thema 3: ov 1 Flashcards

1
Q

zet de begrippen in juiste volgorde

ondernemingsstrategie, actieplan, doelstellingen

A

ondernemingsplan
doelstellingen
actieplan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat geeft de ondernemingsstrategie weer?

A

wat de onderneming op lange termijn wil bereiken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat geven de doelstellingen aan?

A

wat de onderneming wil bereiken op korte termijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat zegt een actieplan

A

welke acties de onderneming moet nemen om de doelstellingen te bereiken. die acties moeten regelmatig gecontroleerd worden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wanneer is een onderneming succesvol?

A

als ze haar doelstellingen kan bereiken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

voor wat staat SMART?

A
Specifiek
Meetbaar
Acceptabel 
Realistisch 
Tijdsgebonden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

specifiek

A

eenduidig, op één iets focussen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

meetbaar

A

kunnen meten of doel bereikt is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

acceptabel

A

aanvaardbaar voor management

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

realistisch

A

is doel haalbaar?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

tijdsgebonden

A

wanneer moet doel bereikt zijn?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

wie zijn geïnteresseerd in het ondernemingsplan?

A

de starter

  • financiële instellingen, investeerders: willen weten of project haalbaar of succesvol is
  • overheid: onderneming moet voldoen aan criteria om subsidies te kunnen krijgen
  • leveranciers: haalbaar + facturen kunnen betalen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

wat zijn de onderdelen van een ondernemingsplan?

A
  • omschrijving van idee
  • persoons -en bedrijfsgegevens
  • marktanalyse
  • missie, visie, strategie
  • marketingplan
  • financieel plan
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

welke onderwerpen komen aan bod bij de omschrijving van het idee?

A
  • welk probleem vind ondernemer op markt?
  • welke oplossing biedt de onderneming?
  • hoe gaat de onderneming dat bereiken?
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

welke onderwerpen komen aan bod bij de persoons- en bedrijfsgegevens?

A
  • waar is het bedrijf gelegen?
  • naam + ervaring ondernemer
  • naam bedrijf + ondernemingsvorm
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

welke onderwerpen komen aan bod bij de marktanalyse?

A
  • wie zijn klanten?
  • wie zijn concurrenten?
  • wie zijn leveranciers?
17
Q

welke onderwerpen komen aan bod bij de missie, visie en strategie?

A
  • wat zijn de langetermijndoelen?
  • wat zijn de kortetermijndoelen?
  • welke acties moeten we ondernemen om die doelen te bereiken?
18
Q

welke onderwerpen komen aan bod bij het marketingplan?

A
  • welk product wil men verkopen?
  • wat is de prijs?
  • hoe maak je promotie?
  • waar verkopen we het product?
  • > 4 p’s
19
Q

welke onderwerpen komen aan bod bij het financieel plan?

A
  • welke kosten verwacht men?
  • welke opbrengsten verwacht men?
  • waar haalt men de financiële middelen -> leveranciers