Verbindingen 4 Flashcards
1
Q
Verstand hebben van
A
To have knowledge over smt
2
Q
In iemands ogen
A
From smn’s point of view
3
Q
Te maken hebben met
A
To deal with
4
Q
Afhankelijk zijn/worden van
A
To be or become dependent
5
Q
Doorgaan met
A
To continue with
6
Q
Geen kwaad kunnen
A
Can’t hurt
7
Q
Nogal eens
A
Frequently
8
Q
Opnemen in
A
To include/ admit
9
Q
Verslaafd raken aan
A
To get addicted to
10
Q
Een bron van
A
A source of
11
Q
Energie leveren aan
A
To deliver energie to
12
Q
Moeite doen voor
A
To make an effort
13
Q
Moeite hebben met
A
To have difficulties with
14
Q
Van nature
A
By nature
15
Q
Vol goede moed zijn
A
To have motivation