thema 2: ov 4 Flashcards

1
Q

wat vond adam smith uit?

A

arbeidsverdeling; elke werknemer specialiseert zich in een taak. + vond opleiding van werknemers ook belangrijk.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat vond henry ford uit?

A

standaardisatie; op grote schaal hetzelfde product produceren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat vond henry philips uit?

A

de schroefkop; makkelijker om de schroeven toe te draaien.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

welke veranderingen zorgden voor een hogere productiviteit in de landbouw?

A
  • mechanisatie; van os en paard naar tractor (machines)

- wetenschappelijk onderzoek ; nieuwe bemestingstechnieken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

welke elementen spelen een rol bij het verhogen van de arbeidsproductiviteit?

A

arbeidsverdelingen, wetenschappelijk onderzoek, standaardisatie, mechanisatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

arbeidsproductiviteit

A

productie per werknemer er tijdsperiode

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

hoe ontstaat een hoge arbeidsproductiviteit?

A

scholing, arbeidsverdeling of specialisatie en kapitaalintensiteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

formule arbeidsproductiviteit

A

totale productie / totaal aantal arbeidsuren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

maak oef p 202

A

-

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

stijging van productiviteit:

gevolg werkgever

A

hoger winst

  • > je produceert evenveel met minder arbeiders; Tw stijgt = To - Tk (daalt)
  • > je produceert meer met evenveel arbeiders; Tw stijgt = To (stijgt) - Tk
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

waarom gebruikt men het BBP om de productiviteit te meten?

A

totale productie in land : totaal aantal arbeidsuren = arbeidsproductiviteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

voor wat staat HRM?

A

human resources management

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

wat doet HRM?

A

de werknemer staat er centraal, right man for the right job zoeken, werknemers motiveren en evalueren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

wat is het verband tussen motivatie en productiviteit?

A

Hoe gemotiveerder de werknemers zijn, hoe beter ze zullen produceren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

2 GRATIS extra manieren om werknemers te motiveren

A
  • werknemers meer inspraak geven

- ze een duidelijke evaluatie geven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

stijging van productiviteit:

gevolg werknemer

A

heeft goede positie om opslag te vragen