Tegenstellingen Les 1: 131-140 Flashcards
Tegenstellingen Les 1: 131-140
1
Q
een trage start
A
een snelle start
2
Q
uitgedroogde vruchten
A
sappige vruchten
3
Q
vermoeide spelers
A
uitgeruste spelers
4
Q
verticale lijnen
A
horizontale lijnen
5
Q
een vriendelijk antwoord
A
een brutaal antwoord
6
Q
een vriendelijke heer
A
een onvriendelijke heer
7
Q
de vieze kleren
A
de vuile kleren
8
Q
een werkzame jongen
A
een luie jongen
9
Q
een woelige zee
A
een kalme zee
10
Q
een beleefd antwoord
A
een onbeleefd antwoord