleen hoofdelijk zijn wanneer dit uitdrukkelijk ergens is voorzien.

52
Q

Indeling van verbintenissen: D. Wijze waarop de schuldeisers en schuldenaars gebonden zijn: verbintenissen met meerder schuldeisers of schuldenaars: 4 soorten: 3. hoofdelijke verbintenissen: hoofdelijkheid is de uitzondering: een uitzondering op de uitzondering in het handelsrecht

A

Tussen handelaars bestaat er een vermoeden van passieve hoofdelijkheid. Wanneer twee handelaars samen schuldenaar zijn van een contractuele verbintenis, zal men er dus - tot bewijs van het tegendeel - vanuit gaan dat zij samen hoofdelijk gehouden zijn.

53
Q

Indeling van verbintenissen: D. Wijze waarop de schuldeisers en schuldenaars gebonden zijn: verbintenissen met meerder schuldeisers of schuldenaars: 4 soorten: 3. hoofdelijke verbintenissen: voorbeelden van wettelijke voorziene hoofdelijkheid

A

De hoofdelijke gehoudenheid van gehuwden of wettelijk samenwonenden voor schulden aangegaan ten behoeve van het huishouden.

De hoofdelijke gehoudenheid van verschillende leners van eenzelfde zaak.

De hoofdelijke gehoudenheid van personen die veroordeeld worden uit hoofde van eenzelfde misdrijf.

Ook in het vennootschapsrecht komen talrijke gevallen van hoofdelijkheid voor onze de oprichters, de vennoten of de bestuurders van een vennootschap. De vennoten van een maatschap zijn ten aanzien van derden verbonden, hetzij voor een gelijk deel, wanneer de vennootschap een burgerlijk doel heeft, hetzij hoofdelijk, wanneer zij een handelsdoel heeft. Van deze aansprakelijkheid kan niet worden afgeweken dan door een uitdrukkelijk beding in met derden gesloten akten.

54
Q

Indeling van verbintenissen: D. Wijze waarop de schuldeisers en schuldenaars gebonden zijn: verbintenissen met meerder schuldeisers of schuldenaars: 4 soorten: 3. hoofdelijke verbintenissen: voorbeelden van conventionele hoofdelijkheid

A
  • in een huurovereenkomst:
    De huurders zijn hoofdelijk gehouden tot het betalen van de huurprijs en tot het uitvoeren van alle verplichtingen die de wet of deze overeenkomst aan hen opleggen.
  • in een leningsovereenkomst: De kredietnemers verbinden zich hoofdelijk opzichten de kredietgever tot integrale terugbetaling aan de kredietgever van de geleende hoofdsommen, interesten en eventuele kosten.
55
Q

Indeling van verbintenissen: D. Wijze waarop de schuldeisers en schuldenaars gebonden zijn: verbintenissen met meerder schuldeisers of schuldenaars: 4 soorten: 3. hoofdelijke verbintenissen: rechtsgevolgen

A

Passieve hoofdelijkheid: rechtsgevolgen:

a) in de verhouding tussen de schuldeiser en de schuldenaars en de verhouding tussen de hoofdelijke schuldenaars onderling
b) in verhouding tussen de schuldeiser en de schuldenaars (gehoudenheidsverhouding) : hier maakt men een onderscheid tussen de hoofdgevolgen en bijkomende gevolgen

HOOFDGEVOLGEN: Het uitgangspunt dat alle schuldenaars instaan voor één en dezelfde schuld impliceert:

  • dat de schuldeiser om het even welke schuldenaar mag aanspreken. Deze moet de gehele schuld betalen.
  • dat zodra één schuldenaar betaald heeft, alle schuldenaars bevrijd zijn tov de schuldeiser (artikel 1200 BW)

BIJKOMENDE GEVOLGEN: de idee dat de hoofdelijke schuldenaars elkaar onderling vertegenwoordigen impliceert:

  • dat de ingebrekestelling van één schuldenaar uitwerking heeft ten aanzien van alle schuldenaars.
  • dat de stuiting van de verjaring tov één schuldenaar tov alle schuldenaars geldt.

c) Rechtsgevolgen in de verhouding tussen de hoofdelijke schuldenaars onderling (bijdrageverhouding):
- als één schuldenaar de volledige schuld betaald heeft, kan hij - tenzij de schuld uitsluitend in zijn belang werd aangegaan - een deel verhalen op zijn medeschuldenaars (artikel 1213 BW). In principe dragen immers alle schuldenaars bij voor een gelijk aandeel (tenzij anders afgesproken of tenzij de schuld werd aangegaan in het uitsluitende belang van één van hen)

56
Q

Indeling van verbintenissen: D. Wijze waarop de schuldeisers en schuldenaars gebonden zijn: verbintenissen met meerder schuldeisers of schuldenaars: 4 soorten: 3. hoofdelijke verbintenissen: gelijkenis met ondeelbaarheid

A

De hoofdelijkheid vertoont veel gelijkenissen met ondeelbaarheid, toch zijn er verschillen:

Een belangrijk verschil is dat het zich niet uitsteekt tot de erfgenamen van de hoofdelijk gehouden debiteur.

57
Q

Indeling van verbintenissen: D. Wijze waarop de schuldeisers en schuldenaars gebonden zijn: verbintenissen met meerder schuldeisers of schuldenaars: 4 soorten: 4. Verbintenissen in solidum

A

Passieve hoofdelijkheid wordt alleen aanvaard in uitdrukkelijk bij wet of bij overeenkomst voorziene gevallen. In de praktijk heeft men gaandeweg een soortgelijke constructie aangenomen voor gevallen waarin hoofdelijkheid niet wettelijk of contractueel voorzien is maar wel wenselijk bevonden werd.

Het gaat om situaties waarbij meerdere personen elk afzonderlijk fouten begaan die leiden tot eenzelfde schade. In dat geval aanvaarden de rechtspraak en de rechtsleer dat de benadeelde - zoals bij de hoofdelijkheid - elk van de schuldenaren kan aanspreken voor de gehele schade.

58
Q

Indeling van verbintenissen: D. Wijze waarop de schuldeisers en schuldenaars gebonden zijn: verbintenissen met meerder schuldeisers of schuldenaars: 4 soorten: 4. Verbintenissen in solidum: toepassingsgevallen

A

Vooral gebruikt wanneer verschillende personen samen een buitencontractuele aansprakelijkheid dragen, elk op grond van een eigen fout. Zij wordt ook aanvaard bij samenlopende fouten in het vervullen van contractuele verplichtingen bv. tussen aannemer en architect, tussen bouwpromotor en aannemer, tussen chirurg en ziekenhuis) of in gevallen waarin de ene persoon contractueel en een andere buitencontractueel aansprakelijk is voor eenzelfde schade.

bv. Tijdens een winterse zondagnamiddag amuseren twee buurjongens van 9 en 11 jaar oud zich met het aanleggen van een ijspiste op het voetpad voor hun woning. De grootste draagt de emmers met water aan, terwijl zijn kleinere vriend het water uitgiet over het voetpad en zorgt dat het mooi gelijkmatig bevriest. Helaas valt een buurtbewoner over de ijsvlakte en breekt zijn been. Zowel de kinderen als de ouders ervan kunnen hiervoor aansprakelijk gesteld worden. De buurtbewoner kan er zich toe beperken om 1 van hen aan te spreken tot de vergoeding van de gehele schade. Alle verantwoordelijken zullen immers in solidum veroordeeld worden tot vergoeding van de gehele schade.

De schuldeiser die meerdere schuldenaren heeft die samen in solidium gehouden zijn, kan elk van zijn schuldenaars voor het geheel van de schuld aanspreken. De betaling van het volledige bedrag door 1 van de schuldenaars bevrijdt de anderen. De hoofdgevolgen zijn maw hetzelfde als bij passieve hoofdelijkheid.

Het verschil zit in de bijkomende gevolgen: schuldenaars van een verbintenis in solidium worden niet geacht elkaar te vertegenwoordigen. Dat impliceert dat zij elk afzonderlijk in gebreke moeten worden gesteld.

De schuldenaar die het bedrag in zijn totaliteit heeft betaald, kan nadien een deel verhalen op zijn medeschuldenaars.

59
Q

Indeling van verbintenissen: E. Volgens de bijkomende modaliteiten waaraan zij onderworpen zijn: twee bijzondere modaliteiten

A
  1. verbintenissen onder voorwaarde: een voorwaarde is een toekomstige onzekere gebeurtenis waarvan de verbintenis afhankelijk gemaakt wordt
  2. verbintenissen onder tijdsbepaling: een tijdsbepaling is een toekomstige zekere gebeurtenis waarvan de verbintenis afhankelijk gemaakt wordt
60
Q

Indeling van verbintenissen: E. Volgens de bijkomende modaliteiten waaraan zij onderworpen zijn: twee bijzondere modaliteiten : 1. verbintenissen onder voorwaarde: wettelijke basis

A

Wettelijke basis: Artikels 1168 t.e.m. 1183 BW.

1168: een verbintenis is voorwaardelijk, wanneer men deze doet afhangen van een toekomstige en onzekere gebeurtenis, hetzij door de verbintenis op te schorten tot dat de gebeurtenis zal plaatshebben, hetzij door ze teniet te doen, naargelang de gebeurtenis plaatsheeft of niet plaatsheeft.
1170: Een potestatieve voorwaarde is die welke de uitvoering van de overeenkomst doet afhangen van een gebeurtenis die de ene of de andere van de contracterende partijen vermag te doen plaatshebben of verhinderen.
1181: Een verbintenis onder een opschortende voorwaarde aangegaan, is die welke afhangt ofwel van een toekomstige en onzekere gebeurtenis, ofwel van een gebeurtenis die reeds heeft plaatsgehad, maar aan partijen nog onbekend is. In het eerste geval kan de verbintenis niet uitgevoerd worden dan nadat de gebeurtenis heeft plaatsgehad. In het tweede geval heeft de verbintenis haar gevolgen met ingang van de dag waarop zij is aangegaan.
1183: Een ontbindende voorwaarde is die welke, bij haar vervulling, de verbintenis teniet doet, en de zaken gesteld in dezelfde toestand alsof er geen verbintenis had bestaan. Zij schort de uitvoering van de verbintenis niet op; alleen verplicht zij de schuldeiser, om ingeval de door de voorwaarde bedoelde gebeurtenis plaatsheeft, terug te geven hetgeen hij ontvangen heeft.

61
Q

Indeling van verbintenissen: E. Volgens de bijkomende modaliteiten waaraan zij onderworpen zijn: twee bijzondere modaliteiten : 1. verbintenissen onder voorwaarde: begrip

A

Een voorwaarde is een toekomstige en onzekere gebeurtenis waarvan de verbintenis afhankelijk gemaakt wordt. Op het ogenblik dat de verbintenis aangegaan wordt, is met andere woorden niet zeker of deze gebeurtenis ooit zal plaatsvinden en de voorwaarde dus in vervulling zal kunnen gaan.

62
Q

Indeling van verbintenissen: E. Volgens de bijkomende modaliteiten waaraan zij onderworpen zijn: twee bijzondere modaliteiten : 1. verbintenissen onder voorwaarde: soorten voorwaarden

A

A. opschortende voorwaarde

B. ontbindende voorwaarden

63
Q

Indeling van verbintenissen: E. Volgens de bijkomende modaliteiten waaraan zij onderworpen zijn: twee bijzondere modaliteiten : 1. verbintenissen onder voorwaarde: soorten voorwaarden : A. opschortende voorwaarde

A

Een verbintenis onder opschortende voorwaarde is die waarvan de uitvoering afhangt van de vervulling, van een toekomstige, onzekere gebeurtenis (artikel 1181 BW).

bv. De koop wordt gesloten onder de opschortende voorwaarde dat de koper de toestemming krijgt van zijn echtgenote
bv. De koop van een onroerend goed wordt gesloten onder de opschortende voorwaarde dat de koper een stedenbouwkundige vergunning krijgt

Zolang de voorwaarde niet in vervulling is gegaan, is de uitvoering van de verbintenis nog opgeschort. Wel brengt de verbintenis al bepaalde rechten en plichten met zich mee. Zo wordt van de schuldenaar verwacht dat hij te goeder trouw handelt en dus redelijke inspanningen levert opdat de voorwaarde die hij bedongen heeft in vervulling zou kunnen gaan.

bv. De koper die koopt onder de opschortende voorwaarde van het verkrijgen van een hypothecaire lening kan er niet mee volstaan slechts 1 bank te bezoeken om dan voor te houden dat hij geen lening krijgt.

Artikel 1178 BW voorziet een bijzondere sanctie voor de schuldenaar die zich onder voorwaarde verbonden heeft, maar vervolgens zelf de vervulling van de voorwaarde verhinderd heeft. Het bepaalt dat de voorwaarde in dat geval geacht wordt vervuld te zijn. Hiertoe is wel vereist dat de daad van de schuldenaar een fout uitmaakt.

64
Q

Indeling van verbintenissen: E. Volgens de bijkomende modaliteiten waaraan zij onderworpen zijn: twee bijzondere modaliteiten : 1. verbintenissen onder voorwaarde: soorten voorwaarden : B. een ontbindende voorwaarde

A

Een ontbindende voorwaarde is die welke bij haar vervulling de verbintenis teniet doet. De verbintenis verdwijnt met terugwerkende kracht. Alles wordt hersteld in de oorspronkelijk toestand, alsof de verbintenis nooit heeft bestaan (artikel 1183 BW).

bv. De koop wordt gesloten onder de ontbindende voorwaarde dat de echtgenote van de koper haar toestemming weigert.

De koop wordt gesloten onder de ontbindende voorwaarde dat de koper erin slaagt om de goederen binnen één maand verder te verkopen.

65
Q

Indeling van verbintenissen: E. Volgens de bijkomende modaliteiten waaraan zij onderworpen zijn: twee bijzondere modaliteiten : 1. verbintenissen onder voorwaarde: soorten voorwaarden : A. een opschortende voorwaarde & B. een ontbindende voorwaarde: potestatieve voorwaarde

A

Een opschortende voorwaarde of een ontbindende voorwaarde kan soms een potestatieve voorwaarde zijn (artikel 1170 BW). Dat is het geval wanneer 1 van de partijen mede de controle heeft over het al dan niet intreden van de voorwaarde.

Wanneer de vervulling van de voorwaarde dus ten dele afhankelijk is van de wil van 1 van de partijen, maar ook afhangt van extreme factoren.

bv. Ik koop het huis als ik een lening krijg van de bank.
Ik koop de grond op voorwaarde dat ik een stedenbouwkundige vergunning krijg om er een appartementsgebouw op te bouwen.

Een verbintenis die is aangegaan onder een gemengd potestatieve voorwaarde is geldig. De vervulling wordt immers niet louter bepaald door de zich verbindende persoon.

Wanneer de controle over de vervulling volledig in handen is van 1 partij, dan is er sprake van een zuiver potestatieve voorwaarde van de zijde van de schuldenaar. Deze is nietig.

bv. Een ex-werknemer wordt door zijn baas beloofd terug aangenomen te worden in een andere functie, op voorwaarde dat de weergever de werknemer een positieve eindevaluatie geeft voor het werk dat hij nog tijdens de opzeggingsperiode verricht.

= Zuiver potestatieve opschortende voorwaarde = NIETIG

!!! Zuiver potestatieve ontbindende voorwaarden zijn wel GELDIG:

bv. ik verhuur mijn studentenkamer tot ik besluit terug te keren van mijn wereldreis. De beslissing om terug te keren = ontbindende voorwaarde, is mijn eigen beslissing = zuiver potestatieve voorwaarde. De verhuurder is hier wel degelijk een verbintenis aangegaan, dus er is geen juridisch probleem: de huurder kan over de kamer beschikken tot de terugkeer van de verhuurder.

66
Q

Indeling van verbintenissen: E. Volgens de bijkomende modaliteiten waaraan zij onderworpen zijn: twee bijzondere modaliteiten : 1. verbintenissen onder voorwaarde: soorten voorwaarden : A. een opschortende voorwaarde & B. een ontbindende voorwaarde: gevolgen:

A

Gaat de voorwaarde in vervulling, dan zal de verbintenis automatisch de volledige uitwerking krijgen (opschortende voorwaarde) of retroactief ontbonden worden (ontbindende voorwaarde). De uitwerking van de voorwaarde gaat terug tot de dag waarop de verbintenis werd aangegaan.

Gaat de voorwaarde niet in vervulling dan blijft de verbintenis bestaan (bij ontbindende voorwaarden) of dooft ze uit (bij opschortende voorwaarden). Best bij opschortende voorwaarde een periode vastleggen.

67
Q

Indeling van verbintenissen: E. Volgens de bijkomende modaliteiten waaraan zij onderworpen zijn: twee bijzondere modaliteiten : 2. verbintenissen met tijdsbepaling: begrip

A

Wettelijke basis artikels 1185 tem. 1188 BW.

Is een verbintenis waarvan de uitvoering of de uitdoving afhankelijk gemaakt wordt van een toekomstige, zekere gebeurtenis. Het voortschrijden van de tijd is voor de mens immers een zekere gebeurtenis.

De tijdsbepaling kan verwijzen naar een welbepaalde datum of naar een gebeurtenis die in de toekomst zeker zal plaatsvinden, al is nog niet geweten wanneer precies.

68
Q

Indeling van verbintenissen: E. Volgens de bijkomende modaliteiten waaraan zij onderworpen zijn: twee bijzondere modaliteiten : 2. verbintenissen met tijdsbepaling: soorten tijdsbepaling

A

Een tijdsbepaling kan opschortend of ontbindend zijn.

  1. Opschortende tijdsbepaling: Wanneer de schuldenaar zich ertoe verbindt iets na het bepaalde tijdstip te geven, te doen of niet te doen.
    bv. Een schuldenaar met betalingsmoeilijkheden kan aan zijn schuldeiser een afbetalingsplan vragen. Een overeenkomst over een afbetalingsplan zou als volgt kunnen zijn: ‘ De schuldenaar wordt gemachtigd om zijn schuld te betalen in zes gelijke schijven van €500. De eerste schijf moet betaald worden uiterlijk op 15 januari en iedere volgende schijf telkens op de 15e dag van de volgende maand. Bij gebrek aan tijdige betaling van één schijf, wordt het volledige openstaande bedrag integraal opeisbaar”.
  2. Ontbindende tijdsbepaling: Wanneer de schuldenaar zich ertoe verbindt om iets te geven, te doen of niet te doen op een bepaald tijdstip.

Bv. in het reglement van een kansspel staat het volgende:
‘Wij betalen de winnaar iedere maand €1000 dit tot aan zijn dood’.

Kan opgelegd worden door de rechter of door de partijen.