Topic 2: Theorieën binnen de ontwikkelingspsychologie Flashcards

1
Q

Passief genotype-omgevingsfit

A

Ouders bepalen de omgeving waarin het kind opgroeit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Exocatieve genotype-omgevingsfit

A

Aangeboren karaktertrekken van het kind roepen bepaald gedrag op uit de omgeving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Actief genotype-omgevingsfit

A

Kind selecteert actief de omgeving die het best past bij de genen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Evocatief

A

Aangeboren eigenschappen van kind lokken reacties uit in omgeving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Erikson’s psychosociale ontwikkelingstheorie

A

Ontwikkeling van persoonlijkheid kan in 8 stadia opgedeeld worden
Iedere fase wordt gekenmerkt door een conflict dat opgelost moet worden (adaptieve of maladaptieve manier)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

De stadia van Erikson

A

Trust vs mistrust (hope) 0 - 1,5
Autonomy vs shame (will) 1,5 - 3
Initiative vs guilt (purpose) 3 - 5
Industry vs inferiority (competency) 5 - 12
Ego identity vs role confusion (fidelity) 12 - 18
Intimacy vs isolation (love) 18 - 40
Generativity vs stagnation (care) 40 - 65
Ego integrity vs despair (wisdom) 65+

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Sociaal-cognitieve leertheorie van Bandura

A

Leren en anticiperen van de consequenties van bepaald gedrag en leren door observatie –> modelleren (imiteren)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

De stadia van Bronfenbrenners ecologisch model

A

Individu (leeftijd, geslacht, gezondheid, disposities)
Microsysteem (familie)
Mesosysteem (relaties tussen microsystemen, bijv. thuis en school)
Exosysteem (bredere context: problemen op werk van ouders)
Macrosysteem (cultuur, samenleving)
Chronosysteem (socio-historisch, maar ook levensgebeurtenissen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat was kritiek op Piaget?

A

Beperkte onderzoeksmethoden, onderschatte vaardigheden van kinderen, taal als product van cognitieve ontwikkeling (niet oorzaak), onderschatte invloed van omgeving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Sociaal-culturele theorie van Vygotsky

A

Kinderen ontwikkelen intellectueel door (actief) te interacteren met hun socioculturele omgeving

Ontwikkeling is een gedeeld proces (omgeving + degene die leert) en mensen rondom ons (more knowledgeable other) maken onze cognitieve groei mogelijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Zone van proximale ontwikkeling

A

Kloof tussen het vermogen van een kind om een probleem op te lossen, en de potentiële ontwikkeling die het kan doormaken met behulp van een ander

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Scaffolding

A

De mate van ondersteuning aangepast aan de mogelijkheid van het kind
- Het proces waarbij een more knowledgeable other het kind zodanig helpt dat hij iets kan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is het verschil tussen Piaget en Vygotsky?

A

Bij Piaget is taal een bijproduct van ontwikkeling en bij Vygotsky is taal heel belangrijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Ontwikkelingstaken van Havighurst (midden-volwassenheid)

A
  1. Bereiken van burgerlijke en sociale verantwoordelijkheid
  2. Economische levensstandaard behalen en behouden
  3. Je (tiener) kinderen helpen om verantwoordelijke en gelukkig volwassenen te worden
  4. Volwassen vrijetijdsactiviteiten ontwikkelen
  5. Jezelf als persoon tot je partner verhouden
  6. Accepteren en aanpassen aan de fysiologische veranderingen in midden-volwassenheid
  7. Aanpassen aan ouder wordende ouders
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Sociale klok model

A

Gedeelde maatschappelijke verwachtingen over welke taken er op welke leeftijd vervuld moeten worden
- Deze verwachtingen creëren een normatief tijdschema over de levensloop en mensen vergelijken zichzelf hierdoor met anderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Sociale afkeuring

A

Schenden van het normatieve tijdschema

17
Q

Social support

A

Fit met normatieve tijdschema

18
Q

Positief/successful aging

A

Het goed aanpassen aan ouder worden; de capaciteiten beschikken om om te gaan met deze uitdagingen

19
Q

MacArthur Model Successful Aging

A

Functioneel verlies is geminimaliseerd –> afwezigheid van ziekte of risicofactoren voor ziekte, behoud van cognitief functioneren, actieve verbintenis met het leven

20
Q

Wat was kritiek op het MacArthur Model Successful Aging?

A

Subjectieve component ontbreekt, stigma/discriminatie, gebaseerd op Westerse cultuur, uitbreiding van het model is nodig

21
Q

Selection-Optimization-Compensation-Model van Baltes

A

Psychologische en gedragsmatige processen die een rol spelen bij aanpassing aan leeftijdsgerelateerde verlies en beperkingen, en het behouden van vaardigheden op functionele taken

  • Selection (selectie van belangrijke dingen, optimization (optimaliseren van moeilijke dingen), compensation (compensatie van verlies)