thema 3 Flashcards

1
Q

wat is de prikkel voor evenwicht

A

zwaartekracht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat is zwaartekracht

A

= aantrekkingskracht van de aarde op elk voorwerp in haar omgeving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat is traagheid

A

= neiging om zich te verzetten tegen een snelheidsverandering

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat is De functie van de statolietorganen

A

het is een zintuig voor de positiezin ze registeert de stand van het hoofd en van het lichaam bij horizontale en verticale bewegingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat is de werking van de statolietorganen

A

bij een positiewijziing van het hoofd gaat de gelatineuze massa hellen en daardoor schuiven de statolieten mee. waardoor de haartjes in die richting gaan ombuigen, die ombuiging onstaan er zenuwcellen in de haarcellen, die via de evenwichtszenuw naar de hersenen wordt vervoerd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat is de functie van de ampullaorganen

A

het ampullaorgaan is een zintuig voor de rotatezin: het registreert informatie over de draaibewegingen van het hoofd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat is de werking van de ampullaorganen

A

wanneer je hoofd een draaibeweging maakt begint,zal de endolymfe in de halfcirkelvormige kanalen door traagheid in de tegengestelde zin van de draaibeweging stromen, hierdoor zal de gelatineuze massa verschuiven en daardoor buigen de haren van de haarcellen om die dan een zenuwimpuls opwekkenen die komen dan via de evenwichtszenuw naar de hersenen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

over wat registreert de ampullaorganen informatie

A

de draaibewegingen van het hoofd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

geef een paar voorbeelden waarbij de statoliet en ampullaorganen tegelijkertijd werken

A

struikelen, een salto, je danst een wals

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

waarom is bewegingsziekte een evenwichtstoorenis

A

een verklaring hierop is een overprikkeling van de evenwichtszintuigen door de ongewone bewegingen en de voortdurende houdingsveranderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wat zijn de symptomen voor bewegingsziekte

A

slaperigheid, hoofdpijn,zweten, misselijkheid en braken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

waar liggen de statolietorganen

A

in het ovaal en het rond blaasje van de voorhof

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

waar liggen de ampullaorganen

A

in de ampullaire verdikkingen van de drie halfcirkelvormige kanalen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Spotten = oogfixatie

A

= ogen richten op vast punt en na het draaien dat punt weer zo snel mogelijk proberen te vinden

→Ogen vertrouwen, tegenstrijdige info van ampullaorgaan negeren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

preventie tegen bewegingsziekte

A
  • Met rijrichting meezitten
  • Hoger zitten -> naar buiten kijken
  • Aan dek blijven + met vaarrichting meekijken
  • Niet lezen
  • Geen alcohol, roken, lege maag, overvloedige maaltijd
  • Medicatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly