Topic 5: Cognitieve ontwikkeling (2) - Executieve functies en geheugen Flashcards
Executieve functies
Overkoepelende term voor cognitieve vaardigheden die doelgericht gedrag sturen
Mentale flexibiliteit
Vermogen om te schakelen (switchen) tussen taken
Inhibitie
Vermogen om acties te stoppen of te onderdrukken
Planning
Vermogen om acties te plannen
Werkgeheugen/updaten
Mogelijkheid om informatie “online” te houden
Werkgeheugen
Eenvoudigere werkgeheugentaken eerder beheerst dan complexere taken (relatie tussen complexiteit & leeftijd)
–> Langzame ontwikkeling en kinderen met een beter werkgeheugen zijn beter in taalbegrip, wiskundige vaardigheden, probleemoplossing
Geheugenspanne
Informatie tot 30 seconden behouden in het geheugen zonder te repeteren
–> Langer behoud met repetitie
Wat zijn de leeftijdseffecten voor werkgeheugen en kortetermijngeheugen?
Voor werkgeheugen zijn de leeftijdseffecten groot en voor kortetermijngeheugen veel kleiner
Procedureel geheugen
Vaak motorisch geheugen
- Impliciet geheugen
Ontwikkelt zich eerder in de kindertijd dan expliciet geheugen en verandert weinig gedurende levensloop
–> Op oude leeftijd wordt het wel beïnvloed door biologische achteruitgang
Semantisch geheugen
Groei tijdens de kindertijd als een functie van blootstelling aan informatie
–> Blijft behouden met ouder worden – zelfs groei op sommige gebieden (woordenschat, historische feiten)
MAAR oudere volwassen vertonen problemen wanneer semantische informatie snel moet worden opgehaald + volgens willekeurige regels
Permastore
Kennis en vaardigheden die lang geleden zijn geleerd, blijven lang bestaan
Episodisch geheugen in de kindertijd
Ontwikkeling begint met rijping van de hippocampus
Voor schoolgaande leeftijd: onthouden steeds meer autobiografische kenmerken, herinneringen
–> Verbetert nog naarmate ze naar de midden- en late kinderjaren gaan
Welke drie coderingsstrategieën zijn er?
- Herhaling (rehearsal): gunstig voor het kortetermijngeheugen
- Organization: gunstig voor het langetermijngeheugen, waaronder imagery voor verbale informatie
- Elaboratie (bewerking) van de te onthouden informatie, het persoonlijk relevant maken: gunstig voor het langetermijngeheugen
Episodisch geheugen in de adolescentie
Nieuwe strategieën tijdens de adolescentie: goede beheersing van elaboratie als geheugenstrategie
–> Bewuster en selectiever gebruik van strategieën dan jongere kinderen
Episodisch geheugen in de volwassen jaren
Relatief stabiel tijdens midden volwassenheid
Afname op oudere leeftijd
–> Hoeveelheid afname hangt af van de aard van de taak en de testmethode