Taal en spraak Flashcards
1
Q
Linguïstisch systeem bestaat uit?
A
- Fonologie - klankleer
- Semantiek - kennis woorden & zinnen (woordenschat)
- Morfologie - vervoeging
- Syntaxis - opbouw, structuur en volgorde
- Pragmatiek - communicatieregels
2
Q
Criteria Taalstoornis
A
- Taalniveau < non-verbale intelligentieniveau
- Bij andere problemen die taalstoornissen geven, is de taalstoornis erger dan verwacht
- Taalstoornissen interfereren met ADL
3
Q
Vormen van taalstoornissen
A
- Expressieve TS
- Gemengd receptief-expressief
- Sociale communicatiestoornis
4
Q
Behandeling taalstoornis
A
- Psycho-educatie
- Ouderbegeleiding
- Gerichte taalstimulering (logopedie)
- Aanpassing school
5
Q
Spraakstoornissen subtypen
A
- Spraakklankstoornissen (productie of discrimineren)
2. Spraakvloeiendheid (stotteren)
6
Q
Verworven taal- en spraakstoornissen
A
- Afasie
- Dysartrie
- Parafasie
- Mutisme
- Neologisme
- Palilalie
7
Q
Dysartrie vormen
A
- Cerebellaire dysartrie
- Extrapiramidale dysartrie
- Bulbaire dysartrie
- Pseudobulbaire dysartrie
8
Q
Behandeling dysartrie
A
Onderliggende lijden behandelen
9
Q
Afasieën
A
- Broca
- Wernicke
- Globale
- Amnestische afasie