Urologie: voorkennistoets Flashcards

1
Q

Voorkennistoets

Bij welke situaties ziet men een verhoogd risico op urinaire problemen tijdens de zwangerschap?

A
  • Geassisteerde partus
  • Macrosome neonaat
  • Bij het gebruik van EA in arbeid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Voorkennistoets

Indien men tijdens een arbied gebruik maakt van eenmalige sondages en men bekomt een residu van < … ml of > … ml, dient men de … te wijzigen en/of de … van het katheteriseren te wijzigen.

Vul aan

A

Indien men tijdens een arbied gebruik maakt van eenmalige sondages en men bekomt een residu van < 100 ml of > 500 ml, dient men de vochtinname te wijzigen en/of de frequentie van het katheteriseren te wijzigen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Voorkennistoets

Wat is het verschil tussen een blaasspoeling en een blaasinstillatie?

A

een blaasspoeling heeft als doel de blaas te reinigen en/ of te ontsmetten.

een blaasinstillatie heeft als doel een geneesmiddel en/ of antisepticum in de blaas te brengen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Voorkennistoets

Wat is een doel van de blaastraining?

A

urineweginfectie voorkomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Voorkennistoets

Met hoeveel ml en met welke vloeistof wordt de fixatieballon van de verblijfsonde opgeblazen?

A

7-8 ml en Aqua destillata

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Voorkennistoets

welke complicaties zijn mogelijk na een katheterisatie van de blaas?

A
  • Urineweginfectie
  • Trauma van de urethra
  • Tijdelijke incontinentie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Voorkennistoets

Welke elementen vormen een indicatie voor een blaasinstillatie?

A
  • Cystitis
  • Blaaspoliepen en -tumoren
  • Steenaanslag
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Voorkennistoets

Wat te doen in volgende situatie: een vrouw in arbeid kan 2 opeenvolgende keren geen spontane mictie maken.

A

Intermittente katheterisatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Voorkennistoets

Wat te doen in volgende situatie: na het spontaan plassen in het directe postpartum wordt er een urinehoeveelheid gemeten van > 600 ml.

A

Controleer < 15’ na het plassen de blaasinhoud met een bladderscan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Voorkennistoets

Wat te doen in volgende situatie: Bij het herplaatsen van de VBS na een partus met een bijgespoten spinale anesthesie wordt een residu van > 1 liter binnen 1 uur waargenomen.

A

Plaats een VBS voor 48 uur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Voorkennistoets

Wat te doen in volgende situatie: Na het verwijderen van een VBS die 24 uur ter plaatse bleef omwille van het niet spontaan kunnen plassen na een vaginale partus wordt na de 1ste keer spontaan plassen een residu waargenomen van 200 ml.

A

Controleer < 15’ na het plassen de blaasinhoud met een bladderscan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Voorkennistoetst

Welke elementen zijn een indicatie tot éénmalige blaaskatheterisatie?

A
  • Urineretentie
  • Medicatie in blaas brengen
  • Blaas vullen bij NSprolaps
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Voorkennistoets

Welke signalen zijn ook gekend als signalen van urinaire problemen?

A
  • Geen aandrang tot mictie
  • Overvulling van de blaas
  • Weinig of een moeilijk urinestaal
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly