Urologie: 2.1 Blaaskatheterisatie Flashcards

1
Q

Wat zijn mogelijke indicaties voor blaaskatheterisatie?

A
  • verlengde arbeid: latent/actief
  • geassisteerde partus
  • sectio bij verlengde latente fase
  • epidurale anesthesie vooral met het lokaal anestheticum bupivacaïne (Lidocaïne®, fentanyl® en ropivacaïne®)
  • het gebruik van een morfine pijnpomp na een operatie
  • episiotomie
  • perineaal of vulvair trauma
  • overvulling van de blaas
  • macrosome neonaat
  • obesitas
  • nullipara
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat kunnen signalen van urinaire problemen zijn?

A
  • geen aandrang
  • geen mictie < 6 uur na een partus of na het verwijderen van een verblijfskatheter
  • onderbuikpijn
  • palpeerbare blaas
  • overvulling van de blaas
  • weinig of een moeilijke urinestaal bij mictie
  • het gevoel dat de blaas niet leeg is
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Blaaskatheterisatie

Wat is
blaaskatheterisatie?

A

= Inbrengen flexibele, steriele katheter of sonde via urethra of buikwand tot in de blaas

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Blaaskatheterisatie

Wat is het doel van een blaaskatheterisatie?

A

2 mogelijke doelen:
1. Evacuatie van urine uit de blaas
2. Inbrengen van een product in de blaas (al dan niet enige tijd ter plaatse)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Blaaskatherisatie

Welke producten zouden we kunnen inbrengen in de blaas?

A
  • Medicatie
  • Ontsmettingsstof
  • Contraststof (cystografie)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Blaaskatherisatie

Hoe kan je blaaskatheterisatie opdelen?

A

Op 2 manieren:

1.Volgens tijdsduur
- éénmalige kath
- verblijfskath

2.Volgens manier waarop
- transurethraal
- suprapubisch

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Blaaskatherisatie

Waarop moet men letten wanneer > 600ml gedraineerd wordt?

A
  • Collaps blaas
  • Hypotensie
  • Hypovolemie
    > rapportage aan arts
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Blaaskatherisatie

Hoe vaak moet een vrouw in arbeid urineren?

Wanneer passen we een intermittende kath toe?

A

Om de 2-3u

Wanneer ze 2 opeenvolgende keren niet kan plassen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Blaaskatherisatie

Wanneer gaan we een transurethrale verblijfskath bij een vrouw in arbeid aanbevelen?

A
  • Palpabele blaas
  • Wanneer de vrouw het gevoel heeft de blaas niet volledig te kunnen ledigen
  • Bij een epidurale/spinale anesthesie wanneer er nog een lang vooruitzicht is op de geboorte van de neonaat.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Blaaskatherisatie

Wat doen we best met de verblijfskatheter bij de start van het persen?

A

Verwijderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Blaaskatherisatie

Wat als er na een éénmalige sondage een residu is van < 100ml of > 500ml?

A
  • Vochtinname wijzigen
  • Frequentie van katheteriseren wijzigen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Blaaskatherisatie

Waarop letten we in het directe postpartum omtrent mictie?

A
  • Eerste twee urinelozingen na partus: tijd en hoeveelheid
  • 2u PP urineretentie controleren
  • Spontane mictie?
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Blaaskatherisatie

Wanneer moet spontane mictie plaatsvinden na de bevalling?

A
  • Binnen 4-6u na partus
  • Binnen 4-6u na verwijderen verblijfskath
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Blaaskatherisatie

Wat is een afwijkende urinehoeveelheid in het onmiddellijke PP? Wat doe je dan?

A

Minder dan 150ml

Meer dan 600ml

Nacontrole:
Binnen 15min na urineren bladderscan of intermittente sondage

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Afwijkende urinehoeveelheid in het onmiddellijke PP

Nacontrole toont een residu van < 500ml.
Wat doe je?

A

Aanraden om binnen de twee uur nogmaals te plassen.
Tijdstip en hoeveelheid noteren.

Residu < 150ml = OK

Residu > 150ml = uroloog verwittigen en 7 dagen verblijfskath

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Afwijkende urinehoeveelheid in het onmiddellijke PP

Nacontrole toont een residu van >500ml.
Wat doe je?

A
  • Arts verwittigen
  • Verblijfskath voor 24u

Na verwijderen verblijfskath moet er spontane mictie zijn na 4-6u. Tijdstip en hoeveelheid bijhouden.

Residu < 150ml = OK

Residu > 150ml = uroloog verwittigen en 7 dagen verblijfskath

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Onmiddellijk PP

Wat als er geen spontane mictie is binnen de 4-6u?

A
  • Gynaecoloog verwittigen
  • Verblijfskatheter 24u

Na verwijderen verblijfskath moet er spontane mictie zijn na 4-6u. Tijdstip en hoeveelheid bijhouden.

Residu < 150ml = OK

Residu > 150ml = uroloog verwittigen en 7 dagen verblijfskath

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Verblijfskath na een partus

Evacuatie van +500ml in 1u. Wat doe je?

A

Kath nog 24u ter plaatse laten

Erna opnieuw evalueren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Verblijfskath na een partus

Evacuatie van +1l in 1u. Wat doe je?

A

Kath nog 48u ter plaatse laten

Erna opnieuw evalueren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Wanneer gaan we na partus een nieuwe transurethrale verblijfskath plaatsen? En voor hoe lang?

A
  • Spinale verdoving: tot 6u PP OF tot ze benen weer goed kan bewegen
  • Bijgespoten spinale/epidurale anesthesie tot 12u PP
  • Postpartumbloeding met oxytocine-infuus tot 12u PP of langer zolang oxytocine-infuus loopt
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Wat is een bladderscan?

A

Toestel op batterijen die gebruik maakt van ultrasone golven om zo een digitaal volume te meten van de blaas

Extra aanvulling om observatie te bevestigen

22
Q

Contra-indicaties voor bladderscan?

A
  • Wonden in suprapubische omgeving
  • Open wonden
  • Zwangerschap
  • Verblijfskath
23
Q

Welke indicaties zijn er voor éénmalige blaaskath met het doel om urine te evacueren?

A
  • Afname urinestaal
  • Ledigen blaas voor onderzoek
  • Bepalen blaasresidu na spontane mictie (tegenwoordig vaker bladderscan)
  • Urineretentie
  • Intermittente kath: patiënt aanleren van zelfkath
24
Q

Welke indicaties zijn er voor éénmalige blaaskath met het doel om product in de blaas te brengen?

A
  • Blaasspoeling (reinigingsmiddel)
  • Blaasinstillatie (medicatie)
  • Vullen van blaas (NSprolaps/bepaalde onderzoeken)
  • Nierfunctietesten
  • Retrograde cystografie (contraststof)
25
Welke indicaties zijn er voor een verblijfskath? Buiten de verloskunde.
- **Heelkundige** ingrepen waarbij een **gevulde blaas teveel druk** zou uitoefenen *(belemmert herstel)* - Na operatie **blaasspoelling**, -instillaties, strikte urinecontroles mogelijk maken - Heelkundige ingrepen waarbij postoperatief een zo groot mogelijk **immobiliteit** geïndiceerd is - Bij **obstructie** van de urinewegen waardoor er een blijvende afvloeibelemmering ontstaat - Bij **urethrale letsels** hetzij na chirurgie en/of trauma - Acute en chronische **urineretentie** - Bij moeilijkheden door **neurologische stoornissen** om de blaas te ledigen - **Preventief**: bedlegerige, incontinente, comatueze zv's - Intensieve en nauwkeurige **opvolging van de diurese** in acute situatie
26
Wat zijn contra-indicaties voor een verblijfskath?
- **Urethraletsels** - Actieve renale urinaire **infecties** - Niet stabiele **bekkenfracturen** met vermoeden van letsels aan organen in kleine bekken
27
Wat zijn mogelijke complicaties van een kath?
1. Urineweginfectie 2. Trauma van de urethra 3. Tijdelijke incontinentie
28
# UWI - UTI Wat is de incidentie van een UTI?
* **40%** nosocomiale infecties * **70% UWI** ontstaat **door aanwezigheid verblijfskatheter** (10% ZH-pat. wordt gekatheteriseerd!)
29
# UWI - UTI Wat is een asymptomatische UTI?
Uit de urine kunnen micro-organismen gekweekt worden, **zonder ontstekingsverschijnselen**
30
# UWI - UTI Wat is een symptomatische UTI?
Ontstekingsverschijnselen in de urinewegen die vaak gepaard gaan met **klinische symptomen** zoals koorts, dysurie, pollakisurie, enz.
31
# UWI - UTI Wat is pyurie?
**Pus** in de urine
32
# UWI - UTI Wat is bacteriëmie?
aanwezigheid van **bacteriën in bloed** | *(bevestigd door een cultuur)*
33
# UWI - UTI Wat is sepsis?
infectie met **systemische respons** | *(koorts of hypothermie, tachy- of bradycardie, ...)*
34
# UWI - UTI Wat is urosepsis?
Sepsis als **gevolg** van een UTI
35
# UWI - UTI Wat zijn **klinische symptomen** voor een UTI? Kans op UTI bij één/meer symptomen? ## Footnote Oppassen voor verwarring met?
* Dysurie * Pollakisurie * Urgency * Geen vaginaal verlies * Eventueel T: 38°C of meer; * Eventueel suprapubische pijn 1 symptoom: 50% kans op UTI Meerdere: 90%! ## Footnote SOA! Sterk gelijkende symptomen
36
# UWI - UTI Wat is dysurie?
**Pijn of ongemak** bij het plassen
37
# UWI - UTI Hoe vindt **besmetting** plaats?
* Van **eigen dikke darmflora** * Via **personeel of niet steriele instrumenten** * **Ingangspoort** voor besmetting: > Tijdens katheterisatie > Tijdens verblijf van de katheter (via lumen of extraluminaal)
38
# UWI - UTI Wat zijn **algemene risicofactoren** voor UTI?
* **Duur** verblijfskatheter: per dag stijgt prevalentie met 3-10% * **Seks** * **Spermicides** * **Nieuwe seksuele partner** * **Familiale** voorgeschiedenis UWI 1ste lijn
39
# UWI - UTI Wat zijn **risicofactoren vanuit de patiënt** voor UWI?
* **Leeftijd**: ouder meer * **Geslacht**: vrouwen meer * **Diabetes** * **Zwangerschap** * Groot **blaasresidu** * Slechte **algemene toestand** * Te geringe **vochtopname**
40
# UWI - UTI Wat zijn **risicofactoren vanuit het personeel** voor een UWI?
* **Hygiëne** * **Beschermende** maatregelen
41
# UWI - UTI Hoe kan je **preventief** werken tegen een UTI?
- Verblijfskath **beperken** in gebruik en duur - **Gekwalificeerde** zvl met kennis en kunde - Enkel op medisch **voorschrift** plaatsen - **Gesloten** drainagesysteem met anti-refluxklep - **Katheterzorg**: meatus, katheter en genitale regio dagelijks met water & **zeep** wassen - Adequate **diurese** = noodzakelijk (100ml vocht/u innemen) - Liefst **siliconen** katheters
42
# UWI - UTI Welke **alternatieven** verkiezen we vooraleer een urinaire katheter te plaatsen?
- Externe opvangsystemen *(luiers, onderleggers...)* - Drainage via suprapubische kath - Intermittende kath - éénmaltige kath
43
# UWI - UTI Wat zijn mogelijke **gevolgen** van UWI?
* Cystitis * Acute pyelonephritis * Gram-negatieve sepsis * Shock
44
# UWI - UTI Welke **behandeling** bij een UTI?
- Katheter **verwijderen** *(en eventueel nieuwe plaatsen)* - **Staalafname** voor bacteriologie - Starten met breedspectrum **AB**, na resultaat antibiogram aangepaste AB - **Symptoombestrijding**
45
# Trauma urethra Hoe kan je een trauma van de urethra **veroorzaken**?
* **Gespannen** zv * **Hypertrofie** uterus/prostaat * **Prolaps** blaas/prostaat * Te **dikke** kath * Te **bruusk** invoeren kath * **Geen glijmiddel**
46
# Incontinentie Hoe kan je tijdelijke incontinentie **veroorzaken** met een kath?
* **Langedurige kath** * Te **dikke** kath > Blaad raakt ontwend aan volheidsgevoel
47
# Incontinentie Hoe kan je tijdelijke incontinentie **vermijden en behandelen** bij gebruik van kath?
**Preventie**: - Juiste dikte kath - Periodieke afsluiting van kath **Behandeling**: blaastraining
48
Wat is het **verschil** tussen **urineretentie** en **blaasresidu**?
**Blaasresidu**: de resterende hoeveelheid urine na een spontane mictie **Urineretentie**: weerhouden van urine in de blaas. Er is wel urineproductie, maar ze kan niet geloosd worden
49
# Suprapubische blaaskatherisatie Wat zijn de **voordelen** van een **suprapubische** blaaskath?
* **Urethra** blijft **vrij** * **Spontane mictie** blijft mogelijk * Makkelijk **residu bepalen** * Groter **comfort** * Minder **UTI** * Minder **blaasspasmen** * Vlugger **herstel** van **spontane mictie** (geen dilatatie van sfincter)
50
# Suprapubische blaaskatherisatie Welke **indicaties** voor suprapubische kath?
* **Vulvo-vaginitis** of **balanitis** * **Urethritis**, para-urethraal **absces** * **Obstructie/stenose** van meatus, urethra of blaashals * **Trauma** van urethra * Meatus niet bereikbaar wegens **anatomische afwijking** * Wanneer **langdurige kath aangewezen** is (dwarslaesie)
51
# Suprapubische blaaskatherisatie Wat is een **synoniem** voor suprapubische blaaskatheterisatie?
Cystostomie
52
# Suprapubische blaaskatherisatie Contra-indicaties voor cystostomie?
- **Huidontsteking** onderbuik - **Zwangerschap** - **Lege blaas** - **Gezwel** in blaas/onderbuik Relatief: - **Meervoudige abdominale ingrepen** in het verleden - Zv die regelmatig in **buiklig** verzorgd wordt