Validiteit

Question 1

Validiteit

Answer 1

Meet de test wat het poogt te meten? Afhankelijk van de context heeft validiteit een andere betekenis.

Question 2

Eerst vorm van validiteitsstudie

Answer 2

Carl Wissler die geen correlatie vond tussen de mentale testen van Catell en examenscores.

Question 3

invloed van behaviorisme op ‘validiteit’

Answer 3

Het accent verschuift naar het criterium van validiteit (ipv het meetinstrument). Dit is een externe maat die niet overeenkomt met het meetinstrument zelf, maar iets waarvan je theoretisch verwacht dat er een correlatie is.

Question 4

APA over validiteit

Answer 4

Deelde validiteit op in 4 soorten, zodat het een monsterbegrip werd.

Question 5

Construct validiteit

Answer 5

Bestaan uit convergerende en discriminante validiteit. Dit is een overkoepelende term.

Question 6

Convergerende validiteit

Answer 6

In hoeverre zijn de metingen die theoretisch verondersteld worden te correleren, inderdaad gecorreleerd met elkaar? (discriminante validiteit is hier het omgekeerde van)

Question 7

Validiteit op zicht

Answer 7

Een niet-wetenschappelijke, subjectieve vorm van validiteit.

Question 8

inhoudsvaliditeit

Answer 8

Komt de inhoud vd items overeen met de betekenis van het construct? Deze beoordeling gebeurt door een extern team van experten.

Question 9

CVR

Answer 9

= Content Validity Ratio = een cijfer tussen -1 en +1, gegeven door een beoordelingsteam over de inhoudsvaliditeit. Het gemiddelde van deze scores wordt gebruikt als een algemene scores van inhoudsvaliditeit voor een test.

Question 10

Criterium validiteit

Answer 10

Bestaat uit concurrerende validiteit en predictieve validiteit, gemeten via correlatie, regressie of SEM

Question 11

Range restrictie

Answer 11

Correlaties van criterium validiteit vallen zwak uit omdat de spreiding van de betrokken variabelen beperkt is.