thema 2: ov 6 Flashcards

1
Q

formeel onderwijs

A

diploma is erkend

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

niet-formeel onderwijs

A

getuigschriften, maar niet erkent dus meestal toch geen diploma.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

informeel onderwijs

A

geen getuigschrift, noch diploma

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

hoe kun je verklaren dat de werkzaamheid stijgt bij de vrouwen en daalt bij mannen?

A

mannen meer thuis

vrouwen meer werken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

waarom daalt de tewerkstellingsgraad bij de primaire sector?

A

aantal landbouwers daalt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

waarom daalt de tewerkstellingsgraad bij de secundaire sector licht?

A

minder mensen in fabrieken + meer machines

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

waarom stijgt de tewerkstellingsgraad bij de tertiaire sector?

A

meer mensen in winkels

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

waarom stijgt het deeltijds werken?

A
  • gewenste job enkel deeltijds aangeboden
  • wilt opvang kinderen op zich nemen
  • andere persoonlijke / familiale redenen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

voordelen telewerken

A
  • goed voor mensen die ver van bedrijf wonen
  • kantoor niet groot -> alsnog meer mensen aannemen
  • goed voor mensen die voor familie thuis moeten blijven kunnen zo wel werken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

waarom stijgt levenslang leren?

A

mensen moeten bijgeschoold worden door nieuwe technologische ontwikkelingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wat is verband tussen bbp en uitzendarbeid?

A

hoger bbp = meer productie -> meer uitzendarbeid nodig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly