Deel 2: Inleiding: kennen Flashcards
Kenmerk: Een verbintenis ontstaat krachtens de wet: onderverdeling
- Verbintenissen uit rechtshandelingen: doelbewust aangegaan door 1 of meerdere personen
- Verbintenissen uit rechtsfeiten: Verbintenissen komen tot stand zonder dat ze doelbewust zijn nagestreefd door de betrokkenen
Kenmerk Een verbintenis ontstaat krachtens de wet: onderverdeling: 1. Verbintenissen uit rechtshandelingen
Rechtshandelingen zijn handelingen die bewust gesteld worden met het oog op het creëren van welbepaalde rechtsgevolgen.
Twee soorten rechtshandelingen:
A. Meerzijdige rechtshandelingen
B. Eenzijdige rechtshandelingen
Kenmerk: Een verbintenis ontstaat krachtens de wet: onderverdeling: 1. Verbintenissen uit rechtshandelingen: A. Meerzijdige rechtshandelingen:
De overeenkomst als bron van de verbintenis.
Meerzijdige rechtshandelingen ontstaan in samenspraak tussen twee of meer personen.
Bv. een overeenkomst: een akkoord tussen min. twee personen, met de bedoeling om juridische gevolgen tussen hen te laten ontstaan: een koopovereenkomst, een huurovereenkomst, een leningsovereenkomst, …
!!! Overeenkomst en verbintenis zijn geen synoniemen voor elkaar !!! De overeenkomst is één mogelijke bron van verbintenissen.
Kenmerk: Een verbintenis ontstaat krachtens de wet: onderverdeling: 1. Verbintenissen uit rechtshandelingen: B. Eenzijdige rechtshandeling:
De eenzijdige wilsuiting als bron van verbintenissen.
Bv. Als een supermarktketen een actie lanceert waarbij ze tijdelijk smartphones aan heel aantrekkelijke prijzen te koop aanbiedt, is dat geen vrijblijvende belofte. De supermarkt is verplicht om dit aanbod tijdens een redelijke termijn te handhaven. Zij heeft zich daartoe verbonden door een eenzijdige wilsuiting.
Kenmerk: Een verbintenis ontstaat krachtens de wet: onderverdeling: 2. Verbintenissen uit rechtsfeiten:
Verbintenissen die ontstaan zonder dat de betrokken personen die bewust hebben nagestreefd.
Twee soorten verbintenissen uit rechtsfeiten:
A. Verbintenissen uit oneigenlijke overeenkomst
B. Verbintenissen uit onrechtmatige daad
Kenmerk: Een verbintenis ontstaat krachtens de wet: onderverdeling: 2. Verbintenissen uit rechtsfeiten:
A. Verbintenissen uit ongelijke overeenkomst
Synoniem: quasi-contracten
Geheel vrijwillige daden van de mens, waaruit enige verbintenis ontstaat jegens een derde, en soms een wederzijdse verbintenis voor beide partijen.
Situaties waarin een persoon (zonder dat hij daar wettelijk of contractueel toe verplicht is) een handeling stelt die een andere persoon ten goede komt.
3 soorten:
X. Zaakwaarneming
X. Onverschuldigde betaling
X. Verrijking zonder oorzaak
bv. Als je loon per ongeluk twee keer wordt uitbetaald, mag je dat extraatje niet bijhouden. Er is dan sprake van een onverschuldigde betaling en er ontstaat de verplichting om datgene wat je te veel ontving, terug te betalen aan diegene van wie je het ontvangen hebt.
Kenmerk: Een verbintenis ontstaat krachtens de wet: onderverdeling: 2. Verbintenissen uit rechtsfeiten:
B. Verbintenissen uit onrechtmatige daad
Een verbintenis uit onrechtmatige daad ontstaat wanneer een persoon onrechtmatig handelt en daardoor - al dan niet opzettelijke - schade berokkent.
(Artikels 1382 & 1383) : Leggen iedereen die door een eigen foutieve daad, nalatigheid of onvoorzichtigheid schade toebrengt aan een andere persoon de verbintenis op om deze schade te vergoeden.
Bv. Je botst al rijdend, in een moment van onoplettendheid, met je voertuig tegen het stilstaande voertuig voor je. Door de botsing wordt schade aan het voertuig veroorzaakt. Je zult die schade moeten vergoeden.
(Artikels 1384 t.e.m. 1386): Zeggen dat personen ook kwalitatief aansprakelijk zijn voor andere personen waarvoor zij instaan of voor zaken en dieren die zij onder zich hebben. Wanneer deze personen, zaken of dieren schade veroorzaken aan andere personen, zal er opnieuw een verbintenis ontstaan om deze schade te vergoeden.
Er zijn dus 4 grote bronnen van verbintenissen: SCHEMA
Verbintenissen ontstaan uit:
- Rechtshandelingen:
A. Eenzijdige rechtshandelingen (=eenzijdige wilsuitingen) bv. Fietsenactie Colruyt
B. Meerzijdige rechtshandelingen (=overeenkomsten) bv. huurovereenkomst - Rechtsfeiten (= die geen rechtshandelingen zijn):
A. Oneigenlijke overeenkomsten (=quasi-contracten) bv. 2 x loon betaald
B. Onrechtmatige daad bv. Eigen hond bijt vrouw
Kenmerk: Een verbintenis heeft in geld waardeerbare aanspraken tot voorwerp
Dat impliceert niet dat het voorwerp van de verbintenis steeds de betaling van een geldsom moet zijn, maar wel dat het voorwerp in geld gewaardeerd moet kunnen worden.
SCHEMA
- Kenmerk: Een verbintenis is afdwingbaar
- Niet-afdwingbare engagementen of afspraken
- Een schuldenaar die zijn verbintenissen niet vrijwillig nakomt, zal, desnoods door een rechter, tot naleving gedwongen kunnen worden.
Essentieel kenmerk van verbintenissen!
Onderscheidt hen van niet-afdwingbare engagementen of afspraken en van de bijzonde categorie van de natuurlijke verbintenissen.
- Louter vriendschappelijke of morele engagementen of afspraken die niet juridisch afdwingbaar zijn.
bv. Het aanvaarden van het meterschap over een kind leidt niet tot afdwingbare verplichtingen, hoogstens tot de morele verplichting om dit kind op zijn verjaardag een cadeau te geven.
bv. Gentlemen’s agreement: Bevat afspraken waarvan de betrokken partijen bewust willen dat ze niet juridisch afdwingbaar zouden zijn. De partij die zich niet houdt aan een gentlemen’s agreement lijdt hoogstens aan gezichtsverlies. In 1 opzicht is het dus wel juridisch afdwingbaar: dat het niet juridisch afdwingbaar is. - Natuurlijke verbintenissen:
Tussenvorm tussen volstrekt niet-afdwingbare afspraken en juridisch afdwingbare verbintenissen.
Een natuurlijke verbintenis is een verplichting die niet in rechte afdwingbaar is, maar, zodra zij vrijwillig is uitgevoerd, kan de geleverde prestatie niet teruggevorderd worden.
Bij een natuurlijke verbintenis ontstaat dus pas in tweede orde een juridische afdwingbare afspraak. De begunstigde van de natuurlijke verbintenis kan in rechte afdwingen dat hij niet moet teruggeven wat hij ontvangen heeft. Op degene die de natuurlijke verbintenis vrijwillig uitgevoerd heeft, rust aldus een verbintenis om niet te doen (na te laten).
Bv. Een gokschuld is in de regel een natuurlijke verbintenis. De schuldeiser van de gokschuld kan de betaling niet voor de rechter afdwingen. De georganiseerde en verstandige schuldeiser zal daarom voor zorgen dat hij wat hij kan winnen al in zijn bezit heeft voor het spel aanvangt (bijvoorbeeld door een inzet te vragen).
Bv. Faillissementenrecht: een natuurlijk persoon die failliet verklaard werd kan in bepaalde gevallen een nieuwe start maken, de bladzijde van het verleden wordt definitief omgedraaid. Een gefailleerde die zo ‘verschoonbaar’ verklaard werd, kan niet meer vervolgd worden door zijn schuldeisers. Deze verbintenissen blijven bestaan als natuurlijke verbintenissen. Als de gefailleerde deze verbintenissen nog vrijwillig zou voldoen, kan hij hier later niet op terugkomen.
Schuldeiser - schuldvordering
SCHEMA
Synoniem schuldeiser: crediteur: heeft een vorderingsrecht of schuldvordering op de schuldenaar.
Schuldenaar - schuld
SCHEMA
Synoniem schuldenaar: debiteur: heeft een verbintenis, een schuld of een verplichting jegens de schuldeiser.
Om:
- iets te geven
- iets te doen
- iets niet te doen (nalaten)
Schematische voorstelling om een verbintenisrechtelijk probleem op te lossen:
TEKEN: SCHEMA: koopovereenkomst, verbintenis die ontstaat uit onrechtmatige daad
TEKEN
verbintenissen tov elkaar = wederkerig contract
Indeling van verbintenissen
SCHEMA
A. Volgens de bron waaruit zij ontstaan
B. Volgens hun aard
C. Volgens het voorwerp waarop zij betrekking hebben
D. Wijze waarop de schuldeisers en schuldenaars gebonden zijn
E. Volgens de bijkomende modaliteiten waaraan zij onderworpen zijn
Indeling van verbintenissen: A. Volgens de bron waaruit zij ontstaan
- Verbintenissen uit eenzijdige wilsuiting
- Verbintenis uit overeenkomst
- Verbintenis uit oneigenlijke overeenkomst (quasi)
- Verbintenis uit onrechtmatige daad
Indeling van verbintenissen: B. Volgens hun aard
- Verbintenis met handelskarakter
- Verbintenis met persoonsgebondenkarakter
Indeling van verbintenissen: C. Volgens het voorwerp waarop zij betrekking hebben
- Verbintenis om iets te geven
- Verbintenis om iets te doen
- Verbintenis om iets niet te doen
- Inspanningsverbintenis
- Resultaatsverbintenis
- Deelbare verbintenis
- Ondeelbare verbintenis
- Verbintenis met meerdere voorwerpen
Indeling van verbintenissen: D. Wijze waarop de schuldeisers en de schuldenaars gebonden zijn
- Deelbare verbintenis
- Ondeelbare verbintenis
- Hoofdelijke verbintenis
- Verbintenis in solidum
Indeling van verbintenissen: E. Bijkomende modaliteiten waaraan zij onderworpen zijn
- Verbintenis onder voorwaarde
- Verbintenis onder tijdsbepaling
Indeling van verbintenissen: A. Volgens de bron waaruit zij ontstaan: 001. Contractuele versus buitencontractuele aansprakelijkheid
SCHEMA: is de aanspraak gebaseerd op een overeenkomst? JA: contractuele aansprakelijkheid NEE: buitencontractuele aansprakelijkheid
Twee buitenbeentjes
A. Oneigenlijke overeenkomsten
B. Eenzijdige wilsuiting
Weinig algemene regels, meestal regels uit verbintenissen uit overeenkomst op toegepast.
Indeling van verbintenissen: B. Verbintenissen volgens de aard waaruit zij ontstaan: 001. Verbintenis met handelskarakter 002. Verbintenis met burgerlijk karakter 003. Andere hoedanigheden
In de praktijk maakt het een groot verschil of een contract gesloten wordt door een handelaar of door een niet-handelaar.
Handelaar: verbintenis met een handelskarakter
Niet-handelaar: verbintenis met een burgerlijk karakter
De aard van de verbintenis is van belang om de set van regels die op een bepaalde situatie van toepassing is, te bepalen (burgerlijk recht dan wel handelsrecht).
Bv. In het bewijsrecht is het van belang of de partij tegen wie men moet bewijzen de hoedanigheid van ‘handelaar’ heeft of niet. Voor handelaars wordt bijvoorbeeld een bijzondere bewijskracht toegekend aan een factuur.
- Bv. Meer en meer bijzondere regels voor verbintenissen die worden aangegaan door een consument.
Bv. Wanneer een consument een consumptiegoed bv. auto, wasmachine of computer koopt van een professionele verkoper, dan moet zijn verkoper hem volgens de wet een minimumgarantie van twee jaar garanderen. Deze wettelijke waarborg is van dwingend recht: de kleine lettertjes van het contract mogen hier geen afbreuk van doen. Wordt hetzelfde goed echter gekocht door een niet-consument, dan geldt de wettelijke minimumgarantie niet.
Indeling van verbintenissen: B. Verbintenissen volgens de aard waaruit zij ontstaan: Verbintenissen met een persoonsgebonden karakter (intuitu personae)
Verbintenissen kunnen in principe door om het even wie uitgevoerd worden.
Uitzondering: Verbintenissen met een persoonsgebonden karakter (intuiti personae): Zij kunnen alleen worden uitgevoerd door de wettelijk of contractueel daartoe aangewezen persoon.
Een verbintenis is persoonsgebonden wanneer de identiteit of de persoonlijke hoedanigheid van de partij die ze moet uitvoeren bepalend was om de overeenkomst te sluiten. Het persoonsgebonden karakter zal blijken uit de aard van de verbintenis of uit de bedoeling van de partijen.
Een verbintenis met persoonsgebonden karakter zal uitdoven bij het overlijden van de schuldenaar.
Bv. Als je met Rubens bent overeengekomen om een portret van je te laten maken, zal je het wellicht niet appreciëren wanneer hij zijn tuinman stuurt. / presentator TV-show / fotograaf huwelijk, …
Bv. Vennootschap eindigt wanneer 1 van de vennoten overlijdt.
Indeling van verbintenissen: B. Verbintenissen volgens de aard waaruit zij ontstaan: Verbintenissen met een persoonsgebonden karakter (intuitu personae): Zelfs wanneer dit niet uit de aard van de verbintenis voortvloeit, kunnen partijen overeenkomen dat een verbintenis toch een persoonsgebonden karakter heeft
Bv. een franchisegever sluit een franchiseovereenkomst met een franchisenemer. Hij legt zij vertrouwen in de natuurlijke personen achter de rechtspersoon. Dus hij kan in de franchiseovereenkomst opnemen dat de overeenkomst persoonsgebonden is. Zo wordt hem het recht gegeven deze te beëindigen wanneer er zich een wijziging voordoet in de achtermannen van de franchisenemer.
Indeling van verbintenissen: C. Volgens het voorwerp waarop zij betrekking hebben
Het voorwerp van een verbintenis is wat de schuldenaar ervan moet presteren of wat de schuldeiser ervan kan vorderen. We maken een onderscheid tussen:
- verbintenissen om iets te geven, om iets te doen en om iets niet te doen
- resultaatsverbintenissen en inspanningsverbintenissen
Indeling van verbintenissen: C. Volgens het voorwerp waarop zij betrekking hebben:1. verbintenissen om iets te geven, om iets te doen en om iets niet te doen: verbintenissen om iets te geven
bv. een zaak in eigendom overdragen
Indeling van verbintenissen: C. Volgens het voorwerp waarop zij betrekking hebben:1. verbintenissen om iets te geven, om iets te doen en om iets niet te doen: verbintenissen om iets te doen
bv. een huis ontwerpen