Begrippenlijst De Koude Oorlog 1945-1991 Flashcards

1
Q

akkoorden van Genève

A

gesloten na de Slag bij Dien Bien Phu verdeelden Vietnam in een communistische Democratische Republiek Vietnam in het noorden en een kapitalistisch Vietnam in het zuiden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

atoombom Hiroshima

A

in augustus 1945 lieten de Amerikaanse troepen een atoombom op de Japanse stad Hiroshima vallen om Japan, bondgenoot van Duitsland, tot overgave te dwingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

berlijnse muur

A

muur tussen oost- en west-Berlijn die verhinderde dat burgers uit de DDR naar het Westen konden vluchten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Bezoek van Nixon aan China

A

voorbeeld van driehoeksdiplomatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

blokkade van berlijn

A

in 1948 introduveerde Amerika, Engeland en Frankrijk een nieuwe munt in hun bezettingszones in Duitsland. Volgens Stalin was dit in strijd met eerder gemaakte afspraken. Stalin sloot op 24 juni 1948 West-Berlijn af, waarop de geallieerden een luchtbrug instelden. In 1949 hief Stalin de blokkade op.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

blokvorming

A

verdeling van de wereld in twee ideologisch tegengestelde blokken onder leiding van de SU en de VS

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Brezjnevdoctrine

A

besluit van Sovjetleider Brezjnev dat communistische landen mochten ingrijpen als een ander communistisch land bedreigd werd door democratisering of kapitalisme

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

conferentie van potsdam

A

bijeenkomst (1945) waarbij leiders van de SU, Engeland en de VS in Potsdam aanwezig waren om te beslissen over de manier waarop Duitsland voortaan zou worden geregeerd. Gekozen werd voor een verdeling van zowel Duitsland als van Berlijn in vier zones.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

containmentpolitiek

A

Amerikaanse politiek in de Koude Oorlog om het communisme ‘in te dammen’ door regeringen die zich tegen het communisme verzetten te steunen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Cubacrisis

A

grote angst voor het uitbrelen van een atoomoorlog doordat de SU kernwapens op Cuba probeerde te plaatsen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

demonstratie tegen kernwapens

A

in 1981 vond er in Amsterdam een grote demonstratie tegen kernwapens plaats, een voorbeeld van ontevredenheid die ontstond naar aanleiding van de aanhoudende wapenwedloop

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

detente

A

periode van ontspanning en toenadering tussen de VS en de SU tijdens de Koude Oorlog (1967-1979). De periode eindigde met de Sovjetinval in Afghanistan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

dominotheorie

A

het idee dat als één land communistisch wordt, de buurlanden zullen volgen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

driehoeksdiplomatie

A

Amerikaanse buitelandse politiek die erop was gericht Zuid-Vietnam tot een minder harde opstelling te bewegen door gelijktijdig de relaties met de SU en de Volksrepubliek China te verbeteren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

felix meritis

A

gebouw van de nederlandse communistische partij (CPN) dat werd bestormd als reactie op en vanwege de woede om de Russische inval in Hongarije (om de Hongaarse Opstand neer te slaan)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

FNLA

A

Nationaal bevrijdingsfront voor Angola, gesteund door westerse landen en de Volksrepubliek China

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Glasnost

A

Russische aanduiding voor grotere vrijheid van meningsuiting onder partijleider Gorbatsjov

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Hongaarse Opstand

A

Grote demonstraties in Hongarije in 1956 die opriepen tot democratische hervormingen. De SU sloeg de opstand hardhandig neer en herstelde het communistische bewind.

19
Q

Ich bin ein Berliner-speech

A

speech van president Kennedy na de bouw van de Berlijnse Muur om de westerse morele steun aan de inwoners van Berlijn aan te geven, zonder dat het Westen het gevaar van een Derde Wereldoorlog riskeerde door militair ingrijpen

20
Q

Ijzeren gordijn

A

gesloten grens tussen het communistische en niet-communistische deel van Europa

21
Q

Josef Stalin

A

leider van de Communistische Partij van de SU tussen 1928 en 1953; dictator en alleenheerser

22
Q

korea oorlog

A

conflict dat in Azië uitbrak tussen het communistisch Noord-Korea en het kapitalistische Zuid-Korea, waarbij de VN het zuiden buiten de communistische invloedssfeer konden houden

23
Q

Marshallhulp

A

Amerikaanse economische en financiële hulp aan West-Europa (vanaf 1947)

24
Q

McCarthyisme

A

Republikeinse senator McCarthy hield in 1950 een toespraak waarin hij Amerikanen van communistische activiteiten beschuldigde. Uit angst voor communistische spionnen, leidde zijn toespraak tot een heksenjacht op communistisch in de VS

25
Q

Mao Zedong

A

Voorzitter van de Chinese Communistische partij in 1935-1976, staatshoofd van China. Onder zijn leiding hadden de communisten China veroverd.

26
Q

MPLA

A

Volksbeweging voor Bevrijding van Angola, marxistisch georiënteerd en lange tijd gesteund door de SU en Cuba

27
Q

NAVO

A

militair bondgenootschap met het doel gezamenlijk de democratie in de lidstaten te verdedigen (opgericht in 1949)

28
Q

Nikita Chroejtsjov

A

leider van de Communistische Partij van de SU tussen 1953-1964, streefde naar vreedzame co-existentie met het Westen. Richtte het Warschaupact op, liet de Hongaardese Opstand neerslaan en gaf opdracht voor het bouwen van de Berlijnse muur.

29
Q

Oostblok

A

blok van communistische landen in Europa onder leiding van de SU

30
Q

Perestrojka

A

russische aanduiding voor de hervorming van het Sovjetsysteem onder partijleider Gorbatsjov met meer politieke en economische vrijheden als doel

31
Q

planeconomie

A

systeem waar de economie van bovenaf word gereguleerd door de staat en waar de staat alle goederen en diensten verdeeld

32
Q

Praagse lente

A

opstand in Tsjecho-Slowakije in 1968 gericht tegen het communistische bewind

33
Q

protestgeneratie

A

de generatie die kort na de WOII in het Westen is geboren en die in de jaren 60 in verzet kwam tegen politieke opvattingen en levensstijl van hun ouders

34
Q

Russische revolutie

A

revolutie van 1917 waarin Rusland een communistische staat werd

35
Q

SALT I

A

akkoord tussen de VS en de SU waarin werd besloten dat beiden hun arsenaal aan kernwapens zouden verminderen

36
Q

SDI-project

A

Strategic Defense Initiative. Het streven van de VS om een raketschild in de ruimte aan te leggen

37
Q

Tonkinresolutie

A

besluit van het Amerikaanse Congres uit 1964 om de Amerikaanse president de bevoegdheid te geven militair in te grijpen in Zuidoost Azië, zonder voorafgaande parlementaire toestemming

38
Q

Trumandoctrine

A

Amerikaanse politiek in de Koude Oorlog om het communisme ‘in te dammen’ door regeringen die zich tegen het communisme verzetten te steunen

39
Q

Verenigde Naties

A

sinds 1945 de wereldwijde internationale organisatie die toeziet op vrede en veiligheid in de wereld

40
Q

Vietcong

A

communistisch verzetsleger in Zuid-Vietnam

41
Q

Volksdemocratie

A

de term voor de (niet-democratische) staten naar het Sovjet model die in Oost-Europa ontstonden

42
Q

vrije markteconomie

A

systeem waar de economie vrij wordt gelaten en waar concurrentie en prijzen gebaseerd zijn op vraag en aanbod

43
Q

Warschaupact

A

Militair bondgenootschap dat werd opgericht als tegenhanger van de NAVO