Autisme Flashcards
1
Q
Kenmerken van autisme
A
- Verlaagde communicatie
- Repetitief gedrag en stereotiep
- Verlaagde sociale interactie
2
Q
Autisme gen
A
15q11-q13
3
Q
Epidemiologie van ASS
A
Mannen:vrouwen (4:1) en komt in 1% van de bevolking voor.
4
Q
Criteria autismespectrumstoornissen
A
A. (3/3 nodig)
- deficiëntie non-verbale communicatie
- deficiëntie in de ontwikkeling en onderhouden sociale relaties
- deficiëntie in de sociaal-emotionele wederkerigheid
B. (2/4 nodig)
- Gefixeerd en beperkte interesses
- Stereotiep en repetitief gedrag
- Hyper- of hyporeactiviteit op zintuigelijke prikkels
- Hardnekkige routines/patronen
5
Q
Etiologie hypothese ASS
A
Theory of mind - autisme door het gemis aan het kunnen waarnemen & interpreteren van gevoelens, gedachten en intenties (mind blindness).
Gemis aan executieve functies - om te plannen en organiseren
Zwakke centrale coherentie - niet in staat het grote plaatje te zien.
6
Q
Verschillen normaal en ASS wat betreft brein
A
- Maken minder gebruik van hun Fusiforme Gyrus
- Hersenvolume is 5-10% groter
- Lange subcorticale banen zijn minder goed aangelegd
- Lage van cortex zijn slecht aangemaakt.
7
Q
Diagnostiek ASS
A
- ADOS
- Heteroanamnese
- IQ of taalontwikkeling checken
- Logopedisch onderzoek
8
Q
Behandeling ASS
A
Behandeling krijgt vorm a.d.h.v. IQ en de ernst. Belangrijk om zo vroeg mogelijk te beginnen.
- Psycho-educatie
- Ouderbegeleiding
- Medicatie
9
Q
Medicatie ASS
A
- ADHD - Ritalin
- Dwang, angst of depressie (AD) - Sertraline
- Slaapproblemen - Melatonine
- Agressie of angst - Risperidon (AP)