thema 2: ov5 Flashcards

1
Q

aanbodoverschot

A

meer werkzoekenden dan beschikbare jobs

oefen grafiek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

aanbodtekort

A

minder werkzoekende en meer beschikbare jobs = knelpuntberoepen (oefen grafiek)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

arbeidsmarkt

A

plaats waar vragers en aanbieders van arbeid samenkomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

vraag < aanbod

A

werkloosheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

vraag > aanbod

A

knelpuntberoep

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

in welke groepen kun je de bevolking op arbeidsleeftijd verdelen?

A

werkenden, werklozen, niet-actieven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wie behoort tot de arbeidsbevolking?

A

bevolking op arbeidsleeftijd (15-64j)

bevolking dat kan en mag werken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

in welke groepen kun je de beroepsbevolking verdelen?

A

werkenden, werklozen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

wie behoort tot de niet-actieven?

A

mensen die nog op school zitten maar 15+ zijn
gepensioneerden -64
invaliden tussen 15 en 64j
mensen -15 en +64

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

werkzaamheidsgraad meet…

A

het aantal werkenden in de bevolking op arbeidsleeftijd (15-64)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

werkeloosheidsgraad meet…

A

het aantal werklozen in de beroepsbevolking

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

conjuncturele werkloosheid

A

lagere consumptie in maatschappij, economie vertraagd (zie bbp)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

frictionele werkloosheid

A

normale overgang van de ene naar de andere job (omwille van ontslag)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

structurele werkloosheid

A

wanneer vraag en aanbod van een bepaalde arbeid niet op elkaar afgestemd zijn (piloten)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

welke gevolgen heeft werkloosheid voor de werkloze?

A

geen inkomen, minder sociale contacten, kan geen ervaring opdoen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

welke gevolgen heeft werkloosheid voor de overheid?

A

verlies inkomen (belastingen) + extra uitgaven (werkeloosheidsuitkering)

17
Q

welke gevolgen heeft werkloosheid voor de maatschappij?

A

meer armoede -> meer verkrotting en verarming van omgeving

18
Q

5 kwetsbare groepen van werkeloosheid

A
  • jongeren
  • allochtonen
  • vrouwen
  • 50-plussers
  • ongeschoolden
19
Q

kwantitatief knelpuntberoep

A

te weinig mensen voor deze job, men heeft niet het juiste diploma, te weinig afgestudeerden

20
Q

kwalitatief knelpuntberoep

A

er zijn genoeg mensen te vinden, maar te weinig die vakbekwaam zijn (geen ervaring, geen kennis, geen diploma)

21
Q

knelpuntberoep door werkomstandigheden

A

vind geen mensen door laag loon, ongezond/zwaar werk, veel stress, ongunstige arbeidsuren

22
Q

wat is een knelpuntberoep?

A

beroep waar veel vraag naar is maar er weinig aanbod voor is.

23
Q

oplossing kwantitatief knelpuntberoep

A

promotie maken voor beroep/studierichting

24
Q

oplossing kwalitatief knelpuntberoep

A

betere opleidingen voorzien: invoer stage

25
Q

oplossing werkomstandigheden knelpuntberoep

A

betere lonen, investeren in betere werkomstandigheden, betere uren, extra legale voordelen

26
Q

formule werkzaamheidsgraad

A

werkende bevolking : bevolking op arbeidsleeftijd x 100

27
Q

formule werkloosheidsgraad

A

werklozen : beroepsbevolking x 100

28
Q

wat kan de overheid doen om de werkloosheid te doen dalen?

A
  • lagere werkeloosheidsuitkeringen
  • bijscholingen organiseren
  • extra overheidsopdrachten