Tijd van de Jagers en Boeren / Tijd van Grieken en Romeinen Flashcards
Omschrijf het canonvenster ‘Trijntje’
Trijntje is de naam van een skelet dat stamt uit 5500 v. chr. dit is het oudste menselijke skelet dat is gevonden in Nederland.
Omschrijf de Agrarische Revolutie
Jagers-verzamelaars gaan hun eigen voedsel produceren en zo ontstaat de landbouw: eerst de akkerbouw door de verbouw van granen, daarna de veeteelt door het temmen van vee.
Een andere benaming is de Neolithische Revolutie, start van de Jonge Steentijd.
Waar begon de landbouw en waarom?
De landbouw begon in het gebied dat we de Vruchtbare Halve Maan noemen (Syrië en Egypte), omdat hier in de heuvels veel tarwe soorten groeiden en beesten zich hier huisvestte.
Omschrijf de Bandkeramiekers
Die vestigden zich in het huidige Zuid-Limburg. Die zo genoemd is naar hun aardewerk, wat bolvormige potten waren met versieringen in de vorm van banden. Dit zijn de eerste boeren in Nederland.
Omschrijf Löss
Voor de eerste boeren van groot belang. Dit is een grondsoort dat er vruchtbaar en makkelijk te bewerken is.
Omschrijf het idee van Bandkeramiekers over leven na de dood
Doormiddel van grafgiften in de vorm van potten voor voedsel, botten en gebruiksvoorwerpen hebben wij het idee dat deze giften wijzen op het idee van een reis naar een leven na de dood.
Omschrijf Hunebedbouwers
Dit is de eerste echte Agrarische samenleving boven de rivieren. Ze vestigden zichzelf in de huidige provincie Drenthe. Zij zijn zo genoemd naar de oudste monumenten die Nederland kent: de Hunebedden.
Ze hielden zich ook bezig met leven na de dood. Hunebedden zijn graven en hierin zijn ook grafgiften gevonden. Trechterbekers, potten, voedsel en wapens.
Omschrijf de Trechterbekercultuur
Dit is een andere benaming voor de Hunebedbouwers. Deze naam verwijst naar een kenmerkende vorm van een veelvuldig voorkomende pot: de trechterbeker
Omschrijf de levensstijl van de Hunebedbouwers
leefde in Nederland in de provincie Drenthe.Dit volk had een agrarische levensstijl en bleven daarom op een plek leven. Naast hun huize bouwden ze akkers waar gewassen werden verbouwd ( emmer, gerst, eenkoorn, vlas en peulvruchten).
Ze hielden ook dieren. Niet alleen voor hun huid, botten, pezen en hoorns. Maar ook voor het trekken van de wagens.
Ook werd er nog steeds gejaagd, gevist en verzameld.
Omschrijf de Bronstijd
2100 - 700 v. chr.
Dit is de tijd na de steentijd. De naam werd gebruikt omdat het steen werd ingeruild voor brons, bestaande uit 90% koper en 10% tin. Dit was beter geschikt voor bijlen, dolken en sikkels, maar hier werden ook sieraden van gemaakt.
Voor brons waren bepaalde grondstoffen nodig die geïmporteerd moesten worden. dit wijst op een levendige handel in Europa.
Omschrijf de Ijzertijd
700 - 50 v. chr.
Dit kwam na de Bronstijd. Vonsten van voorwerpen vanaf 700 v. chr. in de lage landen overheersen in ijzeren voorwerpen.
Bewoners verlaten Drenthe en vestigen zich op de kwelders in de Fries-Groningse kleistreek. Doordat deze gebieden vaak overstroomden ontstonden er terpen en wierden.
Tegen het einde van de ijzertijd wonen er Germaanse volken in de lage landen, zoals de Friezen (noord), de Tubanten (oost) en de Kelten (zuid).
Omschrijf tijdvak 1
Tijd van de Jagers en Boeren
Algemeen tot 3000 v. chr.
Lage Landen tot 50 v. chr.
Omschrijf tijdvak 2
Tijd van de Grieken en Romeinen
Algemeen 3000 v. chr. tot 500 n. chr.
Lage Landen van 50 v. chr. tot 500 n. chr.
Omschrijf de Agrarisch-stedelijke levenswijze
Sinds de tijd van Grieken en Romeinen neemt de stad een steed belangrijker plaats in de samenleving in. De agrarische samenleving slaat om in deze wijze.
Omschrijf hoe een doorsnee Romeinse stad eruit zag
Deze steden hadden altijd twee kruisende wegen (noord-zuid en oost-west).
Waar deze wegen elkaar kruisen had je een forum met tempels, gerechtsgebouwen en een markt. Bij de ingang van het forum is veelal een triomfboog opgericht, herinnerd aan succesvolle veldtochten.
De stad is verder ingericht als een dambord, waarin huizen en winkels te vinden zijn. Er is watertoevoer via aquaducten.
Belangrijke gebouwen zijn: badhuizen, theaters, het amfitheater en renbanen.