Thema 3 Flashcards
Attitude
hoe positief of negatief we ons ergens over voelen
- attitudes beevatten zowel cognitie als een evaluatie
Secord & Backman Attitude
bepaalde regelmatigheden in iemands gevoelens, gedachtes en neigingen om op een bepaald aspect van zijn omgeving te reageren
- gevoelens = affectieve component van attitude (wat we vinden van wat we denken)
- gedachtes = cognitieve component van attitude (zienswijze op het object)
- neigingen = gedragscomponent (observeerbaar gedrag tgov het object van de attitude en/of wat zij over dat gedrag beweert)
- attitudes hebben betrekking op een bepaald doel of object
3 functies van attitudes
1) helpen omgeving te duiden en effectief iin deze omgeving te handelen
2) identiteitsbesef + ontwikkelen & onderhouden gevoel van zelfachting
3) goede relaties onderhouden
Pratkanis & Turner stellen dat een attitude als cognitieve voorstelling wordt opgeslagen, 3 elementen
1) object etiket + regels om dit etiket toe te passen
2) korte evaluatie van het object
3) kennisstructuur die de evaluatie ondersteunt
Attitudekracht
omvat niet alleen extremiteit, maar ook de mate van zekerheid die mensen voelen t.o.v. de attituude, het belangr ervan, hoe intens ze de attitude ervaren en hoeveel ze over de attitude weten
Kenmerkendheid
de mate waarin een attitude relevant is voor de huidige situatie
Vooral de evaluatie die aan de cognitie van de attitude wordt gekoppeld, bepaald hoe goed imeand zich de attitude herinnert en hoe een attitude het gedrag voorspelt
4 factoren die koppeling tussen attitude en gedrag versterken (pratkanis & turner)
1) als heb object van de attitude goed gedefinieerd en kenmerkend is
2) as de kracht van de attitude groot is
3) Als de kennis ter iondersteuning van de attitude voldoende voorradig en complex is
4) als de attitude belangrijke aspeccten van hetzelf ondersteunt
theorie van Gepland gedrag
Theory of Planned Behaviour
- hier is het concept van vermeende gedragscontrole aan toegevoegd: dit zegt iets over de mate waarin iemand denkt dat hij in elke situatie de noodzakelijke gedraginen kan vertonen
- heeft invloed op de intentie als op de mate waarin een intentie in daadwerkelijk gedrag wordt omgezet
- de variabele Subjectieve Norm in het model omvat zowel d emening van anderen, als iemands wens (of gebrek daaraan) oom zich naar deze mening te schikken
Theorie van beredeneerde actie - Ajzen & Madden
Theory of Reasoned Action
- voegt intentie tussen attitude en gedrag
Werktevredenheid
de baan is het object van de attitude
- hangt sterk samen met iemands psychologische welzijn of mentale gezondheid
- Werktevredenheid kan op 3 manieren Theoretisch worden benaderd:
namelijk als iets wat afhankelijk is van a) iemands persoonlijkheid of instelling,
b) de mening van anderen in de werkomgeving of
c) de kenmerken van het werk.
- kan gemeten worden met Occupational Stress Indicator
Toewijding
drukt uit hoezeer de werknemer zich heeft gehecht aan de organisatie waar zij in dienst is (object van de attitude is de organisatie)
Voor de meeste mensen wordt algemene werktevredenheid met name bepaald door de inherente kenmerken van het werk
Deze kenmerken zijn vaak gerelateerd aan de kernconstructen van het Job Characteristics Model van Hackman & Oldham:
- afwisseling van vaardigheden
- taakidentiteit
- taakbelang
- autonomie
- feedback
(leiderschapsgedrag is ook gerelateerd)
Dark Triad
- Narcisme
-Machiavellianisme - Psychopathie
CSE Core Self Evaluation (fundamentele zelfevaluatie)
Voorspellende factor voorr werktevredenheid en vice versa
Allen & Meyer betogen 3 typen Toewijding:
1) Affectieve Toewijding: emotionele betrokkenheid bij de organisatie
2) Continuïteits Toewijding: kosten + risico’s verlaten bedrijf
3) Normatieve Toewijding: Morele Dimensie
Toewijding moet, net als een attitude, een specifiek object hebben (collega’s/leidinggevende). Object is van belang voor de wijze waarop het gedrag beïnvloedt
Morrow 5 categorieën ervaringen die van invloed kunnen zijn op toewijding
1) socialisatiepraktijken
2) organisationele veranderingen
3) praktijken van personeelszaken
4) interpersoonlijke relaties
5) relaties tussen werknemer en organisatie
Positief Affect
hoge mate van organisationele toewijding
Negatief affect = lage mate van organisationele toewijding
HOM - Proximale situaties van opzegging, onder invoed van de eigen voorkeur, de persoonlijke omstandigheden en de percepties omtrent keuze en controle a.d.h.v. deze motivationele condities:
4 categorieën:
1) enthousiaste vertrekkers
2) Aarzelende vertrekkers
3) Enthousiaste blijvers ( betrokken blijvers + luiwammesen)
4) Aarzelende Blijvers (gevangen blijvers + contractuele blijvers)