thema 3: ov 3 Flashcards
1
Q
hoe bereken je de winst van een onderneming?
A
TO - TK
2
Q
wanneer heb je winst?
A
TO > TK
3
Q
wanneer heb je verlies?
A
TO < TK
4
Q
afzet
A
totaal aantal stuks dat je verkoopt = q
5
Q
omzet
A
totaal verkocht bedrag
6
Q
hoe word de omzet berekend?
A
TO = Pv x q
7
Q
constante/vaste kosten
A
TCK
-> veranderen niet ook al produceer je meer
8
Q
variabele kosten
A
TVK
-> veranderen wel als je meer produceert
9
Q
hoeveel bedraagt het belastingpercentage?
A
33,99 %
10
Q
hoe bereken je de vennootschapsbelasting?
A
geraamde resultaat x 33,99 / 100
11
Q
hoe bereken je de winst na belasting?
A
geraamde resultaat - vennootschapsbelasting
12
Q
hoe bereken je het geraamde resultaat?
A
geraamde opbrengsten - geraamde kosten