Tentamen Klas 5 periode 5 Flashcards

1
Q

Wat zijn de roaring twenties/gay twenties en wanneer vond dit plaats?

A

De roaring twenties/gay twenties zijn de jaren van welvaartsstijging en optimisme vanaf 1924

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoe en wanneer ontstond na de roaring twenties de recessie?

A

Op 24 oktober 1929 was het Zwarte Donderdag en daalden de koersen op Wallstreet, het gevolg van deze beurskrach is een wereldwijde recessie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Waarom was de beurskrach ook bepalend voor andere landen in Europa?

A

De Duitse economie had zich hersteld dankzij Amerikaanse leningen, na de beurskrach trokken de Amerikanen hun geld terug. Er ontstond een financiële nood bij de Duitse overheid en bedrijven en daarom werden de herstelbetalingen aan GB en Frankrijk gestaakt. GB en Frankrijk konden hierdoor hun schulden aan de VS niet betalen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat was behalve de beurskrach nog een oorzaak voor de grote depressen in de jaren 1930

A

de overproductie in combinatie met een achterblijvende koopkracht.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

De overheid voerde in het begin van de crisis een liberaal beleid. Toen dit niet werkte kwam er een nieuw beleid. Wat is de naam van dit beleid, wanneer werd dit beleid ingevoerd, wat houdt dit beleid in, onder leiding van wie werd dit beleid uitgevoerd en wat was het gevolg van dit beleid?

A

In 1933 was er een nieuw beleid: New Deal onder leiding van Roosevelt. Banken werden met staatsleningen gered, werklozen kregen financiële staatssteun etc. De economie trok hierdoor aan en de werkeloosheid daalde.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat was de directie aanleiding van het uitroepen van het Duitse Keizerrijk

A

De overwinning tijdens de Frans-Duitse oorlog (1870-1871). Dit was een oorlog tussen Frankrijk en een alliantie van Duitse staten die uitliep op een smadelijke nederlaag voor de Fransen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe was duidelijk te zien dat het eenwordingsproces van de Duitse staten onder leiding was van het Duitse koninkrijk Pruisen

A
  • De Pruisische koning werd tot Keizer gekroond (keizer Wilhelm I)
  • Pruisische politicus werd eerste regeringsleider (rijkskanselier) (Otto von Bismarck)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Waarom sloot Bismarck een alliantiepolitiek en wat hield dit in?

A

De alliantiepolitiek hield in dat Duitsland met verschillende staten vriendschapsverdragen sloot waarmee hij voorkwam dat alle Europese staten tegen Duitsland zouden samenspannen. Hij deed dit omdat Duitsland omringd werd door sterke mogendheden en een oorlog op twee fronten waarschijnlijk niet zou overleven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat was de Duitse Weltpolitik?

A

Een Duitse buitenlandse politiek die erop gericht was de Duitse positie in de wereld te versterken (in tegenstelling tot de politiek van Bismarck, die streefde naar behoud van de bestaande toestand).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is modern imperialisme?

A

Het streven naar een groot koloniaal rijk en het gebruik van koloniën als productie- en afzetgebieden om er zelf rijk van te worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat hield de conferentie van Berlijn in en wanneer vond die plaats?

A

De conferentie van Berlijn was een internationale conferentie met als doel spelregels vast te leggen voor westerse aanspraken op delen van Afrika. Iemand die een stuk Afrika als kolonie moest hebben moest dat gebied ook effectief besturen. (1884-1885)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat hield de (eerste) Vlootwet (1989) in en wat was het gevolg?

A

een plan waardoor er een snelle groei van aantal oorlogsschepen werd mogelijkgemaakt. Dit zorgde voor verontrusting bij GB en Frankrijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Waarom was het jaar 1888 een keerpunt voor de Duitse politiek?

A

Door de troonsbestijging van Wilhelm II en het ontslag van Bismarck (1890) en het nieuwe bestuursbeleid dat daarmee gepaard ging (weltpolitik)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat hield de (eerste) slag bij Marne in en wat was het gevolg?

A

De slag bij Marne was een veldslag waarbij Duitse troepen via een omtrekkende beweging door België de Fransen tot overgave dwongen. De Franse en Britse troepen wisten de Duitsers aan de Marne al tot stilstand te brengen, dit voorkwam de snelle Duitse veroveringen van Frankrijk en was het begin van een jarenlange loopgravenoorlog (1914)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Waarom was er vanaf 1918 onvrede en opstand onder de Duitse bevolking?

A

Vanwege de verliezen van de loopgravenoorlog, en het verslechteren van de voedselsituatie in Duitsland

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Hoe kwam het dat de sociaaldemocratische politici niet goed wisten hoe ze het land moesten besturen ondanks dat het al lang de grootste partij in het parlement was?

A

Omdat het parlement wel democratisch was gekozen maar de keizer bepaalde de samenstelling van de regering. Hierdoor hadden de conservatieven veel macht.

17
Q

Wat hield de Republiek van Weimar in en vanaf wanneer werd dit ingesteld?

A

Vanaf 9 november 1918 werd Duitsland uitgeroepen tot republiek na het verlies van de WOI. Het was een democratische republiek en volgens de nieuwe grondwet (1919) bepaalde de Rijksdag wie het land regeerde.

18
Q

Hoe kwam het dat de radicale socialisten (vooral communisten) geen vertrouwen hadden in dit systeem?

A

Omdat zij streefden naar een dictatuur van het proletariaat, Duitsland moest volgens hen geregeerd worden dood raden van arbeiders en soldaten.

19
Q

Wat hield de Spartakusopstand in, wanneer vond deze plaats en wat was het gevolg?

A

De spartakusopstand was een communistische poging om de macht in de Duitse hoofdstad Berlijn over te nemen. De spartakus opstand werd na enkele dagen bloedig neergeslagen, onder verantwoordelijkheid van de sociaaldemocratische rijkskanselier

20
Q

Geef drie redenen waarom het binnenland weinig vertrouwen had in de Republiek

A
  1. voorstanders van parlementaire democratie moesten strijden tegen groepen die daar geeen vertrouwen in hadden, zoals communisten, conservatieve elite en extreem rechtse groepen.
  2. veel Duitsers stelden de democratische politici verantwoordelijk voor de nederlaag tijdens de WOI en de vernederende Vrede van Versailles.
  3. Politici hadden geen oplossing voor de enorme economische problemen (herstelbetalingen)
21
Q

In 1923 leidde achterstallige betalingen aan de geallieerden tot een conflict met Frankrijk. Wat was hiervan het gevolg?

A

Frankrijk bezette het Ruhrgebied. Omdat de Duitse arbeiders weigerden voor de Franse bezetters te werken en ze toch van een inkomen te voorzien liet Duitsland veel geld drukken. Dit zorgde voor inflatie

22
Q

Wat hield het Dawesplan in?

A

Het Dawesplan maakte Amerikaanse leningen mogelijk en maakte een einde aan de bezetting van het Ruhrgebied (1924)

23
Q

Waardoor ontstond er een nieuwe crisis in Duitsland?

A

Vanwege de Beurskrach in Amerika waarna zij de Duitsers dwongen hun schulden af te lossen. Hierdoor ontstond er een tekort aan kapitaal in Duitsland.

24
Q

Op welke manier profiteerde de NSDAP van de omstandigheden in Duitsland?

A

Hitler deed beloftes aan de bevolking:

  • economisch herstel
  • verwerping van Verdrag van Versailles
  • sterk leiderschap
  • einde aan de chaos en verdeeldheid
25
Q

Wie waren de slachtoffers van de nazificatie in Duitsland?

A
  • politieke tegenstanders van het regime
  • mensen die niet in de ideale Duitse samenleving zouden passen (volksgemeinschaft): vooral mensen met een minderwaardig ras zoals Joden en Slaven
  • mensen met een fysieke of geestelijke handicap of een afwijkende seksuele aard
26
Q

Op welke manier vond er nazificatie plaats die de publieke opinie beinvloedde? (3)

A
  • Joseph Goebbels: opvattingen van nationaalsocialisten waren dankzij hem overheersend aanwezig in de media en de kunsten
  • journalisten en kunstenaars moesten lid zijn van de Rijkscultuurkamer: wanneer je te kritisch was verloor je je lidmaatschap en je beroep
  • strikte censuur: protest kreeg geen kans
27
Q

Hoe hoopten de Britten en de Fransen de vrede te bewaren?

A

Door middel van de appeasementpolitiek: door Hitler voormalige Duitse gebieden terug te geven hoopten ze vrede te bewaren

28
Q

Wat werd er afgesproken tijdens de conferentie van München? (1938)

A

De Duitsers mochten een deel van Tsjecho-Slowakije innemen (Sudetenland) met als voorwaarde dat Hitler de rest van Tsjecho-Slowakije ongemoeid zou laten.

29
Q

Wat was het doel van Hitler?

A

een groot Europees rijk met etnische herschikking: het Arische ras. Minderwaardige rassen (Joden en Slaven) moesten zich onderwerpen.

30
Q

Wat hield de Wannseeconferentie in 1942 in?

A

Dit was een geheime vergadering in januari 1942 van nationaal socialistische leiders met als doel afspraken te maken over de definitieve oplossing (Endlösung) van de aanwezigheid van grote aantallen Joden in de Duitse invloedssfeer. Het ging dan vooral over mensen die gedeeltelijk Joods zouden zijn.

31
Q

Waar en waarom begon de ommekeer van de WOII?

A

aan het oostfront, Duitsland verloor de slag om Stalinrad. De definitieve doorbraak begon aan het westfront in juni 1944, toen troepen geallieerden landden aan de Franse westkust en begonnen aan de herovering van West-Europa.

32
Q

Wat hield operatie Barbarossa in en wanneer vond deze plaats?

A

Operatie Barbarossa waren plannen die in december 1940 werden gemaakt om de SU aan te vallen. Op 22 juni 1941 viel Duitsland de SU binnen.

33
Q

Wat is een pogrom?

A

een uitbarsting van Jodenhaat

34
Q

Wat hield de Kristallnacht in en wanneer vond deze plaats?

A

De Kristallnacht was een pogrom georganiseerd door de nazi’s in de nacht van 9 op 10 november 1938 waarbij in heel Duitsland synagogen in brand werden gestoken en winkels en huizen van Joden werden geplunderd.