Topic 7: Emotionele ontwikkeling

Question 1

Emotie

Answer 1

Een gevoelstoestand die relatief kort en sterk is, veroorzaakt is door een specifieke gebeurtenis

Question 2

Stemming

Answer 2

Een gevoelstoestand die relatief lang duurt en minder intens is, en niet noodzakelijk veroorzaakt wordt door een specifieke gebeurtenis

Question 3

Affect

Answer 3

Verzamelterm, zegt niks over duur of inhoud –> kan zowel positief als negatief zijn, lang of kort, emotie of stemming

Question 4

Subjectief welbeviden

Answer 4

Cognitieve (hoge levenstevredenheid) en affectieve evaluaties van het leven

Question 5

Levenskwaliteit

Answer 5

Heeft ook een objectief component (levensomstandigheden, lichamelijke gezondheid, inkomen, werk, etc.)

Question 6

Eerste emoties bij zuigelingen

Answer 6

Emoties waarneembaar in de eerste levensdagen –> in de eerste paar maanden ontwikkelen de primaire emoties zich
–> Hierna ontwikkelt rond het 2e jaar het zelfbewustzijn en dus de secundaire emoties

Reguleren hun emoties vanaf het begin eigenlijk al
–> Na 2 jaar niet alleen motorisch maar ook cognitieve regulatie en na 3-4 jaar betere emotieregulatie

Question 7

Emoties in de vroege kinderjaren

Answer 7

Verbetering van emotionele competentie
* Duidelijke emotionele expressies
* Meer begrip van emotie (bijv. gemengde gevoelens)
Aanleren van regels voor emotioneel gedrag
–> Kloof tussen innerlijke en geuite emoties wordt groter

Question 8

Emoties in de midden- en late kindertijd

Answer 8

• Verbeterd emotioneel begrip (social referencing minder belangrijk nu)
• Verbeterd vermogen om negatieve emotionele reacties te onderdrukken of te verbergen
• Gebruik van zelfgeïnitieerde strategieën om gevoelens ergens anders op te richten
• Meer rekening houden met gebeurtenissen die tot emotionele reacties leiden
• Ontwikkeling van een vermogen tot het ervaren van oprechte empathie, echt begrijpen hoe een ander zich voelt

Question 9

Welke stereotypen over emoties in de puberteit zijn juist?

Answer 9

• Meer extreme schommelingen: van euforie tot diepe ongelukkigheid
• Snellere fluctuaties (bijv. sneller terug naar normaal)
  –> Adolescenten zijn emotioneel intenser dan volwassenen

Question 10

Welke stereotypen over emoties in de puberteit zijn onjuist?

Answer 10

• Negatieve stemming/emotioneel verstoord
• Irrationele/bizarre schommelingen: er is altijd een reden

Question 11

Waarom hebben adolescenten dan extreme emoties?

Answer 11

Ineffectieve emotieregulatie
–> Executieve functies nog niet volledig ontwikkeld
–> Moeite om eigen emoties adequaat te uiten
–> Andere emotieregulatiedoelen dan volwassenen
–> Maar ook meer depressieve symptomen dan bij kinderen

Question 12

Wat zijn doelen voor gedragsmatige ontdekking in de adolescentie?

Answer 12

• Verbreden van horizon
• Kennis verwerven
• Nieuwe mensen ontmoeten
• Risico’s nemen

Question 13

Emoties op volwassen leeftijd

Answer 13

• Ontwikkelingsveranderingen gaan door tijdens de volwassenheid
• Inspanningen om een levensstijl te creëren die emotioneel voldoening geeft, en voorspelbaar en beheersbaar

Question 14

Wat gebeurt er met het subjectief welbevinden in de volwassenheid?

Answer 14

In de midden volwassenheid wordt het subjectief welbevinden lager, maar gaat daarna weer omhoog

Question 15

Emoties op oudere leeftijd

Answer 15

• Emotionele verandering en expressie: geen verandering met de leeftijd
• Minder pieken en dalen
• Emotieregulatie is beter dan jongere volwassenen
• Hoogtepunt van emotionele leven: 7e levensdecennium

Question 16

Welzijnsparadox

Answer 16

Algemeen welzijn neemt af van adolescentie tot middelbare leeftijd, en neemt dan weer toe
–> Je zou verwachten dat ouderen zich door tegenslagen slechter gaan voelen, maar dit is juist niet zo

Question 17

Hoe komt de welzijnsparadox?

Answer 17

Ouderdom is gekoppeld aan een drastische vermindering van bepaalde negatieve emoties

Question 18

Positiviteitsbias (of negativiteitsvermijding)

Answer 18

Een vorm van selectieve aandacht voor positieve emoties
–> Ze hebben controle over de hoeveelheid tijd die ze besteden aan negatieve emoties

–> Amygdala en ventromediale gebied van prefrontale cortex degenereren minder met de leeftijd dan hersendelen voor cognitie

Question 19

Emotieregulatie bij oudere volwassenen

Answer 19

Oudere volwassenen kunnen in het algemeen hun emoties beter reguleren, onder andere door middel van conflictvermijding en verkleining van het sociale netwerk

Question 20

Sociaal-emotionele selectiviteitstheorie (SST)

Answer 20

Motivationele prioriteiten verschuiven gedurende de levensloop als een functie van de veranderende tijdshorizon