Het pijnsysteem en pijnstilling Flashcards
Type sensibiliteit
Gnostische: fijne tastzin, proprioceptie, vibratiezin…
Vitale: pijn en temperatuur
Lokale pijnstoffen
H+, Bradykinine, ATP, Histamine, Prostaglandine, 5-HT
Vrije zenuwuiteinden en hun neurotransmitters (met hun effect)
Substance P - effect op histamine cellen
CGRP - effect op de lokale bloedvaten
Beide zorgen voor rubor, tumor en dolor
TRP-kanalen
TRPV1 - meet temperatuur vanaf 43 C
TRPV2 - vanaf 53
TRPM8 - koude sensor (+menthol gevoelig)
Pijnvezels
C-vezels - ongemyeliniseerd, langzaam en zeurende pijn - eindigen in lamina 2.
Adelta - snelle, gemyeliniseerde en stekende pijn - eindigen eindigen in lamina 1 en 5 in de dorsale hoorn.
Lamina en pijnvezels
Lamina 1 en 5 - Adelta-vezels
Lamina 2 - C-vezels
4 en alles eronder - AB-vezels
5 - Wide range neurons
Allodynie
Pijnreactie bij een normale prikkel
Hyperalgesie
Verhoogde pijnreactie bij een pijnlijke prikkel
Betrokken pijnvezels bij sensitisatie
C-vezels
Sensitisatie fysiologie
Bij pijn is er een toename in Glutamaat afgifte. Dit stimuleert AMPA-receptoren die op hun beurt NMDA-receptoren stimuleren om open te gaan. Ca2+ stroomt binnen en zorgt dat de hoeveelheid NMDAr toeneemt. Wanneer Ca2+ weer normaliseert blijft de concentratie NMDAr verhoogd en zorgt dit voor sensitisatie.
Pijnbanen verschillende componenten
Discriminatieve component - nociceptie die plek en intensiteit bepaalt. Deze komt aan in de somatosensibele schors.
Affectieve component - nociceptie die emotie erbij stopt. Loopt naar het limbisch systeem.
Rol van de insula bij pijn
Pijnbeleving
Pijnmodulerende systemen
- Hypothalamus moduleert op dorsale hoorn (via PAG, nucleus coeruleus en raphe kernen)
- Dorsale medullaire reticulaire formatie (door glutamaat)