Thema 1 Flashcards
Definitie Intelligentie - Edwin Boring
“Intelligentie is wat door intelligentietests wordt gemeten”
Algemene Intelligentie - General Factor (G-factor) - General Mental Ability (GMA)
Charles Spearman
- behoorlijk betrouwbaar/nauwkeurig
Binet & Simon ontwikkelden 1e valide intelligentie test
traditionele tests cognitief vermogen en intelligentie worden gewoonlijk op gestandaardiseerde wijze afgenomen
Sternberg: Praktische Intelligentie
- vermogen problemen uit de praktijk oplossen adhv informatie die niet noodzakelijkerwijs in de formulering van het probleem is vervat
- matige correlatie met traditionele IQ tests
- Wél voorspellende factor voor significante hoeveelheid variantie in academische/beroepsprestaties
Cattell & Horn
Vloeibare Intelligentie (fluid): vermogen om na te denken, daarin ook beweeglijk te zijn (puzzles oplossen) en het vermogen tot abstract redeneren.
- Genetisch component, neemt af naarmate ouder worden
Gekristalliseerde Intelligentie (Crystalized): vermogen te lereen van ervaringen, ook tekst begrip en woordenschat vallen hieronder
- neemt toe naarmate ouder worden
Howard Gardner: Theorie van Meervoudige Intelligentie (9 factoren)
1) Linguistisch - vermogen om jezelf effectief te uiten met behulp van taal
2) Ruimtelijk - vermogen om mentale beelden te creëren en te manipuleren voor probleem oplossen en je te oriënteren in de ruimte
3) Muzikaal - het vermogen om toonhoogtes en ritmes te herkennen en toe te passen en zo een instrument te bespelen zingen of componeren
4) Logisch/Mathmatisch - vermogen om patronen waar te nemen, conlcusies te trekken uit gegevens en logisch te redeneren
5) Kinesthetisch - vermogen om mentale vermogens te gebruiken om de eigen lichaamsbewegingen te coordineren
6) Interpersoonlijk - vermogen om gevoelens en bedoelingen van anderen op te vangen en te begrijpen
7) Intrapersoonlijk - vermogen om gevoelens en bedoelingen van anderen op te vangen en te begrijjpen
8) Natuurgericht - vermogen om objeecten in de natuurlijke wereld te herkennen en categoriseren
9) Existentieel - vermogen om eigen positie in het menselijk bestaan te bepalen, zoals je houding tov leven en dood.
Triarchische Intelligentie theorie Stenberg (nieuwe definitie, waar component praktische kennis in zit)
1) Analytische Deeltheorie: abstracte probleemoplossing en de denk strategieën die iemand daarbij gebruikt (controleren + coderen van informatie). Lerend vermogen.
2) Creatieve Deeltheorie: creatieve/experimentele intelligentiie heeft te maken met de inzichten die mensen hebben, hun vermogen om te synthetiseren en om op nieuwe situaties en prikkels te reageren
3) Praktische Deeltheorie: het vermogen om alleedaagse taken te begijpen en uit te voeren.
John Carroll - Drielagentheorie van Cognitieve Vermogens
Cognitief vermogen kan consistent in 3 lagen (strata) worden geclusterd:
1) beperkt (stratum I)
2) breed (statum II)
3) algemeen cognitief vermogen (stratum III)
3) stratum 3 lijkt het meest op “G”
2) stratum 2 verdeeld in brede vermogens, zoals fluid/crystallized, algemeen geheugen en visuele perceptie
1) stratum 1 specifieke vermogens zoals beeldherkenning en taalbeheersing
- meest levensvatbare beschrijving van menselijke vermogens
- verbindend model
Cattell-Horn-Carroll Model is 1 van de beste manieren om een beschrijving van algemene intelligentie te geven
Het model is een smanevoeging van fluid/crystallized + 3lagen theorie van cognitieve vermogens
Daniel Goleman: Emotionele Intelligentie
“het vermogen jezelf te motiveren en vol te houden in het geval van tegenslag: om impulsen te beheersen en niet direct toe te geven aan bevrediging: om je stemmingen te beheersen en te voorkomen dat je vermogen tot denken door hevige emoties wordt verstoord om je in te leven in anderen en hoopvol te blijven
Kritiek op Goleman’s EI
nogal breed + oude wijn in nieuwe zakken.
- het model van Goleman is ebaseerd op competentieanalyses in verschillende organisatie sen heeft direct betrekking op de werkvloer
Emotionele Competentie:
een aangeleerd, op emotionele intelligentie gebaseerd vermogen dat tot uitstekende prestaties op het werk leidt
1) zelfbewustzijn
2) zelfmanagement
3) sociaal bewustzijn
4) relatiemanagement
Joseph + Newman suggereren dat emotieregulatie in theorie gerelateerd is aan arbeidsprestaties via het genereren van een affectieve toestand (stemming) die gunstig is voor de arbeidsprestaties (zoals plezier/enthousiasme). 4 benaderingen:
1) emotieperceptie
2) emotie inzicht
3) emotie regulatie
4) arbeidsprestatie
!! E.I. is nog geen valide concept!!
Kernelementen/persoonlijkheidskenmerken
vertegenwoordigen neigingen of voorkeuren om je in een specifieke situatie op een bepaalde manier te gedragen
Big 5 Persoonlijkheidsdimensies
OCEAN
Openheid voor nieuwe situaties
Consciëntieusheid
Extraversie
Altruïsme
Neuroticisme
HEXACO = + honesty/humbleness (eerlijkheid/nederigheid)
Organisationeel Burgerschapsgedrag
-organisational citizenship behaviour
- prestaties die medewerkers op het werk verrichten, maar die niet in functieomschrijvingen staan
COTAN
Commissie Testaangelegenheden Nederland, onderdeel van NIP
- beoordeelt psychodiagnostische instrumenten
Creativiteit
Genereren van Nieuwe en geheel originele ideeën
Innovatie
Breder. Behelst ook de toepassing en implementatie van bestaande ideeën met als doel iets nieuws en nuttigs te produceren (in de context van groepen, organisaties of maatschappijen
- innovatie wordt gezien als proces, omdat implementatie gepaard gaat met beïnvloeding van anderen
Intrinsieke motivatie
als een activiteit wordt gewaardeerd en uitgevoerd vanwege de activiteitt zelf en wanneer de betrokkene een werkelijke passie en belangstelling heeft voor de innovatie op zich
Extrinsieke motivatie
iemand die een taak uitvoert met het doel een bleoning te verkrijgen, die van de taak kan worden onderscheiden
Kennis, intrinsieke motivatie, een hoge vloeibare intelligentie en een hoge score op openheid bevorderen iemands creativiteit. Consciëntieusheid belemmert dit eerder