Unidad 3 Flashcards
alto / alta
hoog(gelegen)
la autopista
de snelweg
la carretera
de autoweg / weg
climático / climática
klimaat
común
gemeenschappelijk
el continente
het continent
la cosa
het ding
cruzar
doorkruisen
denso / densa
dicht
desde
sinds
la diversidad
de diversiteit
encontrarse con
aantreffen
espectacular
spectaculair
estar
zijn / zich bevinden
frío / fría
koud
geográfico / geográfica
geografisch
gran
groot
hasta
tot
hay
er is / er zijn
el kilómetro
de kilometer
la montaña
de berg
muchos / muchas
vele / veel
en el norte
in het noorden
el oeste
het westen
el paisaje
het landschap
pasar por
doorkruisen / gaan door
el puerto de montaña
de bergpas
recorrer
doorkruisen
la ruta
de route
la selva tropical
het tropisch regenwoud
en el sur
in het zuiden
también
ook
estar unido por
verbonden zijn door
la zona
de zone / het gebied
el café
de koffie
la capital
de hoofdstad
en el centro
in het centrum
el clima
het klimaat
el cobre
het koper
la costa
de kust
creer
geloven
el dólar
de dollar
importante
belangrijk
el interés
de interesse
en el interior
in het binnenland
la lengua oficial
de officiële taal
el millón
het miljoen
la moneda
de munteenheid
la población
de bevolking
el producto
het product
seco / seca
droog
seguro / segura
zeker
templado / templada
gematigd
turístico
toeristisch
¿verdad?
nietwaar?
el aceite
de olie
el apartado de correos
de postbus
la bebida
de drank
contestar a
antwoorden op
el desierto
de woestijn
enviar
sturen / zenden
el estado
de staat