Tegenstellingen: Les 5: 41-50 Flashcards
Tegenstellingen: Les 5: 41-50
1
Q
gevaarlijk
A
veilig
2
Q
eerste
A
laatste
3
Q
vaag
A
duidelijk
4
Q
nauw
A
ruim
5
Q
theorie
A
praktijk
6
Q
leugen
A
waarheid
7
Q
nieuw
A
oud, versleten
8
Q
vriendschap
A
vijand
9
Q
inkomsten
A
uitgaven
10
Q
opgewekt
A
troosteloos, bedroefd