1-factor analyse

Question 1

1-factor model

Answer 1

Een model met 1 continue variabelen (metrische/numerieke indicatoren), die een psychologisch construct representeert via confirmatorische factoranalyse.

Question 2

Discrete kansvariabele

Answer 2

Er zijn maar p mogelijke uitkomsten.

Question 3

Continue kansvariabele

Answer 3

Er zijn oneindig mogelijke uitkomsten x. Met elke waarde x is er een kansdichtheid f(x) geassocieerd.

Question 4

populatie standaarddeviatie

Answer 4

de vierkantswortel vd variantie genoteerd als σx

Question 5

Eerste beschrijving 1-factormodel

Answer 5

Door Charles Spearman (1904), die het origineel two-factor model noemde, maar i de moderne nomenclatuur telt men het aantal factoren die corresponderen met de constructen (geen errortermen)

Question 6

Landa

Answer 6

De stijging op de y-as, wanneer de factorscore op de x-as met 1 eenheid toeneemt. Hoe stijler de rechte, hoe groter de factorlading (Landa).

Question 7

variantie vd errorterm

Answer 7

theta ^2

Question 8

het congeneriek factormodel

Answer 8

Het &-factormodel dat een extra assumptie heeft, namelijk dat de errortermen ongecorreleerd zijn. Dit impliceert dat de gemeenschappelijke factor de enige reden is dat twee items correleren. = congeneriek

Question 9

de communaliteit

Answer 9

Het deel van een totale variantie van een indicator/item dat gemeenschappelijk is met de overige factoren.

Question 10

de unieke variantie

Answer 10

Het deel van de totale variantie va een indicator/item dat toe te schrijven is aan de meetfout/errorterm

Question 11

Effect van de intercepten

Answer 11

Wanneer de intercepten groter zijn, worden de gemiddelde hoger, maar verandert er niets aan de correlaties. Intercepten zijn bijgevolg niet van belang bij de relatie tussen twee items.

Question 12

Effect van de factorladingen

Answer 12

De gemiddelden blijven hetzelfde maar de correlaties veranderen. Hoe hoger de factorlading, hoe hoger de correlaties.

Question 13

Effect van de errortermen

Answer 13

Hoe hoger de errorlading, hoe zwakker de correlaties. Dit is het omgekeerde effect van de factorladingen.

Question 14

Factoranalyse

Answer 14

Vertrekt van data en probeert de waardes van de modelparameters (intercepten, factorladingen en varianties vd errortermen) te schatten adhv de maximale aannemelijkheid methode.

Question 15

factoranalyse in R

Answer 15

• via het ‘factanal’ commando

- via lavaan’s ‘cfa’ commando

Question 16

Factorscores

Answer 16

standaardnormale (z-) scores die we hanteren om subjecten te rangschikken obv hun niet geobserveerde scores op de latente variabele.

Question 17

1-factor modelvergelijkingstoets

Answer 17

Indien de p-waarde niet significant is (>0,05), is de restrictie aannemelijk. De nulhyopthese is dus dat het model met gelijkheidsrestricties aannemelijk is.

Question 18

1-factor modeltoets

Answer 18

De nulhypothese is dat het model goed past bij de data/ Bij p <0,05 verwerpen we die hypothese.