thema 8 Flashcards
3 termen binnen een evalutaie/toetsing proces= aggregatie niveau= micro
- Meten met behulp van een meetinstrument → kwaliteit van het meetinstrument heeft
een grote impact (validiteit, betrouwbaarheid en recentheid). - Evalueren: er is een reflectie over de waarde van wat men gemeten heeft met
betrekking tot elk van de elementen die zijn gemeten. - Scoren – graden: men telt de scores op om een totaalscore te berekenen → dit is
niet zo makkelijk als het misschien lijkt. Er zijn ook verschillende benaderingen mogelijk:
a. Absolute grading: men kent lineair een graad toe, afhankelijk van een score (een A, B of C).
b. Relatieve grading: men houdt hier rekening met de spreiding in de scores van de groep waartoe de leerling behoort.
c. Gewogen grading: men houdt rekening met het relatieve belang van een item of deel van de test.
3 vormen van evalutie=Op welke basis beslissen we dat leerresultaten voldoen?’= aggregatieniveau= micro
- Criteriumgerichte evaluatie: een bepaald criterium bepaalt of een leerling wel of niet
geslaagd is (van tevoren vastgelegd).
21
Gedownload door: isaschade | isaschade@icloud.com € 912 per jaar
Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. extra verdienen?
Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen - Normgerichte evaluatie: de norm is nog onbekend, maar hangt af van hoe goed de groep presteert.
- Zelf-gerefereerde/self-referenced evaluatie: wordt vooral gebruikt wanneer men de leerbaarheid van de leerling in het oog wil houden
aggreagtieniveau= meso= kwaliteitszorg formele opleidingscontexten
Op het mesoniveau gaat het om de kwaliteit van een volledig programma/volledige opleidingsinstelling- of organisatie.
- Het gaat dan vaak over het evalueren van de kwaliteit (wat de laatste jaren uitgegroeid is tot een kerntaal van opleidingen en instellingen).
- Dat dit belangrijker is geworden komt voornamelijk doordat de overheid steeds minder de concrete vormgeving van de instructie bepaalt.
modellen voor kwaliteit zorg 3
- Pretest-posttest model: er wordt een test gedaan voor de interventie (zoals een
online leerpakket) om te testen wat de lerenden al weten en na het doorlopen van de interventie wordt een ‘posttest’ gedaan om te kijken wat ze geleerd hebben.
a. Op basis van het al dan niet vaststellen van een significant verschil in de verandering tussen de experimentele- en controlegroep, doet men een uitspraak over de effectiviteit van het pakket. - Illuminative approach: de complexiteit van het volledige proces wordt meegenomen, bij alle betrokkenen in het leer- en instructieproces.
a. Is wel een tijdrovende en dure manier van evalueren, maar levert wel meer informatie op. - Model van Stufflebeam: het aflijnen, verzamelen en bijeenbrengen van alle bruikbare informatie om een goed geïnformeerd oordeel te kunnen geven over te kiezen alternatieve beslissingen.
a. Stufflebeam onderscheidt vier soorten beslissingen:
i. Context: alle informatie die helpt om op een gerichte manier te kunnen
plannen (ligging, administratieve informatie, structuur, etc.)
ii. Input: welk personeel en welke lerenden lopen er op school?
iii. Proces: alle acties die helpen om de output te realiseren (beleidsbeslissingen, personeelsbeleid, onderwijskundig beleid).
iv. Product/output: welke resultaten zet men als school neer?
zelfevalutie mesoniveau insitutionele zelfevalutaie 3 aanpakken
Evaluatie op mesoniveau is een vorm van institutionele zelfevaluatie. De nadruk is verschoven van een ‘schooleffectieve’ naar een ‘schoolontwikkelende’ oriëntatie
Zelfevaluatie kan met drie aanpakken:
1. Single loop learning model
2. Double loop learning model
3. Deutero learning model
zelfevalutaie 2 fucnties
o Controlerendefunctie:evaluatieszijngerichtophetcontrolerenofscholen
voldoen aan de kernvoorwaarden voor financiering
o Stimulerendefunctie:erwordenookadviezengegevenvoorde
optimalisering van het onderwijs
doorlichting een vorm van zelfevalutatie
Een vorm van zelfevaluatie is doorlichting: bepalen of de school voldoet aan de ‘eisen’ en dus gesubsidieerd blijft. Kan leiden tot 3 adviezen:
1. Gunstig → school kan voort functioneren.
2. Gunstig, beperkt in de tijd → de school of een aantal onderdelen voldoen niet aan
een aantal voorwaarden, en die tekorten moeten op korte termijn weggewerkt
worden.
3. Ongunstig → de financiering van de school stopt.
4 schalen doorlichting
Er wordt bij een doorlichting met vier ontwikkelingsschalen gewerkt:
1. Beneden de verwachting
2. Benadert de verwachting
3. Volgens de verwachting
4. Overstijgt de verwachting
aggregatie niveau macro uitgangspunten
Bij het macroniveau gaat het om het bepalen van de kwaliteit van complete instructiesystemen (maar ook op meer concrete variabelen zoals processen/actoren).
- De complexiteit van evaluaties op macroniveau vereisen een theoretisch onderbouwde aanpak en een goed uitgewerkte structuur.
schooleffectiviteitonderzoek
Er is op het macroniveau niet alleen zorg rond onderwijskundige kwaliteit, maar ook een relatie met economische, politieke en ideologische besluitvorming en beïnvloeding.
- Schooleffectiviteit = in welke mate instructie-instellingen erin slagen deze maatschappelijke opdracht die in een curriculum vast ligt, te realiseren.
- Dus: de mate waarin leerdoelen worden bereikt.
historische ontwikkeling van schooleffectiviteits benadering verschillen fases die zijn geweest
Het onderzoeken van schooleffectiviteit heeft verschillende fasen gekend:
1. Eerste twee omvangrijke studies (Coleman-rapport & Plowden-rapport) onderzochten
in welke mate scholen bijdragen aan het opvangen van de verschillen in etnische en sociale achtergrond van leerlingen.
a. Coleman-rapport was vooral baanbrekend: scholen zouden helemaal geen effect hebben op de leerlingen (later bleek dat scholen er wel toe doen).
2. Tweede generatie was een multiniveau-aanpak; er werd gekeken naar de samenhang tussen verschillende variabelen.
3. Vervolgens wordt veel meer onderzocht ‘waarom’ er bepaalde effecten vastgesteld worden.
4. Er wordt hierna weer teruggegaan naar de effectiviteit van instructie.
5. Tegenwoordig: bekijken van de complexe interactie van een groot aantal variabelen
en processen.
schooleffectiviteit naar schoolimprovement en 7 kenmerken
De ‘school improvement’-beweging wilde aantonen dat scholen wel invloed hebben. Een aantal kenmerken van deze beweging:
1. De school staat centraal in het veranderingsproces.
2. Processen worden systematisch aangepakt.
3. Gericht op het verbeteren van interne condities.
4. Scholen moeten gericht zijn op het bereiken van de leerdoelen bij lerenden.
5. Er wordt een ‘multilevel’-perspectief gevolgd.
6. Veranderingsaanpakken worden geïntegreerd aangepakt.
7. Er is een tendens om veranderingen te institutionaliseren.
performance indicatoren en cipo model
staan centraal om te kijken naar de effecten die men kiest als parameter voor kwaliteit.
- Het kiezen van deze indicatoren is (vooral in internationale studies) erg lastig.
- Daarom zijn er officiële performance-indicatorenstudies opgezet om te onderzoeken
welke indicatoren dit moeten zijn. Recent is er meer aandacht voor de niet-cognitieve variabelen op schoolprestaties (zoals motivatie).
cipomodel= context- input- process-output
pisa onderzoek voorbeeld van performance indicatoreononderzoek
- Staat voor Programme for International Student Assessment en is een onderzoek dat elke drie jaar opnieuw wordt opgezet onder 15-jarigen.
- Er worden drie domeinen onderzocht: leesvaardigheid, wiskundige geletterdheid en wetenschappelijke geletterdheid.
o Naastcognitievebeheersingwordenookachtergrondvariabelenvandeze leerlingen & instructievariabelen getest. - Dit onderzoek krijgt vaak veel aandacht, omdat het landen met elkaar vergelijkt.
o Maarnogbelangrijkerismisschienwelhetinzichtdathetonderzoekgeeftin de verschillen tussen sterke en zwakke leerlingen, jongens en meisjes en de
impact van de SES van de ouders.
pirls
Waar PISA op 15-jarigen in het secundair onderwijs focust, kijkt PIRLS naar het basisonderwijs.
- Staat voor Progress in International Reading Literacy Study en onderzoekt dus de leerlingenprestaties voor begrijpend lezen.
- Er blijkt een significante daling van de prestaties bij alle leerlingen (kreeg opnieuw veel aandacht van de media).