Thema 1 Flashcards
Oogkas
schokken opvangen
Vetkussen
schokken opvangen + oog op
zijn plaats houden
Wenkbrauwen
Verhinderen dat water en zweet van het voorhoofd rechtstreeks in de ogen lopen
Ooglid
Beschermt het oog tegen stofdeeltjes, te fel licht en uitdrogen (oog vochtig houden)
Wimpers
Beschermen het oog tegen inwaaiend stof
Lidslagreflex
reflex om de ogen te sluiten bij prikkeling door tekort aan traanvocht, stof/wind of te sterk licht
Traanklieren met traanvocht:
- Oogbol vochtig houden
* Oogbol ontsmetten
waarom ga je snotteren bij het koude en als je huilt
Bij koude verdampt het traanvocht in de neusholte niet snel genoeg.
Als je huilt, produceer je zoveel traanvocht dat je neusholte het niet kan verwerken.
Fixatiepunt
punt waarop beide ogen gericht worden door samenwerking van de oogspieren
Scheelzien = loensen
= de oogspieren zijn niet in staat om beide ogen te richten op het fixatiepunt
oorzaak: de oogspieren van de twee ogen
- zijn niet even lang
- Trekken niet gelijkmatig samen
waarom zie je dubbel als je scheelziet
Elk oog fixeert op een ander punt➔elk oog vormt eigen beeld
➔Je hersenen kunnen deze twee beelden niet samenvoegen
waarom moeten kinderen die scheelzien het goede oog afdekken
De spieren van het wegdraaiende oog meer oefenen.
harde oogvlies
- Wit + dik
- Functie: Bescherming oogbol tegen druk
Vooraan: hoornvlies - Doorzichtig + Gebogen
- Functie: Lichtstralen doorlaten + breken (convergeren)
Vaatvlies
• Rode kleur (bloedvaten)
• Functie: oog voorzien van voeding en O2
+ Zwart pigment (functie: lichtabsorptie)
Vooraan splitst vaatvlies in 2 kringvormige spieren:
• Straallichaam
• Regenboogvlies of iris
Straallichaam
- Verdikte rand van vaatvlies
- Bevat accommodatiespier
- Functie: Regelt dikte van lens
Lensbanden
• Functie: Ooglens vasthechten aan straallichaam
Regenboogvlies = iris
Bloedvaten (functie: voedselvoorziening cellen)
Pigmentlaag (oogkleur, functie: bescherming sterk licht)
Iriskringspieren en irisstraalspieren
• Functie: overtollig licht afschermen door de grootte
van de pupilopening te regelen
Pupil
- ‘zwarte vlek’➔gaatje in de iris
* Functie: licht doorlaten
Netvlies = binnenste oogrok
Bevat de lichtreceptoren = fotoreceptoren
Kegeltjes (5 miljoen)
geprikkeld door hoge lichtintensiteit ➔kleuren waarnemen
Staafjes (120 miljoen)
geprikkeld door lage lichtintensiteit ➔zien in het duister
Gele vlek
Enkel kegeltjes
➔meest nauwkeurige beeldvorming
Blinde vlek
Blinde vlek:
Uitlopers van zenuwcellen ➔geen fotoreceptoren
➔geen beeldvorming