Van Van Staveren, Chapter 20, Feedback Flashcards

1
Q

FACT team =

A

flexible assertive community treatment

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

twee belangrijke gespreksvaardigheden

A
  • constructief omgaan met kritiek
  • effectief feedback geven
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wanneer je kritiek krijgt of negatieve feedback geeft, is er altijd een risico op het ontstaan van een conflict. de boodschap komt harder aan naarmate het persoonlijker wordt, de relatie belangrijker is en het om essentiële zaken gaat. je zult beter met kritiek en feedback kunnen omgaan als je je houding ten opzichte van je gesprekspartner beter begrijpt en leert hanteren.

A

oke

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

welk model past er bij feedback geven

A

de Roos van Leary

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

waar gaat de roos van leary / relatieroos om

A

om hoe de verhoudingen binnen een relatie zijn; assen zijn samen-tegen en boven-onder.

Up-samen
Samen-up
Samen-down
Down-samen
Down-tegen
Tegen-down
Tegen-up
Up-tegen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat zijn de regels van de roos van leary

A

als de een zich ‘down’ gedraagt, gaat de ander bijna vanzelf ‘boven’ zitten (= een complementaire reactie), en als de een zich samen gaat gedragen dan gedraagt de ander zich ook samen (=symmetrische reactie)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat gebeurt er in de roos van leary als iemand kritiek geeft

A

vaak voelt het alsof diegene tegen-up gaat, waardoor je al snel in een complementaire rol gaat, omdat tegen provoceert tegen. -> escalatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wat kan je beter doen in een situatie waarbij je kritiek krijgt

A

bewust kiezen voor effectiever gedrag: samen-down bijvoorbeeld (=meewerkend):
‘Vertel eens’, of ‘goed dat je me dit verteld’

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

en wat kan je doen als je degene bent die de kritiek of negatieve feedback geeft

A

vanaf het begin al in de samen-up positie (=helpend) te gaan

‘Laten we samen naar een oplossing zoeken’

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

patient gerichte vaardigheden=

A

actief luisteren, empathie tonen, erkenning geven, zo veel mogelijk de samenwerking stimuleren)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wat voor evaluerende meetinstrumenten zijn er in de patientenzorg

A
  • GGZ thermometer
  • consumer quality index (CQ-index)
  • routine outcome monitoring (ROM)
  • session rating scale (SRS)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

wat meet de session rating scale

A

de kwaliteit van de werkrelatie

Aan de hand van de SRS geeft de patiënt aan het einde van ieder consult aan wat hij vindt van de relatie, van je aanpak en werkwijze en van de doelen en onderwerpen van het consult

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Bij het horen van kritiek heb je misschien
de neiging in de verdediging te schieten. Dat is jammer, want een defensieve
houding (in termen van de Roos van Leary: de tegen-opstandige rol) leidt meestal tot een
vruchteloze welles-nietesdiscussie en een impasse. Probeer liever te reageren met een
positieve formulering om zo van het begin af aan de juiste toon te treffen: ‘Goed dat u dit
ter sprake brengt…’ Of: ‘Dank je. Fijn dat je me dit vertelt.’

A

oke

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

want kritiek is eigenlijk…

A

gratis advies!!! uitgelezen kans om je eigen functioneren te verbeteren. het is eigenlijk een compliment, dat onze relatie het geven van kritiek toelaat.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

niet goed luisteren werkt vaak averechts bij kritiek, want….

A

wie zich niet gehoord voelt gaat zijn kritiek vaak harder verwoorden. luister liever eerst onbevangen naar wat iemand te zeggen heeft zonder in de rede te vallen. vraag door, vat samen en ga na of je alles goed begrepen hebt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

waarom geen waarom-vragen stellen

A

dit is riskant: met een waarom vraag, vraag je namelijk onbedoeld kritisch naar tekst en uitleg, en tegen provoceert tegen!!

17
Q

achter elk verwijt ligt een verlangen

A

dus ga er altijd achter aan wat je gesprekspartner dan wel wil, welke behoefte er achter de kritiek schuilt.

18
Q

hoe geef je effectief erkenning

A

door reflectie fte luisteren: je let goed op wat de ander probeert te zeggen en geeft dat in je eigen woorden terug (=gevoelsreflectie)

19
Q

hoe verklein je de kans op conflict, als je hebt geluistert en dan uiteindelijk wil reageren

A

met een ik-boodschap (zo voorkom je een onbedoeld verwijt dat doorgaans met jij of u begint)

20
Q

wat wil je ook vermijden

A

het woordje ‘maar’, want ‘ja, maar…’ is een indirecte vorm van ‘nee, want’ -> vervangen door ‘ja, en…. of ja, ook’ etc.

21
Q

Schema voor het constructief omgaan met kritiek

A
  • je krijgt kritiek.
  • Beheers je, schiet niet in de verdediging, reageer nog niet inhoudelijk.
    Formuleer positief, kritiek is gratis advies: ‘Goed dat u dit ter sprake brengt…’
  • Laat de ander even zijn ongenoegen ventileren.
  • Concretiseer: ‘Wat bedoelt u precies?’
  • Vat samen: ‘Dus als ik het goed begrijp zegt u: … Klopt dat?’
    Geef erkenning: ‘Dat is inderdaad lastig .. .’
    Bedenk of de kritiek terecht of onterecht is.
    Reageer inhoudelijk met een ik-boodschap, vermijd het tussenvoegsel ‘maar’ en geef
    uitleg.
  • Vat samen met een tweezijdige reflectie: ‘Dus aan de ene kant… en aan de andere kant…’
  • Zoek samen naar een oplossing
22
Q

hoe kan je negatieve feedback geven (welk schema)

A

SAGE schema

23
Q

SAGE schema =

A
  • situatie
  • actueel gedrag
  • gevolgen
  • eis (=verzoek)
24
Q

situatie=

A

waar, wanneer, onder welke omstandigheden

25
Q

actueel gedrag =

A

wat deden ze precies

26
Q

gevolgen=

A

wat is het probleem

27
Q

eis =

A

verzoek, wat wil je voortaan liever zien

28
Q

wat zijn nog meer belangrijke dingen bij het geven van negatieve feedback

A
  • ook tops geven
  • boodschap doseren: niet opsparen, maar 1 tip tegelijkertijd geven
  • goede timing
29
Q

hoe moet je ongewenst gedrag aangeven

A

beschrijf het ongewenste gedrag concreet en specifiek, op een niet-veroordelende manier en geef zonder te overdrijven of af te zwakken aan wat je er van vind.

30
Q

schema voor het effectief geven van feedback

A
  • Bereid het gesprek voor (eventueel volgens het SAGE-schema).
  • Leid kort in: ‘Ik wil iets met je bespreken.’
  • Begin, als het even kan, met positieve feedback (top).
  • Breng de negatieve feedback (tip) met een ik-boodschap: ‘Ik zie … ik vind … het gevolg was
    dat…’
    Geef de ander ruimte om te reageren: ‘Wat vind jij?’ ‘Herken je dit?’
  • Geef eventueel aanvullend uitleg.
  • Onderhandel en maak samen afspraken: ‘Zou je het ook anders kunnen doen?’
  • Evalueer: ‘Kun je je hierin vinden?’
31
Q

kritiek krijgen en feedback geven: tips

A
  • Luister naar de ander en geef hem erkenning: wie zich namelijk niet gehoord voelt, gaat vanzelf harder schreeuwen.
  • Met zijn kritiek laat de ander weten wat hij niet wil; vraag je af wat hij wel wil.
  • Gebruik de ik-boodschap voor het geven van feedback.
  • Wees zacht voor de persoon en hard voor het probleem.
  • Let bij het geven van negatieve feedback op je dosering (wees mild), timing en nonverbale
    houding.
  • Laat weten wat je wél wilt.