thema 3: ov 4 Flashcards

1
Q

2 voordelen van groot assortiment hebben

A

ruimere doelgroep, veel keuze

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

nadelen groot assortiment

A
  • grotere investeringen
  • groter magazijn = meer kosten
  • sommige zaken slecht verkocht -> dingen weggooien
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

beschrijf de productui van de kern naar buiten

A

kaal product, functionele eigenschappen, symbolische eigenschappen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

3 soorten prijszettingsmethodes

A
  1. marktwaarde
  2. cost-plus-pricing
  3. competitive pricing
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

marktwaarde

A

bepalen van prijs door te vergelijken met waarde die consument bereid is te betalen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

cost-plus-pricing

A

bepalen van verkoopprijs door kostprijs te verhogen met bepaalde winstmarge van verkoopprijs (oefeningen maken!!)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

competitive pricing

A

bepalen van verkoopprijs door te vergelijken met prijzen van de concurrent voor hetzelfde soort product

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

2 soorten; hoe distribueren?

A

indirecte distributie

directe distributie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

indirecte distributie

A

niet rechtstreeks van producent aan consument verkocht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

directe distributie

A

rechtstreeks van producent aan consument verkocht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

voorbeeld indirecte distributie

A

kledij in H&M, Allure, Delhaize (niet eigen merk)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

voorbeeld directe distributie

A

brood bij bakker, appels van appelboer, (sommige) slager

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

3 soorten distributie; aantal verkooppunten

A

intensieve, selectieve of exclusieve distributie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

intensieve distributie

A

op zoveel mogelijk plaatsen product aanbieden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

selectieve distributie

A

keuze gemaakt waar product wordt aangeboden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

exclusieve distributie

A

slechts in één winkel te vinden

17
Q

voorbeeld intensieve distributie

A

Coca Cola

18
Q

voorbeeld selectieve distributie

A

Pepsi Cola

19
Q

voorbeeld exclusieve distributie

A

River Cola (cola van Aldi)

20
Q

wat staat er in de breedte van het assortiment?

A

de verschillende productgroepen

21
Q

wat staat er in de diepte van het assortiment?

A

de inhoud van de productgroepen

22
Q

voorbeelden medium

A

billboard
direct-mail
promotie in winkel
sponsoring

23
Q

wat is medium?

A

manier om reclameboodschap te verspreiden