Begrippenlijst Duitsland 1871-1945 Flashcards
alliantiepolitiek
politiek met accent op het sluiten van bondgenootschappen om een bepaald doel te bereiken
antisemitisme
jodenhaat
appeasement
verzoening, politiek van concessies aan een agressor om oorlog te vermijden
asmogendheden
bondgenootschap tussen Duitsland, Italië en Japan tijdens WOII
beurskrach
economische crisis van 1929
concentratiekamo Dachau
eerste grote nationaalsocialistische concentratiekamp, in eerste instantie bedoeld voor opsluiting politieke tegenstanders van het regime
conferentie van Berlijn
internationale conferentie georganiseerd door Bismarch over de verdeling van Afrika
conferentie van München
internationale conferentie over de toekomst van Tsjecho-Slowakije, waarbij GB, Frankrijk en Italië besloten dat Duitsland een deel van Tsjecho-Slowakije mocht innemen
dawesplan
regeling waarmee de geallieerde overwinnaars de effecten van de herstelbetalingen wilden verzachten voor de Duitsers
Frans-Duitse oorlog
oorlog (1870-1871) tussen Frankrijk en een alliantie van Duitse staten die uitliep op een nederlaag voor de Fransen
Joseph Goebbels
minister van propaganda in Duitsland onder Hitler. directeur van de Rijkscultuurkamer
loopgraaf
uitgegraven gang voor soldaten ter bescherming tegen de vijand
nationaalsocialisme
racistische variant van het fascisme (ookwel: nazisme)
nazificatie
de herinrichting van de samenleving volgens de idealen van het nationaalsocialisme
Neurenberger wetten
naziwetten die bepaalden wanneer iemand Duitser was en hoe het Duitse volk kon worden beschermd tegen vermenging met vreemd bloed
NSDAP
partij van Adolf Hitler
Otto von Bismarck
Pruisische edelman en politicus, regeringsleider ten tijde van het Duitse keizerrijk onder leiding van Keizer Wilhelm I
Propaganda
politieke reclame om mensen te overtuigen van en te laten gehoorzamen aan de ideeën van een staat of een politieke partij
racisme
discriminatie op grond van ras
republiek van Weimar
de duitse republiek die stand hield tussen het einde van de WOI en de machtsgreep van Adolf Hitler
rijkscultuurkamer
nationaalsocialistische instelling opgericht door Joseph Goebbels met het doel greep te krijgen op onder andere Duitse journalisten, schrijvers, kunstenaars, musici. Wie in dergelijke beroepen actief wilde zijn moest lid zijn van en gehoorzamen aan de Rijkscultuurkamer
rijksdagbrand
brand in het duitse parlementsgebouw (rijksdag). De communist Van der Lube werd gearresteerd en veroordeeld voor brandstichting
slag bij de marne
slag aan begin WOI waar enorme verliezen werden geleden door Duitse en Franse troepen. Het voorkwam een snelle verovering van Frankrijk en leidde tot jarenlange loopgravenoorlog
slag om Stalingrad
veldslag tussen Duitslan en de Sovjet-Unie om Stalingrad, die door de Sovjet-Unie werd gewonnen. Vormde keerpunt in WOII
spartacusopstand
communistische poging om macht in Berlijn over te nemen na WOI, die bloedig werd neergeslagen
totale oorlog
oorlog waar zowel militairen als burgers in de strijd betrokken zijn
vlootwet
wet die het mogelijk maakte om het aantal Duitse oorlogsschepen uit te breiden
wannseeconferentie
nazi-conferentie uit 1942 waarin werd besloten tot de grootschalige genocide op Joden
weltpolitik
buitenlandse politik onder Keizer Wilhem II die erop gericht was om de Duitse positie in de wereld te verbeteren. Vormde een contrast met het beleid van Bismarck en Wilhelm I