Tegenstellingen Les 9: 91-100 Flashcards

Tegenstellingen Les 9: 91-100

1
Q

een aanzienlijk bedrag

A

een gering bedrag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

een absente leerling

A

een aanwezige leerling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

een akelig gevoel

A

een prettig, aangenaam gevoel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

een amusant verhaal

A

een flauw verhaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

een bedroefd gezicht

A

een vrolijk gezicht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

een clandestiene handel

A

een legale handel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

een concreet woord

A

een abstract woord

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

een consistent verhaal

A

een tegenstrijdig verhaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

een dode vulkaan

A

een werkende vulkaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

een duur cadeau

A

een goedkoop cadeau

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly