Intraveneuze perfusie: 1.3 De centraal intraveneuze katheter (CVK) Flashcards

1
Q

Wat is een centraal veneuze katheter?

A

= een katheter waarbij de tip zich bevindt in de centraal veneuze circulatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn indicaties bij CVK?

A
  • toedienen grote hoeveelheden vocht, parentale voeding, vloeistoffen/medicatie die irriterend werken op perifere vaatwand
  • als perifere venen niet beschikbaar of aanprikbaar zijn
  • meten van centraal veneuze druk
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn tegenindicaties bij CVK

A
  • infectie ter hoogte van punctieplaats
  • stollingsstoornissen, patiënten onder anti-coagulantia
  • trombocytopenie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Waar bevinden de anatomische punctieplaatsen zich voor CVK?

A
  • vene jugularis
  • vena subclavia
  • vena femoralis
  • vena brachialis
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Waar CVK bij neonaat?

A

In umbilicalis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

In welke venen is de kans op infectie groter?
Waarom?

A
  • in vena jugularis en vena femoralis
  • in deze zone:
    –> hogere microbiële kolonisatie van de huid
    –> minder goede fixatie mogelijk
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Waar is het accidenteel prikken van pneumothorax kleiner?

A

Bij aanprikken van vena jugularis kleiner risico tav vena subclavia

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Door wie wordt de punctieplaats bepaald?

A

de arts

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

vergelijking punctieplaatsen

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoe wordt keuze van soort katheter bepaald?

A
  • keuze is afhankelijk van doel waarvoor katheter gebruikt:
  • indeling volgens verblijsduur
  • indeling volgens het aantal lumina
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hoe is de indeling bij CVK volgens verblijfsduur?

A
  • kort termijnkatheters:
    –> klassieke katheter voor vena subclavia, vena jugularis, vena femoralis
  • lange termijnkatheters:
    –> implanteerbare systemen heelkundig ingebracht
    –> centrale vene w bereikt na traject door subcutis (‘tunnelen)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Hoe is de indeling bij CVK volgens aantal lumina?

A
  • enkellumenkatheter
  • multilumenkatheter
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Leg uit:
Enkellumenkatheter

A
  • katheter met enkelvoudig lumen
  • distale opening bevindt zich in centraal veneuze circulatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Leg uit:
Multilumenkatheter

A
  • katheters met 2, 3 of 4 lumen
  • elk lumen eindigt op welbepaalde afstand van distale uiteinde van katheter
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Voordeel multilumenkatheter

A

op eenzelfde ogenblik meerdere vloeistoffen/medicaties kunnen toegediend, zonder vooraf te mengen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Nadeel
multilumenkatheter

A

grotere kans op infecties
–> meerdere toegangspoorten, meerdere manipulaties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat doen indien een multikatheter niet meer geïndiceerd is?

A

Best vervangen door enkellumen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Kleurcode
Distaal lumen

aanbevolen voor?

A
  • bruin
  • toediening vloeistoffen aan hoog debiet, colloïde vloeistoffen, CVD-meting
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Kleurcode
Proximaal lumen

aanbevolen voor?

A
  • wit
  • toediening medicaties, bloedafname
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

KLeurcode
Mediaal lumen 1

A

blauw

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Kleurcode
Eventueel mediaal lumen 2

A

grijs

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Som onderdelen van CVK op

A
  • katheter
  • klem
  • hecht vleugel
  • luer-lockverbinding
23
Q

Geef uitleg over het materiaal van de katheter.

A
  • zachte tip om perforatie vene te voorkomen
  • markeringen aangebracht om diepte insertie na te gaan.
24
Q

lengte en diameter

Wanneer stijgt risico op complicaties?

A

Als de diameter stijgt.

25
Waarom heeft CVK een klem?
om **luchtembool** te voorkomen
26
plaatsing via welke techniek? Welke techniek is dit?
**Seldingertechniek**. Een medische handeling
27
Fixatie katheter
28
Welke **complicaties** ontstaan **bij het plaatsen**?
* arteriële punctie-hematoomontwikkeling * aritmieën * pneumothorax-hemothorax * hydrothorax * verkeerde katheterpositie * beschadiging van zenuwen * harttamponade
29
Symptomen **Arteriële punctie-hematoomontwikkeling**
uitgebreid hematoom
30
Symptomen **Aritmieën**
prikkeling myocard met ontstaan van ritmestoornissen
31
Symptomen **Pneumothorax-hemothorax**
* aanwezigheid van lucht-bloed in pleurale holte * dyspnoe * droge hoest * pijn bij in-en uitademen * O2 saturatie daalt * weezing bij inspiratie * asymmetrie thoraxbewegingen * hypotensie * tachycardie * zichtbaar op RX
32
Symptomen **Hydrothorax**
een niet-inflammatoire collectie van vocht in pleurale holte
33
Symptomen **verkeerde katheterpositie**
--> zichtbaar op RX -->geen juiste CVD-meting mogelijk ## Footnote t
34
Symptomen **beschadiging van zenuwen**
* verlies gevoelsmotoriek thv bovenste ledematen * verlamming diafragma * heesheid
35
Symptomen **harttamponade**
vochtophoping in pericardiale ruimte
36
Preventie **aritmieën**
* monitoring (controle hartritme) * controle RX-thorax na plaatsing * correcte en goede fixatie voorzien
37
Welke **complicaties** ontstaan **door aanwezigheid CVK**?
* infectie-kathetersepsis * tromboflebitis- trombo-embolie * luchtembolie * verstopping * overvulling * hematoom * speed shock * anafylactische shock
38
Symptoom **infectie-kathetersepsis**
lokale of algemene infectietekens
39
Preventie **infectie-kathetersepsis**
guidelines voor plaatsing en zorg CVK respecteren
40
Symptomen **Tromboflebitis- trombo-embolie**
* trombusvorming samen met ontstekingsverschijnselen * hypotensie * tachycardie * zwakke pols * verhoogde CVD * cyanose * gedaald BWZ
41
Preventie **Tromboflebitis- trombo-embolie**
* guidelines voor plaatsing en zorg cvk respecteren * juist en continu debiet instellen
42
Symptomen **luchtembolie**
* indien bij CVK een open verbinding bestaat met buitenlucht --> w bij elke inademing lucht aangezogen in het vaatbed * hypotensie * tachycardie * zwakke pols * verhoogde CVD * dyspnoe * cyanose * schouder-of rugpijn * gedaald BWZ * hartstilstand
43
Preventie **luchtembolie**
* **NOOIT deconnecteren zonder de weg naar patiënt te sluiten** * ontlucht het volledig infuussysteem * vooraleer aan te sluiten * gebruik luer-lock connecties * alle connecties controleren bij elk observatietijdstip van de patiënt
44
Symptomen **verstopping**
**niet meer indruppelen van infuusvloeistof** --> doordat trombus zich gevormd heeft aan tip cvk
45
preventie **verstopping**
* correct fixeren om knikking te voorkomen * houding patiënt aanpassen * meerwegkraan in juiste positie draaien * nieuw infuus voorzien * juist en continu debiet instellen
46
Symptomen **overvulling**
* stuwing halsvenen * kortademigheid * RR stijging * hoesten * vochtige ronchi
47
Preventie **overvulling**
* juist debiet instellen * gebruik van debietregelaar, spuitenpomp, volumetrische pomp
48
Symptomen **hematoom**
* ophoping bloed tgv bloedlekkage in weefsels * zwelling, blauwe verkleuring
49
Symptomen **Speed shock**
* rode blos gelaat * ernstige hoofdpijn * pijn in borst * onregelmatige pols * bloeddrukdaling * BWZ verlies * hartstilstand
50
Preventie **Speed Shock**
behoedzaamheid vereist bij elke toediening medicatie en vochten
51
Symptomen **Anafylactische shock**
* allergische reactie met: 1. jeuk 2. huiduitslag 3. RR daling 4. snelle zwakke pols 5. benauwdheid als gevolg
52
Wanneer moeten **toedieningssystemen** vernieuwd worden?
* Elke **24u** bij vetemulsies, bloed & bloedderivaten * Elke **72u**: volledig perfusiesystemen & toebehoren
53
Wanneer moeten **perfusies** vernieuwd worden?
* Elke **4u** bij bloed & bloedderivaten * Elke **12u** bij vetemulsies * Elke **24u** bij TPN
54
Wat is de voorkeurvolgorde bij veneuze afname? | Ezelsbrug?
1. Hemoculturen 2. Citraattube 3. Serumtube (met of zonder stollingsactivator of gel) 4. Heparinetube (met of zonder gel) 5. EDTA-buis 6. Buis met glycolyseremmer = Na-Fluoride | Hou Céline Super Happy En Gelukkig :)