test Flashcards

1
Q

Welke stroming werd in 1960 grotendeels verworpen?

A

Behaviorisme

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke stroming kwam er voor het behaviorisme in de plaats?

A

Cognitivisme

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat hield de verschuiving van behaviorisme naar het cognitivisme inhoudelijk in?

A

Verschuiving van waarneembaar gedrag naar het5 brein en de geest.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn de theorethische aannames van cognitivisme?

A

De geest werkt als een computer, als een informatie verwerkend systeem Het soort informatie die de geest verwerkt zijn representaties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is Tolmans doolhof

A

ntdekking dat ratten niet simpelweg reactief reageren op prikkels, maar dat ze een cognitieve kaart van het doolhof vormden (cognitieve mappen in ratten). Deze bevindingen suggereren dat dieren, inclusief mensen, mentale representaties van de wereld om hen heen creëren om hun gedrag te sturen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welke experiementele methodes speelde een rol bij cognitivisme?

A

Allerlei soorten hersenscans (MRI, MEG, EEG), onderzoek naar activiteit en structuur van de hersenen Observaties van gedrag (patronen en processen in gedrag identificeren en begrijpen) De focus is op het in kaart brengen van informatie verwerkende processen (bestuderen van hoe informatie wordt waargenomen, opgeslagen, verwerkt en gebruikt in de geest)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Cognitivisme is multidisciplinair. Met welke disciplines heb je te maken?

A

Psychologie, filosofie, taalkunde, antropologie, neurowetenschap, AI

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Welke metafoor wordt er veel in cognitivisme gebruikt?

A

Hyet brein als computer, het zijn beide informatieverwerkende systemen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q
  • Volgens Charles Peirce zijn er drie componenten betrokken bij representaties. Welke?
A

Mens (de waarnemer of denkende entiteit) Representatie zelf (mentale representatie van informatie, kan variëren van mentale beelden tot symbolische representaties (kan intern of extern aan hersenen zijn)) Gerepresenteerde wereld (doel, object of de concepten waarnaar de representatie verwijst) -> Bijvoorbeeld naar er een plek gaan dmv abstracte tekening van Google Maps dat de wereld representeert

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is een icoon?

A
  • Iconen zijn dus representaties die lijken op het object of concept dat ze representeren -> Bijvoorbeeld de bouwtekening lijkt op het gebouw dat er gebouwd gaat worden, hetzelfde geldt voor de abstracte tekeningen van Google Maps, en een foto lijkt op hetgeen van wat op de foto staat (waarvan het een representatie is) -> een foto van een hond lijkt op een echte hond
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is isomorfisme?

A
  • Representaties kunnen iconisch zijn, wat wordt gekenmerkt door gelijkenis van de wereld die het representeert (isomorfisme)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is een index voor symbool?

A

Hebben een causale connectie met het doel Indexen hebben een causale relatie met hetgeen dat ze representerenTemperatuurmeter: wanneer de temperatuur omhoog gaat, gaat de kwik ook omhoog (dus dat is een causale relatie tussen de representatie en hetgeen waarvan het een representatie is) Kompas: wijzertje en noordpool

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zijn symbolen?

A

gebaseerd op gedeeld gebruik, sociale overeenkomst, en logische regels Representaties waarvan de betekenis gebaseerd is op gedeeld gebruik, sociale overeenkomsten en logische regels. Ze hebben geen intrinsieke gelijkenis met datgene wat ze representeren. Nummers en taal (uniek aan mensen, wiskunde en taal) Waar komt de betekenis vandaan? Wordt bepaald door gedeeld gebruik, sociale overeenkomst en

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Door wat wordt de betekenis/inhoud/content van een representatie bepaald?

A
  • Isomorfisme, gelijkenis (iconen) * Directe causale verbintenis (indexen) * Arbitrair en sociaal bepaald (symbolen) -> Van boven naar beneden wordt het steeds abstracter
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Representationele theorie van de geest, wat wordt hiermee bedoeld?

A
  • De geest representeert de wereld in termen van iconen, indexen en symbolen - Mentale representaties zijn de bouwstenen van denkprocessen, van cognitie -> onze gedachten en redeneringen zijn opgebouwd uit deze mentale representaties Mentale representaties zijn semantisch evalueerbaar en semantisch compositioneel.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat betekent semantisch evalueerbaar en semantisch compositioneel?

A

Semantisch evalueerbaar: de mentale representaties kunnen waar of onwaar zijn.Semantisch compositioneel: de mentale representaties kunnen op verschillende manieren gecombineerd worden om nieuwe gedachten te vormen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat is een fysiek symbool systeem?

A

een fysiek systeem (materieel) dat een set van interpreteerbare en combineerbare symbolen bevat, alsmede een set van processen die symbolen manipuleren (kopiëren, combineren, creëren en verwijderen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

wat zijn kenmerken van een fysiek symboolsysteem?

A

Veel van menselijk denken heeft te maken met het manipuleren van symbolen in ons hoofd.Woorden moeten in bepaalde volgorde voorkomen d.m.v. manipulaties. Een fysiek symboolsysteem verwerkt symbolen volgens bepaalde regels (grammaticaal en taal)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Wat houdt de physical symbol system hypothesis in?

A

elk systeem wat zich intelligent kan gedragen is per definitie een fysiek symbool systeem (niet iedereen is het hiermee eens) - Dus alle intelligente systemen (mensen, dieren, computers -> het vermogen om informatie te begrijpen, te verwerken en effectief te gebruiken om doelen te bereiken) zijn per definitie fysieke symboolsystemen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Wat is de implicatie van physical symbol system hypothesis voor kunstmatige intelligentie?

A

Deze hypothese stelt dat het verwerken van symbolenstructuren in principe voldoende is om kunstmatige intelligentie in een digitale computer te produceren, en dat bovendien menselijke intelligentie het resultaat is van hetzelfde soort symbolische manipulaties.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Wat is het verschil tussen de representationele theorie en de theorie van symboolsystemen?

A

de representationele theorie van de geest focust op WAT er in de geest aanwezig is (mentale representaties en hun aard), terwijl de theorie van symboolsystemen zich richt op HOE de geest die informatie verwerkt (via symbolen en fysieke processen).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Wat doet de general problem solver (symbolic AI, of GOFAI)

A

Onderscheid maken tussen de inhoud van het probleem en de techniek om het op te lossen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Waarvoor worden symbolen gebruikt in symbolic AI?

A

Voor objecten, maar ook Voor relaties tussen objecten. bv. Eat (Jabril, donut), eat geeft de relatie aan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Logica als Probleem-Opslossende Techniek in symbolic AI

A

Symbolische AI maakt gebruik van logische operatoren zoals “and,” “or,” en “not” om complexe redeneringen en besluitvorming mogelijk te maken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

Wat wordt er bedoeld met knowledge base (kennisbank) van symbolen, in symbolic AI

A

Een kennisbank is de opslagplaats van alle kennis, feitjes en informatie die een AI-systeem heeft, inclusief symbolische representaties van objecten, concepten, regels en feiten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q

Wat zijn inplicaties in symbolische AI ?

A

Implicaties, of “Als, dan” proposities, zijn regels die de basis vormen voor beslissingen in symbolische AI. Ze stellen voorwaarden (als) en acties (dan) vast.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
27
Q

Wat is the chinese room experiment?

A

Het Chinese Room Experiment is een gedachte-experiment dat vraagt of een computer die symbolische verwerking uitvoert, zoals het vertalen van Chinese tekens, ook echt begrip van de taal heeft. Het suggereert dat puur symbolische verwerking niet gelijk staat aan bewustzijn of begrip. In de analogie wordt iemand in een kamer geplaatst zonder kennis van Chinees, maar met regels om Chinese tekens te vertalen, wat de vraag oproept of hij als hij de regels kan uitvoeren, daadwerkelijk begrip heeft van de taal.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
28
Q

Wat wordt er bedoeld met “holistic similarity recognition”?

A

Symbolic AI kan niet snel en op een vloeiende manier met de omgeving interacteren (vanwege de complexiteit van de kennis en regels, de moeite met ongestructureerde gegevens, het beperkte aanpassingsvermogen). Mensen en dieren kunnen dit wel, omdat zij geneigd zijn om naar het geheel en de relatie te kijken tussen losse onderdelen, in plaats van naar onderdelen afzonderlijk van elkaar.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
29
Q

Wat zijn verschillen tussen mensen en symbolic AI?

A

Robots zijn star en kunnnen niet goed afwijken van hun script, terwijl mensen dit constant doen.AI kan formele problemen wel extreem goed oplossen ( = vastgelegde regels, gestructureerde gegevens etc.) zoals schaken, jeopardy etc.Als de oplossing niet in de knowledge base zit van symbolic AI, dan kunnen ze geen oplossing vinden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
30
Q

Wat zijn de drie typen representaties? Wat zijn de definiërende eigenschappen?

A

Iconen (lijkt op hetgeen waar het een representatie van is, bv. Google Maps), symbolen (gebaseerd op gedeeld gebruik, sociale overeenkomst, logische regels, bv. cijfers), indexen (directe causale connectie met de representatie, bv. een kompas)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
31
Q

Leg in het kort John Searles Chinese Room gedachte-experiment uit. Wat toont dit gedachteexperiment aan?

A

Het Chinese Room gedachte-experiment, bedacht door filosoof John Searle, stelt zich een persoon voor die geen Chinees begrijpt en in een kamer zit met regels en tekens in het Chinees. Buiten de kamer geeft een Chinees sprekend persoon input door geschreven vragen en de persoon in de kamer gebruikt de regels om correcte antwoorden te genereren (output) zonder daadwerkelijk Chinees te begrijpen -> Hoewel de persoon in de kamer in staat is om correcte Chinese antwoorden te genereren, hij nog steeds geen begrip heeft van de Chinese taal. Het simuleren van intelligent gedrag met behulp van regels en verwerking van symbolen (physical symbol hypothesis) niet hetzelfde is als echt begrip of bewustzijn. Het experiment daagt dus het idee uit dat puur symbolische verwerking voldoende is voor het verkrijgen van bewustzijn of begrip.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
32
Q

Cartesiaanse benadering (René Descartes)

A
  • De menselijke geest (ons bewustzijn) is een immateriële substantie (niet fysiek, niet opgebouwd uit atomen en moleculen)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
33
Q

Wat is cartesiaans dualisme?

A

Lichaam (materieel) en geest (immaterieel) zijn gescheiden en hebben een verschillende manier van zijn/bestaan Er is een groot verschil tussen geest en lichaam, aangezien het lichaam van nature altijd verdeelbaar is, en de geest volledig ondeelbaar is… de geest of ziel van de mens is volledig verschillend van het lichaam.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
34
Q

Gilbert Ryle bekritiseert het Cartesiaanse dualisme. Wat is de kritiek?

A

Lichaam-geestprobleem: Als de geest immaterieel is, hoe kan het dan causaal interacteren met een materieel brein? * Hoe kun je iets bestuderen wat niet materieel is dan? (psychologie en geesteswetenschappen zou dan niet mogelijk zijn)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
35
Q

Wat is de relatie tussen cognitivisme en cartesiaans dualisme?

A

het is gefocust op abstracte en “disembodied” (onstoffelijke) cognitieve processen * Niet dat ze denken dat de geest immaterieel is, maar ze kijken niet echt naar de brein en het lichaam, maar het cognitie is het verwerken van informatie dmv logica en redeneren (materiële basis van het lichaam en het brein spelen dus geen rol)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
36
Q

Wat wordt er bedoeld met sterk cognitivisme?

A

alle cognitie is de computatie (verwerken) van interne representaties (symbolen) * Alle cognitie kan worden herleid tot symbolische verwerking (mentale processen = verwerking zoals op computer)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
37
Q

Wat is zwak cognitivisme?

A

sommige vormen van cognitie is de computatie van interne representaties (symbolen) * Sommige cognitie is symbolisch van aard, maar niet alle menselijke denkprocessen kunnen worden verklaard op die manier (menselijke geest is complexer dan symbolische verwerking)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
38
Q

Wat is belichaamde cognitie?

A

Deze benadering stelt dat cognitie niet alleen plaatsvindt in de hersenen, maar nauw verbonden is met ons lichaam en de manier waarop we met onze omgeving interageren. Hoe we leren en begrijpen hoe een fiets werkt door daadwerkelijk te fietsen en de fysieke interactie met de fiets en de omgeving te ervaren. Het gaat niet alleen om het begrijpen van de theoretische principes van fietsen, maar ook om het opbouwen van een gevoel voor balans, coördinatie en het anticiperen op veranderingen in de omgeving tijdens het fietsen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
39
Q

belichaamde cognitie kent 2 claims, welk zijn dit?

A

Cognitie wordt beinvloed door het lichaam (zwakke claim, niet universeel geldig.)Je denken wordt beinvloed door je omgeving en je zintuiglijker ervaringen.Het lichaam is onderdeel van cognitieve processen (sterke claim, wel universeel geldig.)Fysiek leren is een integraal onderdel van onze denkprocessen, bv. door spiergeheugen etc.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
40
Q

Waarom gebruiken mensen gebaren?

A

Ze faciliteren niet alleen de communicatie, maar ook onderliggende denkprocessen. Denk bv. aan emnsen die gebaren gebruiken als ze bellen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
41
Q

gebaren zijkn niet alleen communicatiemiddelen maar ook mentale representaties of symbolen die ons helpen denken. Waaruit blijkt dit?

A

Gebaren gaan vaak gepaard met woordenZelfs blinden gebruiken handgevaren.Tellen op je vingers etc. Je slaat informatie niet op in je hoofd, maar op je handen waardoor het een symbool/representatie wordt en het het denken vergemakkelijkt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
42
Q

Wat ziijn voorbgeelden in taalgebruik waaruit belichaamde congitie blijkt?

A

concepten zijn verbonden aan onze oriëntatie in de wereld en interactie met de wereld * I am on top of the situation, He’s at the height of his power, He is under my control * Happy is up and sad is down, I’m feeling up today * The head of an organisation, facing the future, being on top of things

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
43
Q

Wat is gesitueerde cognitie?

A

(onze cognitie is belichaamd en onze lichamen zijn gesitueerd in een bepaalde context, in ons geval hoog technologisch -> wij zijn techniek gebruikende wezens) * Onze cognitieve processen zijn verankerd in onze fysieke lichamen en de specifieke context waarin we ons bevinden (vaak verweven met technologie)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
44
Q

Wat wordt er bedoeld met het off-loaden van informatie?

A

We “offloaden” informatie (opslaan informatie in de omgeving, bv boodschappenlijstje) in onze directe omgeving om ons te helpen om dingen te herinneren - Maar ook om andere cognitieve processen te ondersteunen: * Geheugen (bv notitieblok), navigeren (bv kaart), plannen (bv agenda), berekeningen (bv rekenmachine of pen en papier), meten (bv thermometer), leren (bv tekstboek), ontwerpen (bv sketchpads) -> compenseren tekortkomingen brein

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
45
Q

We offloaden informatie, dit is een onderdeel extended cognition. Wat wordt hiermee bedoeld?

A

Je gebruikt een extern middel om een cognitief proces uit te voeren (bv. boodschappen lijstje maken), Het wordt letterlijk een onderdeel van je geest, het wordt geïntegreerd in je denken waardoor techniek letterlijk een onderdeel wordt van je cognitie. Voorbeeld: Bij het spelen van Tetris zijn er twee opties: 1) Mentale rotatie (eerst bedenken, dan draaien) 2) Rotatie dmv een knop (meteen draaien en daarmee testen, effectiever, sneller)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
46
Q

Wat zijn epistemische handelingen en kun je een voorbeeld geven?

A

Epistemische handelingen zijn acties die worden uitgevoerd om cognitieve processen te ondersteunen en te bevorderen, zoals herkenning en zoekprocessen. Een voorbeeld is het gebruik van een kaart om de weg te vinden in een onbekende stad. Het raadplegen van de kaart ondersteunt het cognitieve proces van navigeren en helpt bij het bereiken van het doel om de juiste route te vinden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
47
Q

Wat zijn pragmatische handelingen en kun je een voorbeeld geven?

A

Pragmatische handelingen zijn acties die worden ondernomen om fysieke veranderingen tot stand te brengen, zonder dat ze noodzakelijkerwijs gericht zijn op het ondersteunen van cognitieve processen. Een voorbeeld is het vullen van een lege vaas met water om bloemen in te zetten. Deze handeling is gericht op het praktische doel van het voorbereiden van de vaas voor bloemstukken en vereist geen specifieke cognitieve inspanning.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
48
Q

Wat is het “parity principle” in de context van filosofie en uitgebreide cognitie?

A

et “parity principle” stelt dat externe objecten of processen deel kunnen uitmaken van een cognitief systeem als ze dezelfde functie vervullen als een intern cognitief proces. Voorbeeld: Stel je gebruikt een notitieboekje om informatie te onthouden en op te roepen, net zoals je geheugen in je hersenen. Volgens het “parity principle” kan het notitieboekje worden beschouwd als een verlengstuk van je cognitieve systeem, omdat het dezelfde functie vervult als het geheugen in je hersenen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
49
Q

Wat is de belangrijkste boodschap van verlengde cognitie?

A

“In deze gevallen is het menselijk organisme verbonden met een externe entiteit in een tweerichtingsinteractie, waardoor een gekoppeld systeem ontstaat dat op zichzelf als een cognitief systeem kan worden beschouwd. Alle componenten in het systeem spelen een actieveoorzakelijke rol en beïnvloeden gezamenlijk gedrag op dezelfde manier als cognitie dat normaal doet. Als we de externe component verwijderen, zal de gedragscompetentie van het systeem verminderen, net zoals het zou gebeuren als we een deel van de hersenen zouden verwijderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
50
Q

Wat is kritiek op extended cognition?

A

we zijn ons vaak bewust van cognitieve processen. Dat impliceert dat bewustzijn ook verlengd is en dat is zeer tegenintuïtiefMaar er zijn maar weinig cognitieve processen waar we ons bewust van zijn. Autorijden gebeurt bv. heel onbewust. Objecten zijn niet altijd beschikbaar, terwijl interne cognitieve processen dit wel zijn. Maar dit maakt niet veel uit voor de theorie als objecten beshcikbaar zijn als ze nodig zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
51
Q

Wat zijn 3 criteria voor verlengde cognitie?

A

Hoog niveau van vertrouwenvan afhankelijkheidvan toegankelijkheid van de externe informatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
52
Q

Beschrijf het lichaam-geestprobleem. Hoe lost belichaamde cognitie het lichaam-geestprobleem op?

A

Wanneer je stelt dat het niet materieel/fysiek is, dan kan het ook geen causale relaties hebben en hoe kan het dan effect hebben op je brein en je lichaam? Ontstaande paradigma (embodied cognition) zegt dat die manier van denken dus nergens op slaat. Belichaamde cognitie lost het lichaam-geestprobleem op door de traditionele opvatting van de geest als immaterieel te verwerpen. In plaats daarvan benadrukt het de nauwe verbinding tussen lichaam en geest. Belichaamde cognitie stelt dat cognitie ontstaat uit interacties tussen het lichaam, de omgeving en de hersenen. Dit standpunt maakt het overbodig om de geest als immaterieel te beschouwen, omdat cognitieve processen diep verweven zijn met ons fysieke bestaan en onze interactie met de wereld.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
53
Q

Geef een voorbeeld van een uitspraak/zin in het Nederlands die een ruimtelijk of zintuigelijk concept als basis heeft?

A

“Zij omarmt de warmte van vriendschap.”“De warmte van zijn glimlach verspreidt zich door de kamer.”“Ik zit boven op de situatie.”“Hij is op het hoogtepunt van zijn kracht.”

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
54
Q

Wat is de “extended mind”? Leg uit waarom je het er mee eens/oneens bent.

A

Het concept van de “uitgebreide geest” is een idee in de filosofie van de geest en cognitieve wetenschappen dat stelt dat cognitieve processen en mentale activiteit zich niet beperken tot het individuele brein, maar zich uitstrekken tot externe hulpmiddelen en omgevingen. Dit betekent dat onze gedachten en cognitie worden gevormd door interactie met de wereld en dat externe objecten een integraal onderdeel zijn van ons denkproces

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
55
Q

Wat is het verschil tussen verlengde cognitie en belichaamde cognitie?

A

Belichaamde cognitie: Belichaamde cognitie benadrukt dat cognitieve processen diep geworteld zijn in de lichaamservaring. Het stelt dat ons denken niet alleen plaatsvindt in onze hersenen, maar ook beïnvloed wordt door onze lichamelijke interacties met de wereld. vb. ls iemand een bal gooit, zijn de motorische vaardigheden, spiergeheugen, en de perceptie van de bal en de omgeving allemaal deel van het cognitieve proces dat betrokken is bij deze handeling. Extended cognition: Focus op Externe Objecten en Omgeving: Verlengde cognitie stelt dat cognitieve processen zich kunnen uitstrekken buiten het individuele lichaam, omvattende objecten en technologieën in de omgeving. Voorbeeld: Het gebruik van een smartphone of notitieboekje voor het onthouden van informatie kan worden gezien als een verlengstuk van iemands geheugen en cognitieve capaciteit.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
56
Q

Wat is cognitieve technolgoie?

A

Technologie gebruiken voor congitieve doeleindes.

57
Q

Wat was de eerste uiting van cognitieve technologie?

A

Terug te leiden tot grotschilderingen, er wordt niet gebruik gemaakt van waarnemen maar van iconen. Dit wordt een doorbraak in onze cognitieve evolutie.

58
Q

Wat wordt er bedoeld met tenchiek ontwilkkelt zich exponentieel?

A

We zijn goed in leren als mensen, dus als iemand iets voordoet, dan verspreidt het zich snel en ontwikkelt het zich ook snel.

59
Q

Door wie is het wereldwijde web uitgevonden?

A

Tim Berners Lee, in 1989 bij CERN.

60
Q

Wat wordt er bedoeld met het fiet dat het internet bestaande media remedieert?

A

Dat alle bestaande media (krant, tv etc.) allemaal zijn opgenomen in het iinternet.

61
Q

Wat is het gevolg van de remediatie van de oude media door internet?

A

Dit sorgt ervoor dat informatie wordt gecentraliseerd en gedemocratiseerd; oftewel, iedereen heeft toegang tot informatie en niet sechts een beperkt gezelschap.

62
Q

Wat is het verschil tussen web 1.0 en web 2.0?

A

Web 2.0 is interactiever en vrijwel iedereen kan informatie toevoegen (sociale media b.v.)

63
Q

Wat is “internet of things” ?

A

Dat je apparaten nu ook op internet kunt aansluiten.

64
Q

“For this invention will produce forgetfulness in the minds of those who learn to use it, because they will not practie their memory. Their trust in writing, produced by external characters which are no part of themselves, will discourage the use of their own memory” - Socrates / Plato Hoe heeft dit betrekking tot internet?

A

Doordat je alles kunt opzoeken op intenret oefen je minder met je eigen geheugen. Desondanks, als plato dit niet had opgeschreven hadden wij het ook niet gewetenn.

65
Q

Wat is greenfields mening over memorisatie van dingen.

A

“If you can only remember the places to look for answers rather than the answers themselves, then even these dots will not be learned and therefore cannot be joined up with other dots to form an indiviudal perspective of the world” Jouw biologische geheugen heeft items van informatie en die worden met elkaar geïntegreerd tot één geheel, dit gebeurd wanneer jij slaapt. Wanneer jij dingen vaak opschrijft enz/je geheugen uitbesteed aan technologie kun je het niet integreren en geen volledig wereldbeeld opbouwen

66
Q

Wat is de opvatting van Carr over memorisatie en de rol van internet?

A

“With each expansion of our memory comes anenlargement of our intelligence. The Web provides a convenient and compelling supplement to personal memory, but when we start using the Web as a substitute for personal memory, bypassing the inner processes of consolidation, we risk emptying our minds of their riches” Google maakt ons dom. Als jij inderdaad altijd geheugen uitbesteed aan technologie, dan krijg je die informatie nooit in je hoofd en kun je nooit een volledig wereldbeeld opbouwen

67
Q

Wat is het google-effect?

A

1) Wanneer wij iets niet weten, zijn we geneigd om het internet/computer te gebruiken om het op te zoeken 2) Wanneer we weten dat informatie extern beschikbaar is, doen we minder moeite om het te onthouden (waarom moeite voor doen? Zou niet efficiënt zijn) 3) Wanneer we weten dat informatie niet extern beschikbaar is, doen we meer ons best om het intern te onthouden 4) Wanneer we weten dat informatie extern opgeslagen is, weten we waar het is opgeslagen maar niet de precieze inhoudt van de informatie

68
Q

Is het onderzoek naar het google-effect wel ecologisch geldig? Wat is kritiek hierover?

A

Het onderzoek is niet uitgevoerd op een plek/manier waar mensen normaal internet gebruiken, dus je weet niet of je de uitkomsten wel kunt generaliseren.

69
Q

Wat zijn WEIRD-subjects?

A

Western, Educated, Industrialised, Rich and Democratic, vrijwel alle studies in de psychologie worden gedaan op eerstejaars Psychologie studenten met bovenstaande eigenschappen, in dit geval mensen die studeren aan Harvard (niet representatief voor mensheid in het algemeen)

70
Q

Er zijn ook voordelen aan het google-effect volgens sommigen. Welke?

A

Het bevrijd ons van het onthouden van saaie feiten en de opgevrijde capaciteit kunnen we voor andere dingen gebruiken (zo kun je andere cognitieve dingen doen die belangrijker zijn) Lange-termijn geheugen is zo goed als ongelimiteerd dus het genereerd niet meer opslagcapaciteit voor andere informatie. Het gevolg is dus minder informatie in je brein

71
Q

Wat is autobiografisch geheugen?

A

Herinneringen van ervaringen die je zelf gehad hebt.

72
Q

Wat is de relatie tussen semantisch geheugen, autobiografisch geheugen en het internet?

A

Verondersteld wordt dat internet je semantische geheugen slechter maakt. Je auotbiografische geheugen wordt slechter als je bv. foto’s en filmpjes maakt, want het leid af van de daadwerkelijke ervaring.

73
Q

Het google-effect wordt al negatief beschouwd. Maar door google hebben we wel veel meer toegang tot het internet. Welke visie kun je hierop hanteren?

A

Als er keuze is tussen minder informatie in je brein + meer op internet, of meer informatie in je brein - minder informatie op internet, dan is het eerste waarschijnlijk alsnog nuttiger. Denk bv. aan het schrift dat eenzelfde effect had. Toch is de vooruitgang die we hebben geboekt door het schrift veel nuttiger dan het hebben van veel informatie in je brein.

74
Q

waarom is het schrift zo belangrijk geweest voor onze vooruitgang?

A

Het schrift heeft geleidt tot een reductie in onze narratieve capaciteiten (vertellen van verhalen), maar heeft ook geleidt tot vooruitgang in literatuur, rechten, wetenschap, filosofie, etc.

75
Q
  • Cognitieve capaciteiten hebben zowel intrinsieke als instrumentele waarde. Wat wordt hiermee bedoeld?
A

Intrinsieke waarde: waardevol in/om zichzelf (los van het nut in de samenleving, biedt bevrediging) * In staat zijn om te lezen, rekenen, navigeren, feiten en ervaringen te herinneren zijn vaak waardevol omdat ze je identiteit definiëren en voldoening geven (geeft je goed gevoel) - Instrumentele waarde: waardevol om wat je ermee kunt (praktisch, extrinsieke waarde, stelt ons in staat specifieke taken uit te voeren en om te functioneren in de samenleving) * In staat zijn om te lezen, rekenen, navigeren, feiten en ervaringen te herinneren zijn vaak waardevol omdat ze je een voordeel bieden in de samenleving

76
Q
  • Hoe verschilt het internet van voorgaande cognitieve/media technologieën?
A

-> Het internet verschilt op verschillende manieren van voorafgaande cognitieve en media gerelateerde technologieën. Zo is er een grotere hoeveelheid informatie beschikbaar op het internet, is de toegankelijkheid groter (voor iedereen en overal beschikbaar, eerst was het beperkt tot fysieke locaties), en daarbij kan er bij het internet over de inhoud altijd direct gecommuniceerd en gediscussieerd worden.

77
Q

Beschrijf het google-effect

A

Dmv overmatig gebruik van technische tools onthoud je minder dingen en sla je het meer extern op in die apparaten Geldt niet alleen voor Google, maar ook voor geschreven taal, foto’s, maken van berekeningen met een rekenmachine, ChatGPT, navigatiesysteem

78
Q
  • Zijn de effecten van het internet op ons geheugen wenselijk?
A

De impact van het internet op ons geheugen is niet onwenselijk. In de vroege levensfase blijven cognitieve vaardigheden cruciaal voor het leerproces, ondanks de opkomst van het internet en het ‘Google-effect’. Na het voltooien van de opleiding kunnen sommige cognitieve functies afnemen, maar relevante vaardigheden behouden hun instrumentele waarde in het werkende leven. Deze afname in mentale belasting schept ruimte voor creatieve ontwikkeling, wat op zijn beurt intrinsieke waarde toevoegt. De symbiose tussen internetgemak en het behoud van essentiële vaardigheden creëert een evenwichtige, wenselijke dynamiek.

79
Q

Wat is ethiek? En wat is het onderscheid hierin tussen algemene filosofie en politieke filosofie?

A
  • Ethiek is een tak van de filosofie die zich bezighoudt met de analyse van het juiste handelen * Algemene filosofie: hoe een individu moet handelen * Politieke filosofie: richting de samenleving/hoe moet de samenleving zijn/zich gedragen?
80
Q

Wat zijn morele waarden?

A

Morele waarden zijn principes of ideeën die wij hebben die uitdrukken wat we belangrijk vinden en sturen ons gedrag in relatie tot wat goed en slecht is - Privacy, eerlijkheid, veiligheid, respect voor andere personen en dieren, rechtvaardigheid, gelijke kansen voor iedereen, loyaal zijn - Normen zijn gebaseerd op waarden (normen vloeien voort uit waarden)

81
Q

Wat is het evrschil tussen descriptief en normatief?

A

Bij descriptief wordt er iets omschreven, terwijl normatief het identificeren van een norm is en kijken hoe men zich daar naar moet gedragen.

82
Q

Descriptief cultureel relativisme

A
  • Het is louter de observatie dat verschillende culturen verschillende waarden en normen hebben - Niemand ontkent deze positie - Er zijn verschillen tussen culturen in termen van religie, voedsel, overheid, etc. - Er zijn verschillen in culturen in termen van moraliteit Het heeft niet te maken met ethiek, puur met het bschrijven van cultuur.
83
Q

Normatief moreel relativisme (ethiek)

A
  • Het is niet toegestaan om een waardeoordeel te vellen over de moraliteit van andere culturen - Wat gebeurt in een samenleving kan alleen worden beoordeeld op basis van de moraliteit van die samenleving
84
Q

Hoe is normatief moreel relativisme een reactie op ethnocentrisme en wat is het?

A

Ethnocentrisme is een term die gebruikt wordt om de neiging te beschrijven waarbij mensen hun eigen etnische groep, cultuur, of nationaliteit zien als superieur ten opzichte van anderen. Dit gebeurde nogal veel in de koloniale tijd, en we komen terug op wat we daar gedaan hebben omdat we niet kunnen stellen dat hetgeen wat we toen deden okay was. Daarom is de opvatting gekomen dat je niet kunt zeggen dat 1 ethiek/moraliteit beter is dan de andere.

85
Q

Wat wordt er mee bedoeld dat normatief moreel relativisme symmetrisch is?

A

Wij mogen niet oordelen over hen, dus zij ook niet over ons.

86
Q

Wat is kritiek op normatief moreel relativisme?

A

Als iedereen zijn eigen ethiek heeft, dan heeft ethiek geen zin meer en komt het vakgebied niet van de grond.

87
Q

Wat zijn argumenten voor normatief moreel relativisme?

A

Het zorgt voor bewustzijn over het bestaan van verschillende moraliteitenHet is een reactie op de omhoudbaarheid van moreel objectivisme.Moreel relativisame promoot tolerantio en dat is goed voor geopolitieke verhoudingen en multiculturele samenleving.

88
Q

Wart wordt er bedoeld met moreel objectivisme, en waarom is het niet houdbaar?

A

Er zijn geen empirishc emethodes om het te onderzoeken. Als ehtici het als niet eens kunnen worden over “een juiste theorie” , dan is die er misschien ook wel niet.

89
Q

Wat zijn argumenten tegen normatief moreel relativisme?

A

Relativisten overdrijven culturele diversiteitEr is een grote hoeveelheid gedeelde waarden (vertrouwen, vriendschap, moed etc.)en ook geboden (bv. moord en incest)De gulden regel “wat u niet wil dat u geschiedt, doet dat ook een ander niet” geldt in bijna iedere samenleving. Relativisme negeert diversiteit in/binnen culturenHet lijkt te claimen dat iedereen in een cultuur dezelfde waarden heeft, maar dat is natuurlijk onwaar. Relativisme implicieert dat sommige moreel verwerpelijke daden acceptabel zijn.Oftewel, kunnen we niet gewoon stellen dat sommige acties verwerpelijk zijn? Denk aan holocaust. De relativistische positie over tolerantie is problematischEr zit verschil tussen respect voor iets kunnen opbrengen en het vedragen.Universele tolerantie is incosistent en leidt tot paradoxen (dan moet je ook tolereren dat je eigen theorie niet klopt en mensen er niet naar handelen).

90
Q
  • Wat is het verschil tussen descriptief en normatief moreel relativisme?
A

Descriptief moreel relativisme beschrijft alleen dat er een verschil is, en normatief moreel relativisme zegt ook hoe je je moet gedragen/handelen naar zo’n verschillen (accepteren dat er andere moraliteit is, je kunt alleen een waardeoordeel vellen over je eigen cultuur/hetzelfde raamwerk)

91
Q

Wat vind jij het beste argument tegen normatief relativisme? Waarom

A

Er zijn objectieve dingen waarvan is gebleken dat ze zeer schadelijk zijn voor de ontwikkeling van de mens. Denk aan het vakgebied van de ontwikkelingspsychologie, waaruit blijkt wat de desastreuze gevolgen zijn wanneer kinderen worden blootgesteld aan geweld of seks. Dit heeft ook geleid tot de universele rechten van de mens. Hoewel er een hoop grijs gebied is, zijn er wel degelijk universele rechten die gehandhaafd zouden moeten worden ongeacht de cultuur. Het objectief en waarneembaar ernsitig schaden van onschuldige mensen is onwenselijk en zouden we universeel moeten verwerpen. Tolerantie moet een grens hebben, anders zouden we nog steeds slavernij hebben en zouden we we niet (militair) mogen ingrijpen als op grote schaal mensenrechten geschend worden in een ander land etc.

92
Q
  • Wat vind jij het beste argument voor normatief relativisme? Waarom?
A

Door te pleiten voor het accepteren van diverse morele perspectieven, bevordert het een atmosfeer van begrip en respect in multiculturele samenlevingen en geopolitieke relaties. Dit draagt bij aan het verminderen van conflicten en het creëren van een wereld waarin culturele verschillen worden geaccepteerd zonder het opleggen van eigen normen. Hoewel er bezorgdheid kan zijn over mensenrechtenschendingen, biedt tolerantie een basis voor constructieve dialoog en samenwerking, waardoor normatief moreel relativisme als een bevorderlijke ethische benadering naar voren komt.

93
Q

Wie was de grondlegger van consequentialisme/gevolgenethiek?

A

Jeremy Bentham

94
Q

Wat is het uitgangspunt van gevolgen ethiek?

A

Een handeling is goed of slecht naarmate het het meeste geluksgevoel bevordert

95
Q

Wat was het standpunt van John Stuart Mill (1806 - 1873)

A
  • “Actions are right in proportions as they tend to promote happiness; wrong as they tend to produce the reverse of happiness. By happiness is intended pleasure and the absence of pain; by unhappiness, pain and the privation of pleasure” - Plezier en pijn worden subjectief bepaald
96
Q

Wie is Peter Singer (1964)

A
  • Australische filosoof - Past gevolgenethiek toe op dierenrechten en welzijn, armoede in ontwikkelingslanden en vele andere dingen (voegt daad aan het woord) * Boeken: animal liberation, practical ethics, the msot good you can do
97
Q

Wat is consequentialisme?

A
  • Een benadering/theorie in de ethiek die de gevolgen van handelingen benadrukt - De morele waarde van een handeling is louter gebaseerd op de gevolgen: intenties en empathie zijn niet zo belangrijk (gaat om consequenties van je acties) - Utilitarisme: maximaliseer utiliteit, oftewel maximaliseer geluk/welzijn en minimaliseer pijn - Simpele theorie: doe wat de beste gevolgen creëert
98
Q

Wat voor theorie is cosneuquentialisme mbt schaal.

A

(Objectivistische) Universalistische theorie: moet overal worden toegepast (moet over de hele wereld worden geïmplementeerd).

99
Q

Waarom worden dieren ook betrokken bij utiliteit?

A

Dieren kunnen ook pijn kunnen voelen (wel bepaalde complexiteit hersenen nodig -> plezier/pijn voelen), dus ook voor hen geldt dat pijn gereduceerd moet worden

100
Q

Wat zei bentham over de waarde van individuen bij utiliteit/consequentialisme?

A
  • Alle mensen hebben een gelijke waarde * Bentham: “every man to count for one, nobody to count for more than one”
101
Q

Wat is het trolley-probleem?

A

Basisopzet van het Trolleyprobleem:Situatie: Er is een trolley (tram) die oncontroleerbaar een spoorlijn afrijdt.Twee Sporen:Hoofdspoor: Op het hoofdspoor liggen vijf mensen vastgebonden.Zijspoor: Op een zijspoor ligt één persoon vastgebonden.Wissel: Jij staat bij een wissel. Als je niets doet, rijdt de trolley over de vijf mensen. Als je de wissel omzet, verandert de trolley van spoor en raakt alleen de ene persoon op het zijspoor.De Twee Keuzes:Niets Doen:Resultaat: Trolley doodt vijf mensen.Ethische Overweging: Passieve keuze, je grijpt niet actief in.Wissel Omzetten:Resultaat: Trolley doodt één persoon.Ethische Overweging: Actieve keuze, je besluit bewust om één leven op te offeren om vijf levens te redden.

102
Q

Utilitarisme gaat uit van wat het goede is. Wat is het goede bvolgen Bentham en Mill?

A

plezier of geluk is het hoogste goed en het enige dat intrinsieke waarde heeft (want ze creëren positieve gevolgen) - Vriendschap, lekker eten, vrijheid, etc zijn goed alleen omdat ze positieve gevolgen creëren: ze geven mensen plezier en maken mensen gelukkig Welzijn, geluk en plezier nastreven

103
Q

Waarom wordt hedonisme door veel filosofen verworpen?

A

Veel filosofen verwerpen hedonisme omdat er andere dingen zijn die intrinsieke waarde hebben, zoals gezondheid, eerlijkheid, vriendschap, familie, kennis, waarheid, etc deze zijn vaak belangrijker dan alleen plezier.

104
Q

Pluralisme omtrent intrinsieke waarde

A

Dit is het idee dat er meerdere, vaak conflicterende, maar even legitieme waarden of standpunten bestaan. In de ethiek houdt pluralisme in dat er verschillende manieren kunnen zijn om te bepalen wat goed of slecht is, en dat geen enkele manier absoluut superieur is aan de andere.

105
Q

Wat was het geachte experiment van the experiment machine?

A

Het gedachte-experiment van de “Experience Machine” van Robert Nozick stelt voor dat een machine ons elke gewenste plezierige ervaring kan laten beleven, onderscheidbaar van de werkelijkheid. Nozick vraagt of we voor altijd op deze machine aangesloten zouden willen zijn, waarbij alle ervaringen kunstmatig maar uiterst plezierig zijn. Dit experiment daagt het idee uit dat geluk of plezier het enige is dat waardevol is in het leven, en benadrukt het belang van echtheid en realiteit in menselijke ervaringen.

106
Q

Wat is de ‘hedonistische calculus’, ook bekend als de ‘felicific calculus’.

A

Dit is een methode om het morele juiste van een actie te bepalen op basis van het maximaliseren van plezier en het minimaliseren van pijn. Hier is een uitleg en samenvatting:

107
Q

Uit welke onderdelen bestaat de hedonist5ische calculus?

A

Intensiteit: Hoe intens is het plezier of de pijn die de actie veroorzaakt? Duur: Hoe lang duurt het plezier of de pijn? Zekerheid of Onzekerheid: Hoe zeker is het dat het plezier of de pijn zal optreden? Nabijheid of Verwijderdheid: Hoe dichtbij of ver weg in de tijd is het plezier of de pijn? Vruchtbaarheid: In welke mate zal het eerste plezier of de pijn leiden tot meer van hetzelfde? Zuiverheid: In welke mate is het plezier vrij van pijn (en omgekeerd)? Uitgestrektheid: Hoeveel mensen worden beïnvloed door het plezier of de pijn?

108
Q

Welke stromingen zijn er in het utilitarisme?

A

DaadutilitarismeRegelutilitarisme

109
Q

Wat is daadutilitarisme?

A
  • Voer altijd de handeling uit die de grootste hoeveelheid welzijn veroorzaakt (korte termijn aanpak) - Het verwerpt rigide, op regels gebaseerde ethiek zoals de tien geboden en zelfs de wet * Verbreken van de wet genereert soms meer geluk voor mensen dan jezelf eraan houdenHet is een fout om typen handelingen altijd als goed of fout te zien, het ligt altijd aan de consequenties
110
Q

Wat zijn voorbeelden die een probleem met daadutilitarisme aankaarten?

A
  • Als een rechter rellen kan voorkomen en op die manier de dood van vele mensen kan voorkomen door een onschuldig iemand te veroordelen, dan moet deze rechter dat doen volgens daadutilitarisme - Als een dokter de levens van 5 patiënten kan redden door een patiënt te doden en de organen te oogsten, dan moet deze doctor dat doen volgens daadutilitarisme - Als het breken van een belofte meer utiliteit creëert dat het houden van de belofte, dan moet de belofte verbroken worden volgens daadutilitarisme - Als een sollicitatiecommissie voor een bank een witte man aanneemt (en niet een Aziatische vrouw) omdat dat het team gelukkiger maakt dan moet de witte man worden aangenomen volgens daadutilitarisme
111
Q

Wat is kritiek op daadutilitarisme?

A

De wet is ondergschikt aan de gevolgen van dingen. Als dokters, rechters, en anderen altijd het utiliteit (welzijn en geluk) vergroten, dan kan niemandmeer vertrouwen hebben in het rechtssysteem en het medische systeem -> onwenselijke gevolgen voor de maatschappij, zou uiteindelijk leiden tot minder welzijn Je kunt niet meer uitgaan van beloftes, je kunt dus niemand vetrouwen. Te veeleisend, je zou bv. al je geld aan een goed doel moeten geven.Onpartijdigheid is onrealistisch stel dat je moeder 385 euro nodig heeft voor een oogoperatie, maar volgens daadutilisme zou je dat geld aan de Fred Hollows Foundation moeten geven want die creëren veel meer utiliteit

112
Q

Wat het uitgangspunt van regelutilitarisme?

A
  • Gehoorzamen van morele regels genereert meer totale utiliteit dan het soms overtreden van de regel - Voor een daadutilitarist zijn consequenties van specifieke daden het belangrijkst, maar voor een regelutilitarist is conformiteit aan regels het belangrijkst
113
Q

Is geluk/plezier/welzijn het enige dat er toe doet in het maken van morele beslissingen?

A

Nee we hebben ook diepere intrinsieke waarde zoals vriendschap, billijkheid en bv. authenciteit. Voorbeeldje, als je een partner hebt die vreemdgaat met je beste vriendin. Zou je dit dan niet willen weten omdat je dan veel gelukkiger blijft? Of hecht je meer waarde aan het weten van de waarheid?

114
Q

Waar verwijst universalisme in de thiek naar?

A

het idee dat ethische principes, waaronder morele waarden en normen, universeel en consistent moeten zijn voor alle individuen, ongeacht hun culturele, sociale of individuele verschillen. In het geval van utilitarisme betekent dit dat de zoektocht naar het grootste welzijn voor het grootste aantal mensen als een universeel moreel principe wordt beschouwd

115
Q
  • Hoe zou een daad- en regelutilitarist de volgende vraag aanpakken? Wel of geen lockdown? (Moeten we meer beveiligingscamera’s op de campus plaatsen en op die manier een veiligere campus creëren of moeten we juist minder beveiligingscamera’s plaatsen en op die manier de privacy van medewerkers en studenten waarborgen?)
A

-> Daadutilitarisme→ * Lange termijn: Een daadutilitarist zou de beslissing over een lockdown evalueren op basis van de verwachte gevolgen op lange termijn. Als een lockdown waarschijnlijk resulteert in een aanzienlijke afname van ziektegevallen en sterfgevallen, en het algemene welzijn op de lange termijn bevordert, zou een daadutilitarist geneigd zijn dit als moreel juist te beschouwen. * Korte termijn: Op de korte termijn kan een daadutilitarist rekening houden met directe gevolgen, zoals economische schade en psychologische impact. Als een lockdown ernstige negatieve gevolgen heeft op korte termijn, kan het moreel gerechtvaardigd zijn als de langetermijnvoordelen opwegen tegen de korte termijnkosten. -> Regelutilitarisme * Lange termijn: Een regelutilitarist zou trachten een algemene regel vast te stellen voor soortgelijke situaties in de toekomst. Als het vaststellen van een regel die lockdowns in bepaalde omstandigheden rechtvaardigt, zoals ernstige pandemieën, leidt tot het grootste welzijn op lange termijn, zou een regelutilitarist dit standpunt ondersteunen. * Korte termijn: Regelutilitarisme kan enige flexibiliteit toestaan op korte termijn, afhankelijk van de specifieke omstandigheden. Als een tijdelijke uitzondering op de regel (bijvoorbeeld een korte lockdown) de grootste voordelen oplevert zonder de stabiliteit van de regel te ondermijnen, zou een regelutilitarist hier wellicht mee instemmen.

116
Q

Wat is eudaimonia

A

Het hoogste doel volgens deugdethiek

117
Q

Wat is Arete?

A

deugdzaam zijn, zodat je eudaimonia bereikt.

118
Q

Wat is een deugd?

A

Een deugd is een positieve karaktereigenschap zoals eerlijk zijn, vriendelijk zijn, of moedig zijn

119
Q

Wat is Fronesis?

A

Praktisch oordelen, waarmee je deugden toe kunt passen.

120
Q

Wat gebeurt er als je lange tijd duegden toepast

A

Ze worden uiteindelijk automatisch.

121
Q

Wat is een samenvatting van deugdethiek?

A

Het hoogste doel is eudaimoniaJe bereikt het door deugdzaam (arete) te zijn.Die deugden leer je van je rolmodellenHet toepassen vereist Fronesis (praktisch oordelen)Uiteindelijk worden deugden automatisch.

122
Q

Wat zijn intellectuele deugden?

A

• Nieuwsgierigheid • Intellectuele autonomie • Intellectuele nederigheid • Oplettendheid • Intellectuele voorzichtigheid • Intellectuele grondigheid • Open-mindedness • Intellectuele moed • Het doel van deze deugden is om kennis te vergaren

123
Q

Hoezo zijn deugden flexibel?

A

Wat moedig is in 1 situatie kan laf zijn in een andere situatie.

124
Q

Wat is er nodig om te oordelen hoe, en waneer deugdzaam te zijn?

A

praktische wijsheid

125
Q

Hoezo hangen deugden af aan de skills en eigenschappen van een persoon?

A

• Als je rijk bent moet je meer geld geven aan het goede doel dan wanneer je arm bent. • Als je sterk bent moet je meer moed tonen dan wanneer je minder sterk ben

126
Q

Wat is een verschil tussen deugdzaamheid en utilitatisme?

A

Deugdzaam gedrag moet gemotiveerd zijn door de juiste emoties (dus niet zoals bij het utilitarisme dat het alleen draait om de uitkomst)

127
Q

Wat zijn slechte motivaties voor deugdzaam gedrag?

A

Virtue signalling (doen alsof je deugdzaam gedrag vertoont, maar je het eigenlijk niet meent/het niet autentiek is) is niet de juiste motivatie bv geld geven aan een zwerver omdat iemand met wie je bent dat goed vindtPlichtsgevoel is ook niet de juiste motivatie

128
Q

Wat is praktische wijsheid (Fronesis)?

A
  • Begrijpen dat deugdzaam gedrag in het midden zit van ondeugdzaam gedrag (structuur) en weten wanneer je de deugd moet inzetten (context) - We moeten de ondeugdzame extremen dus weten te voorkomen (denk aan eten) - Combineren van ervaring en oordeelsvermogen in relatie tot je skills en kunnen
129
Q

WAarom hebben kinder soms geen fronesis terwijl ze wel gul of moedig zijn?

A
  • Je kunt alleen deugdzaam zijn wanneer je de structuur begrijpt * Ze kunnen wel positief handelen, maar dat is niet hoe Aristoteles het bedoelt heeft * Om praktisch wijs te worden is veel levenservaring voor nodig
130
Q

Wat is de volgorde van deugdzaamhandelen (!!)

A

waarnemen van een morele situatieemotionele reactio praktische wijsheid deugdzaam handelen

131
Q

Is deugdzaamheid aangeboren?

A
  • Je leert om deugdzaam te zijn dmv rolmodellen, we worden niet als deugdzaam geboren (het is dus belangrijk waar je geboren wordt) * Ouders, zussen, broers, leraren, sporters, politici, activisten, vrienden, etc * Hoeveelheid feedback die je van je omgeving krijgt op je gedrag
132
Q

Wanneer heb je eudaimonia bereikt?

A
  • Wanneer je morele deugden zijn uitgekristalliseerd (je bent min of meer de beste verzie van je zelf, constant moreel deugdzaam), en je bent constant deugdzaam, dan bereik je een staat van eudaimonia (geluk, welzijn, floreren -> niet hetzelfde als plezier, want iets doen wat je plezier oplevert is niet altijd deugdzaam)
133
Q

Waarom is plezier en eudaimonia niet hetzelfde?

A
  • Eudaimonia is niet hetzelfde als plezier, want soms is plezier het resultaat van ondeugdzame handelingen (deugden zijn instrumenteel voor eudaimonia) - Plezier is geen waardig doel voor Aristoteles
134
Q

Wat is het verband tussen deugdethiek en consequentialisme?

A
  • Aristoteles’ deugdethiek is dus een soort van consequentialisme: Deugden zijn instrumenteel voor eudaimonia
135
Q

Wat zijn voordelen van deugdethiek?

A
  • Het is intuïtief (voelt goed aan) en appelleert aan veel mensen in allerlei culturen, west en oost Ethiek is vaak rommelig: Moet ik mijn vriendin de waarheid vertellen over haar vreemdgaande vriend? Moet ik spieken tijdens mijn tentamen? Moet ik een abortus plegen? Moet ik meedoen met de demonstraties tegen oliebedrijven?* Deugdethiek geeft de tools om met rommelige situaties om te gaan (geen wetgeving) - Utilitarisme is te rigide en richt zich te veel op regels, deugdethiek doctrine van de gulden midden geeft wat flexibiliteit
136
Q

Wat zijn zwakheden van deugdethiek?

A

Het is uiteindelijk gericht op het handelende individu: ethiek hoort eigenlijk te gaan over de ander. Maar als deugdzaam zijn goed is omdat het resulteert in eudaimonia, dan is het egoïstisch Utilitarisme is heel precies, deugdethiek is veel minder precies, de flexibiliteit wordt door sommigen gezien als een zwakte Als je niet de juiste voorbeelden hebt gehad, dan kun je niet deugdzaam worden, Dus deugdzaam worden hangt af van je sociale omgeving en dus deels van geluk Als de ontwikkeling van deugdzaam gedrag afhangt van geluk, dan kunnen we mensen die ondeugdzaam zijn niet verantwoordelijk houden voor ondeugdzaam gedrag

137
Q
  • Noem een deugd en leg uit hoe deze in het midden ligt van twee ondeugden
A

-> Nieuwsgierigheid ligt tussen ongeïnteresseerd (te weinig) en bemoeizuchtig (te veel). Nieuwsgierigheid is de gulden middenweg tussen deze twee ondeugden

138
Q

Noem een deugdzaam en ondeugdzaam rolmodel. Leg je antwoord uit.

A

-> Deugdzaam: Gandhi. Hij was namelijk voorstander van geweldloosheid (bij protesten), bovendien offerde hij zijn persoonlijke comfort op om zijn idealen na te streven (persoonlijke comfort zou niet de hoogste waarde in het leven moeten zijn) en hij zette zich in voor dienstbaarheid voor anderen en het algemeen welzijn (actief werken aan verbeteren van de omstandigheden voor armen). Gandhi probeerde de beste versie van zichzelf te zijn en is daarmee een deugdzaam persoon. -> Ondeugdzaam: Hitler. Hitler was onder andere een racistische man die met zijn misdaden tijdens de Tweede Wereldoorlog mensenrechten schaadde door bevolkingsgroepen systematisch uit te roeien. Een deugdzaam persoon zou dit niet doen en zou respect hebben voor mensenrechten, wanneer je zoals Hitler hier geen respect voor hebt, ben je niet de beste versie van jezelf en dus geen deugdzaam persoon.