Idioom 4 Flashcards
1
Q
De liefde van de man gaat door de maag
A
Als je goed kan koken, is je man blij
2
Q
Eten wat de pot schaft
A
Je moet eten wat er is
3
Q
Af en toe
A
Soms
4
Q
Mij niet gezien
A
Dat is niks voor mij
5
Q
Dat moet kunnen
A
Het mogelijk is
6
Q
Iets goedmaken
A
Je wilt een fout herstellen